maandag 16 augustus 2010

Het nut van verzamelen

Bron: Watersnoodmuseum, Zeeland

dinsdag 10 augustus 2010

De prijs van dingen

Mijn sportschool is overgenomen door een klantvriendelijke meneer, die al meer sportscholen heeft en die – heel succesvol - denkt in concepten en doelgroepen. Daarom is mijn sportschool nu ineens voor grondige verbouwing gesloten en moest ik vanmorgen noodgedwongen naar een ander filiaal, dat conceptueel wél aan alle eisen voldoet.

Het krachthonk van de oude sportschool werd voornamelijk bevolkt door mensen van tussen de Eufraat en de Tigris en Bulgaren en Roemenen en ex-Joego’s – jongens met veel verhalen maar weinig tekst - en ik had me al voorgesteld dat die zich niet zo één-twee-drie zouden thuisvoelen in de concepten van de klantvriendelijke meneer. Het zou anders zijn, zoveel was zeker.

In plaats van de bekende afgebladderde Italiaanse troep, stonden hier glimmende hefbanken uit Amerika, met zo’n in schoon metaal uitgevoerd logo dat je toch meteen doet denken aan pickup trucks en slap bier in clubs waar ze aan kooigevechten doen. En daartussen stond, vergezeld door z’n personal trainer, misschien wel de schrielste man van middelbare leeftijd die ik ooit ten noorden van de evenaar zag. Nou ja, in een sportschool dan toch.

Z’n kleding versterkte het effect. Hij droeg een blauw shirt en bijpassende korte broek. De openingen waar z’n uitgemergelde ledematen uit staken leken immens. De huid van z’n armen en benen was bedekt met een transparant-grijze deken van bezweet haar. Daaronder grauwige bleekheid. Dit vel moest decennialang geen zon, nee, zelfs geen licht hebben gezien.

Bovenop z’n lange lichaam: een verhoudingsgewijs enorm hoofd. Of, beter gezegd, een normaal hoofd, dat groot leek voor het magere onderstel. Dat hoofd, daar was wat mee. Ik zag het niet direct, bij nader inzien te wijten aan het haar, dat helemaal uit model gezweet was.

Ineens drong ‘t door: dit was het hoofd - maar dan met nauwkeurig gekapt haar - dat op de achterflap stond van zeker vier boeken die bij mij in de kast staan. En bepaald niet alleen bij mij, ook bij tienduizenden anderen. Een goede verteller met een hele serie wonderlijke, sterke en toch geloofwaardige verhalen op z’n naam. Literair en toegankelijk. Gewoon mooi.

Er werd getrokken en geduwd met gewichten. De personal trainer was voorzichtig met z’n cliënt, leek zich bewust van z’n breekbaarheid. Tegelijk was hij streng: lichaamshouding, stand van polsen en voeten. Let op je nek. Uit de knieën. Niet goed, overnieuw, concentreer je. Balans, balans, het gaat om balans. Focus! De schrijver deed z’n uiterste best om de instructies uit te voeren. De onbeholpenheid. Z’n verwaarloosde lichaam sprak een andere taal. Het verbeelde onze gebreken. Niet de zijne.

zondag 1 augustus 2010

Schaapjes tellen

Zo kwam ik terecht in een industriële slachterij, waar die dag lammeren op het menu stonden. Het ging er ordelijk aan toe, de lammetjes sloten netjes aan in de rij en als bezoeker mocht je oordoppen dragen. Ik wist dat het een droom moest zijn, want ik dacht: ‘Alles beter dan schaapjes tellen’.