vrijdag 26 februari 2010

Gusta

Van een geheel andere orde: vorige week hebben ze Gusta begraven. Gusta was van Retie, waar haar ouders dacht ik een herberg hadden waar je ook pannenkoeken eten kon, en daarmee bepaald van hogere klasse dan wij allemaal bij elkaar. En toch ging ze met Wimke, onze buurjongen. Die was ook eersteklas, maar dan vooral in het stelen van oud ijzer en – in het weekend – Zundapps en Kreidlers. De eerste keer dat ik Gusta zag, stond ze razend en tierend onder een boom in onze achtertuin. Daar was Wim ingeklommen in een wel heel suffe poging om aan de politie te ontkomen. Ik zag de politie niet, ik zag Wimke niet, ik zag z’n moeder niet (toch de enige vrouw in de wijde omgeving die altijd een lange broek droeg, met standaard in de band daarvan een pakje king-size-Hunter-sigaretten – ook al vrij exotisch voor toen en daar). Ik zag alleen Gusta. Gusta had een lange vlecht tot op haar kont. Ze was klein en mager en de eerste mooiste-vrouw-ter-wereld die ik ooit zag. Met Gusta en ons Wimke is het helemaal goed gekomen, met een serie kinderen en een bloeiende handel in tweedehands auto’s en dergelijke. En nu, hoorde ik dus, is ze dood en begraven. Nu ook pas hoorde ik hoe oud ze feitelijk was. Gusta en ik, godnondedju, ’t had zó gekund!

Wachter

Van alle mogelijke rollen heeft die van Wachter mij gekozen. Dus ik wacht. Oppervlakkig beschouwd lijkt dat een passieve rol, maar het tegendeel is waar: wie wacht moet altijd overal op voorbereid zijn, omdat je volledig in het duister tast over vorm, wezen en herkomst van hetgeen je te wachten staat.
Wat is de beste conditie om wat je te wachten staat juist te doorgronden en ontvangen? Belezen? Onbevlekt? Van op de vuilnisbelt? Halfdood met slaapogen?
En hoe gaat hetgeen waarop gewacht wordt zich manifesteren? Als de kop van een artikel in de krant? (En zo ja: welke krant?) Als een bijzin uit de mond van de huisvriend van je aangetrouwde nicht? Als de liefde waar je bijna in verzuipt? Als de hele serie cijfers en letters in precies de juiste volgorde op je staatslot? De laatste tijd denk ik wel eens dat ik wacht op een keerpuntige e-mail, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik zojuist een iPhone heb aangeschaft.

vrijdag 19 februari 2010

Brixton Bypass

Daarlinks van de Brixton Bypass is een tentenkamp. Je mag er voor weinig slapen als je allerlei moeilijke papieren weet te overleggen en voor niks als je een blow rookt met de Westindische opzichter. Eigenlijk wil ik bier, maar dat heeft ie dan weer niet, dus we roken, en dat werkt ook. Zo raken we verzeild in een woordgrap die hij kent over dat de zwarten hier eens de baas kunnen spelen over de Slaven, maar we komen er niet uit, want het schijnt te draaien om de precieze uitspraak. En daar schieten we allebei te kort.    

donderdag 18 februari 2010

Geboorte van een subcultuur

Dat is het rare, denk ik, luisterend naar ‘Stoned Autopilot’ (minimal techno, want dat denkt zo lekker – en vandaar, waarschijnlijk). Als je er met je neus bovenop staat, heb je vaak helemaal niks in de gaten. Zo wordt nu wel gezegd dat wij in de Vrije Vloer het house-tijdperk hebben zien aanbreken. En inderdaad, bij nader inzien weet ik nog dat van-de-ene-op-de-andere-dag de DJ niet meer in een benauwd hokje achter glas stond, maar op het podium, achter een ouwe deur op schragen.

Ongeveer het enige wat ik er verder nog specifiek van weet, is dat op zeker moment twee vrij ordinair geklede meiden elk één van mijn handen pakten en die abrupt en zonder aanleiding op hun blote borsten legden. Daar moesten ze vreselijk om lachen en ik eigenlijk ook wel, al was het wat schaapachtig. Toen dacht ik natuurlijk wel iets van ‘nou, nou, de mensen worden ook steeds vrijpostiger en waar komt dat zo plots vandaan?'. Maar zelfs met de kennis van nu – om het eens populair te zeggen - kan ik niet beweren dat ik dit gebeuren juist op waarde heb geschat: wee-tjes bij de geboorte van een invloedrijke subcultuur.

PS. Een volgende keer zal ik misschien eens vertellen over de dag dat ik in Hongarije het IJzeren Gordijn aanzag voor het hekwerk van een schapenweide en zodoende precies een Historisch Moment miste.  

woensdag 17 februari 2010

LinkedIn Blues

Wist je dat je er met een betrekkelijk eenvoudig trucje voor kunt zorgen dat het lijkt alsof Barack Obama zo goed als tot je inner circle gerekend moet worden? En dat ik mensen tot mijn professionele inner circle moet rekenen die dat nog doen ook?

maandag 15 februari 2010

Bruidje in de sneeuw

(Ergens in die flats daar achter het spoor, daar weet ik er een die dit weer maar slecht verdraagt.)

en in die vuile sneeuw
besmeurd met kolenstook en cordiet
daar ligt een doodgebloed bruidje

in het ritme van de sneeuw
die smelt en aanvriest en smelt en aanvriest
lost ze op, elke dag een beetje

woensdag 10 februari 2010

Overdosis Frans

(Als er iemand in de buurt is met een fotocamera, dan kijk ik toevallig de andere kant op. Of ik loop precies uit ’t kader. Of iemand buigt zich net over me heen. Of er is ander ongerief, waardoor het allemaal niet optimaal op de gevoelige plaat komt. Niet erg. Want ik heb het portret dat Mig een jaar of 6, 7 geleden van mij schetste en dat is bij verre het meest treffende dat ooit van mij gemaakt is: Overdosis Frans. Het was kwijt en is teruggevonden. Ik ben dankbaar. Heb er ook wat van geleerd: pakken draag ik nooit meer.)


overdosis Frans

Puik pak
In ongemak
Gevecht
Battledressed!
Meer pak nodig
In strijd met dit wezen!

Gniffelt,
Giechelt bijna,
Brengt zijn hand
met een vliegbeweging
Naar zijn mond,
Hoofd schuin naar boven,
Een oksel laag,
Andere schouder hoog
Een trek aan zijn sigaret,
De hand door naar het hoofd,
Slagveld van rimpels
Waar ooit haar woedde.
Koffiedrinkend als een kameel
Verzwelgt het reuzenbrood,
Verslindt de reuzel die erbij hoort.

Een vormloze homp
Gemoedelijkheid,
Energie
En sympathie,
Besef van onvolmaaktheid
En beperkingen
Bevlogen,
Begaan,
Een gevaarlijke pot schaak
met het noodlot,
Het leven als een spel
Eenvoudige levensgenieter
In hart en nieren,
Uit overtuiging.

Een vrolijke siergeit,
Overlever, inspirator
Soms te typisch
Voor zijn omgeving

Onhandelbaar dichtbij:

Overdosis Frans


(Door: Michiel - léés die man)

maandag 8 februari 2010

Zwaansteeg

De Zwaansteeg is heel smal en taps toelopend, zodat zelfs het weer er niet in kan. Maar wij wel, tenminste: met de maten van toen. We speelden en verloren. Zij een schoen, ik haar telefoonnummer.

zaterdag 6 februari 2010

Dode dichter

Over de kwaliteit van het dichtwerk kan gediscussieerd worden. Maar nu iemand uit Hasselt vraagt of ik  toevallig de handleiding nog ergens heb voor dat mini-gravertje, begin ik toch serieus te denken dat het moment gekomen is om ander tijdverdrijf te zoeken.

dinsdag 2 februari 2010

Een ongeluk op Ramses Square

Ik luister naar Big Mama Thornton die ‘Hound Dog’ doet en denk aan mijn moeder die daar een 45 toeren plaatje van grijsdraaide – maar dan in de Elvis-uitvoering. Van Big Mama Thornton had niemand toen ooit gehoord en van Elvis wel, dat spreekt. Zelf ken ik Big Mama Thornton ook alleen maar omdat we nu internet hebben, dat je met allerlei slimmigheidjes vanaf Elvis via slinkse omwegen doet uitkomen bij… Het is allemaal niet mijn verdienste.

Omdat mijn moeder oud is en niet aan internet doet, bedenk ik me ineens: ik schrijf haar een brief. Of, beter nog, ik maak een boekje speciaal voor haar met gedichten en verhalen, om haar eens van die dingen te vertellen die ik wildvreemden met gemak voor de voeten werp. Ik ben in een genereuze stemming en zie dat boekje al voor me: het moet een glimmende kaft hebben en een ruime opzet met grote letters.

Daar gaat het plan in duigen. Want met grote letters bestaat de kans dat ze het ook echt gaat lezen. En dan zou het sprekend lijken alsof ik wel eens drugs gebruik, of teveel met seks bezig ben, of mijn humeur niet onder controle heb waardoor ik goede mensen het graf in wens, of door roekeloosheid een akelig busongeluk heb veroorzaakt op Ramses Square. Of erger. Terwijl ik niet eens precies meer weet waar Ramses Square ook-al-weer ligt.

Ik had haar beter eens kunnen bellen, vandaag.

maandag 1 februari 2010

Brief van Delphine

(De afgelopen dagen heb ik elke vindbare snipper tekst van Delphine Lecompte opgeslokt. Zie je, als ik eenmaal door iets of iemand gegrepen ben, dan ontaardt dat nogal eens in een zekere mateloosheid.  Mocht iemand zich ooit door mijn manische aandacht  geadresseerd voelen: wees gerust, het is volstrekt ongevaarlijk en morgen is er weer een andere dag en een andere gekte.)

Zo kwam het dat ik vannacht droomde dat ik ergens in een zaaltje gedichten aan het voorlezen was van Delphine Lecompte. Daaraan ging vooraf dat ze mij daartoe persoonlijk opdracht had gegeven in een brief van 3 kantjes (waarin ook andere zaken werden besproken, ik meen de Kwestie Noord-Ierland en drugssmokkel en accordeonmuziek – ‘low culture’, volgens haar). Ze had een briefje van 25 gulden bijgesloten vanwege de te nemen moeite en voor consumpties en een treinkaartje 2e klasse. En nu stond ik daar, voor een zaal vol redelijk bezopen, opgewonden gepeupel, dat niet bepaald onder de indruk was van mijn voorleeskwaliteiten. Al gauw kon ik me niet meer verstaanbaar maken. Er was een kale barman met indrukwekkende snor voor nodig om mij uit mijn lijden te verlossen. Achterlangs liet hij me buiten. Het regende en ik was m’n tas kwijt. Ik had het lef niet om die nog te gaan halen.