Weetje: er schijnen nog 25>30 mensen in leven te zijn die vloeiend Volapük spreken - een taal die de wereld voor nogal wat onheil had moeten behoeden, maar daar kwam natuurlijk weer niks van. Ze bidden het Onze Vader zo:
O Fat obas, kel binol in süls, paisaludomöz nem ola!
Kömomöd monargän ola!
Jenomöz vil olik, äs in sül, i su tal!
Bodi obsik vädeliki govolös obes adelo!
E pardolös obes debis obsik,
äs id obs aipardobs debeles obas.
E no obis nindukolös in tendadi;
sod aidalivolös obis de bas.
Jenosöd!
maandag 29 december 2008
zondag 28 december 2008
donderdag 25 december 2008
Een paard als ezel
Het is bedoeld om er juist eens van weg te zijn. Maar het bordje ‘Levende Kerststal’ biedt teveel verleiding. Een stevige opstopping, cryptische aanwijzingen van randstad-bos-verkeersregelaars - leidend naar een niet bestaand parkeerplaatsje. Om dan met alle mensen die je gisteren – voor het laatste boodschapje - ook al in de stad zag, te staren naar twee van kou bevangen stakkers als jozef en maria, een paard als ezel en drie schapen als schaap. God laat ons heidenen weer eens alle hoeken van de kamer zien.
woensdag 24 december 2008
Schrijven in soep
dinsdag 23 december 2008
Veel voor weinig: Wapen je tegen uitvreters
Ongewenste mee-eters. Een ware plaag, zeker in deze tijd van het jaar. Jaag ze vanaf nu eenvoudig op de vlucht met EFCE’s gepatenteerde wapenarsenaal tegen uitvreters! Nodigt een onverlaat zichzelf uit? Reageer enthousiast, stel uw beeldmenu samen, geef fantasienamen aan al dat heerlijks en mail het geheel bij wijze van voorpret. Succes (vrijwel) verzekerd.
zondag 21 december 2008
Droom in duigen
vrijdag 19 december 2008
Paradijs
Noemt iets zich 'paradijs', denk dan precies het omgekeerde. Ik kan het weten, want ik er ben zojuist levend, maar niet geheel ongeschonden, uit één teruggekeerd. Dresscode: géén schoenen. Ik hield me kranig, tot ik naar de WC moest en de zeik van m'n voorgangers in m'n sokken voelde trekken.
woensdag 17 december 2008
Maledicta bestaat!
Eigenlijk heb ik altijd gedacht dat het - in bepaalde niches van de maatschappij – veel besproken tijdschrift Maledicta té mooi was om waar te zijn. Dat er alleen een cover en inhoudsopgave op het internet werden gezet en dat je er de rest maar bij moest dromen. Niet waar! Niet waar, weet ik nu! Want ik heb # 13 zélf in m’n handen gehad.
Artikelen met titels als
- How Bulgarians relieve their soul
- Some Terms for Women at an Australian Military Academy
- Romani Insults en
- Vocabulary from a West-Indian Men’s room
zijn dus écht geschreven én gepubliceerd!
Er is altijd een sprankje hoop voor de mensheid.
Artikelen met titels als
- How Bulgarians relieve their soul
- Some Terms for Women at an Australian Military Academy
- Romani Insults en
- Vocabulary from a West-Indian Men’s room
zijn dus écht geschreven én gepubliceerd!
Er is altijd een sprankje hoop voor de mensheid.
Straatpraat - Modern Times
“Weet je, sinds ik m’n zak scheer…hoe, dat kan ik niet uitleggen…maar hij doét ‘t gewoon beter.”
maandag 15 december 2008
Sterk beeld
Er komt een vrachtwagen uit de richting van Antwerpen met op z’n flank een airbrushtekening van Bobby Sands in klassieke martelaarspose. Bobby Sands. Die zich doodgehongerd heeft om een kwestie die niemand zich nu nog herinnert.
Bobby Sands was een behoorlijk onaangenaam mens, daar waren zelfs zijn volgelingen het over eens. En ik meen me te herinneren dat ik er ook z’n moeder wel eens over heb gehoord: “Geen makkelijke jongen”, of zoiets.
Maar die beeltenis. Die beeltenis was sterk. Sterk genoeg om van mensen moordenaars te maken. Sterk genoeg ook om nu precies het juiste luikje in m’n geheugen te openen. Denk ik.
Om beter te kunnen kijken haal ik wat gevaarlijke toeren uit. Verdomd, ik zie 't nu: het is Jezus. Dat verklaart veel. Maar niet wat al die spoken komen doen.
Bobby Sands was een behoorlijk onaangenaam mens, daar waren zelfs zijn volgelingen het over eens. En ik meen me te herinneren dat ik er ook z’n moeder wel eens over heb gehoord: “Geen makkelijke jongen”, of zoiets.
Maar die beeltenis. Die beeltenis was sterk. Sterk genoeg om van mensen moordenaars te maken. Sterk genoeg ook om nu precies het juiste luikje in m’n geheugen te openen. Denk ik.
Om beter te kunnen kijken haal ik wat gevaarlijke toeren uit. Verdomd, ik zie 't nu: het is Jezus. Dat verklaart veel. Maar niet wat al die spoken komen doen.
vrijdag 12 december 2008
donderdag 11 december 2008
Moedermeisje
je veel te dunne beentjes
je veel te dunne haar
je veel te dunne jas
je buggy met z’n veel te dunne wieltjes
niks aan jou is opgewassen tegen de wind, hier,
en de regen en de putten in de weg
niks, behalve jouw wil
om op het verkeerde moment van A naar B te raken
je zult het ons nooit vergeven, denk ik,
terwijl ik voorbij scheur in m’n veel te dikke wagen
je veel te dunne haar
je veel te dunne jas
je buggy met z’n veel te dunne wieltjes
niks aan jou is opgewassen tegen de wind, hier,
en de regen en de putten in de weg
niks, behalve jouw wil
om op het verkeerde moment van A naar B te raken
je zult het ons nooit vergeven, denk ik,
terwijl ik voorbij scheur in m’n veel te dikke wagen
zondag 7 december 2008
woensdag 3 december 2008
Een warme jas
Dan schrik ik wakker van de deurbel. Het loopt tegen vijven, zie ik. Dat beklemt. Zonder licht loop ik naar beneden en ik kijk via het spionnetje door de voordeur. Aardedonker, niks te zien. Maar ik hoor wel wat: murmelende, zachte stemmen. Ik durf niet meteen open te doen – je hoort de raarste verhalen - en sluip de woonkamer in. Ik kijk naar buiten in de donkerte. Daar ontbrandt de verlichting bij het tuinpad. Op het hekje leunt een kind - een warm gekleed meisje en ze heeft een poppetje in haar hand. Er is iets met haar, maar ik weet niet wat - en toch – een kind, dat stelt gerust. Ik ga opendoen.
Voor me staat een lange vrouw van onbestemde leeftijd. Ze draagt een zwarte, lange jas en een hoedje waar onderhoudsarm geknipt, donker, halflang haar onderuitkomt. In haar hand iets dat ze draagt alsof het een lantaarntje is, maar er komt geen licht uit. Achter haar staan een stuk of zes, zeven mensen. Drie oudere mannen, stevig ingepakt, een jongen met een mooi leren jack, een vrouw die nu haar arm om het kind heeft geslagen en één of twee anderen die ik niet goed kan onderscheiden. De lange vrouw knikt naar me. Ik weet het. Het lijkt me te laat om afscheid te nemen- en verstandig om ook maar een warme jas aan te trekken.
Voor me staat een lange vrouw van onbestemde leeftijd. Ze draagt een zwarte, lange jas en een hoedje waar onderhoudsarm geknipt, donker, halflang haar onderuitkomt. In haar hand iets dat ze draagt alsof het een lantaarntje is, maar er komt geen licht uit. Achter haar staan een stuk of zes, zeven mensen. Drie oudere mannen, stevig ingepakt, een jongen met een mooi leren jack, een vrouw die nu haar arm om het kind heeft geslagen en één of twee anderen die ik niet goed kan onderscheiden. De lange vrouw knikt naar me. Ik weet het. Het lijkt me te laat om afscheid te nemen- en verstandig om ook maar een warme jas aan te trekken.
maandag 1 december 2008
Abonneren op:
Posts (Atom)