donderdag 26 november 2009

Restwarmte

(De laatste dag van het laatste hotel-in-verval van de stad. Van de Nachtwacht mag ik nog even ronddwalen.)

Het labyrint van gangen en kamers en doorloopjes ziet er moe en verslagen uit. De deuren en de trappenhuizen, het tapijt, de plafondplaten, alles klampt zich ternauwernood vast aan de laatste spijkers en schroeven en lijmstreken die nog standhouden.

Sommige kamers zijn al steenkoud. In andere voel je de restwarmte van de vluchtelingen – op de loop voor slechte huwelijken met slechte seks, die kerel-met-de-losse-handjes, de sleur, de dwang van het leven, de politie. En de reclassering natuurlijk en ambtenaren in het algemeen en de Belastingdienst in het bijzonder.

Er is gezopen en geneukt en gehandeld en gebruikt en gebeden (alle religies welkom) en gevochten en gelachen en gelachen en gelachen. En voor de hoeren en de stiekeme stelletjes zijn er twee kamertjes, helemaal beplakt met spiegeltegeljes. In de huiskamer ruik je nog vaag gyros en chinees.

Alles is uitgepraat, in het nederlands, het pools, het grieks, het servisch, het russisch, het arabisch en het weet-ik-veel. We zijn uitgepraat. Het laatste woord komt van de rechter - en zoals het altijd gaat, zo gaat het nu ook - het wordt gesproken in het voordeel van de appartementenmafia, die de stad gelijkschakelt en plastificeert. Wel zo makkelijk, wel zo netjes.

vrijdag 20 november 2009

Fiona viert feest

De vrouw genaamd Fiona (als ik het voor het zeggen had) dwaalt die ochtend door de stad. Ze viert haar vrijgezellenfeestje met een gek hoedje voor haarzelf en voor al haar beste vriendinnen. Ze eten chocolade afgietseltjes van de Dom. Hilarisch wil het nog niet worden – het is zoeken naar dat ene moment dat het stempel van de onvergetelijkheid op de dag gaat drukken. Zo meteen gaan de kroegen open, Fiona. En dan komt het allemaal goed. Veel geluk, Fiona. Of hoe je ook mag heten.

woensdag 18 november 2009

Overwerk

4 plakken uitgedroogde chorizo tegen de hongerklop en 1 pint tegen de armoe.

Rekenen met kolen

(Ik heb nog van mijn vader ingepeperd gekregen dat rokende schoorstenen equivalent zijn voor brood op de plank. Aan rook en schoorstenen geen gebrek op de Maasvlakte, dus dáár moeten we zijn.)

Rand van Nederland. Afgezoomd met een stel windmolens, die bij naderende scheepsbemanningen de suggestie moeten wekken dat er een verstandig land in zicht is. Precies daarachter een elektriciteitscentrale. Die verstookt bij volledige belasting 180.000 kilo steenkool, meldt men niet zonder trots. Per uur, wel te verstaan. Dat maakt 30.240.000 kilo kolen per week. De centrale heeft een vermogen van 1040 megawatt. Daarmee kan grof gerekend in iets meer 600.000 huishoudens het licht aan. Dat komt dus neer op ruim 50 kilo kolen per huishouden per week. Toch wel een hele hoop. Daar zit je dan, met je spaarlampjes en je biobak. Gelukkig heb ik die Prius-folder al geheel onreglementair door het huisvuil gesnipperd. De schoorsteen moet roken, tenslotte.

zondag 15 november 2009

Oogst van 1 avond

- 1 jeugdcrimineel - maar dan ruimschoots over z’n houdbaarheidsdatum
- 1 soldaat met bindingsproblemen
- 1 landmeter met een hang naar de zee
- 1 dame die op perfecte wijze een jaren-’50-existentialiste neerzet
- 1 treurige Surinamer, die 30 jaar geleden ook al op een barkruk bij een tochtgat van een deur zat