donderdag 31 december 2009

Signalement

Er was een brutale woningoverval in ons wijkje, zomaar, rond een uur of acht ’s avonds. De bewoner wist de aanval gelukkig - en vooral behoorlijk moedig - af te slaan.

Wat verbaast is dat de overvaller nog niet is gepakt. Het gaat inmiddels om een blanke man met een lengte van 2.50 meter, een breedte van beslist meer dan 1.20 meter en een gewicht van zeker 150 kilo zuivere spiermassa. Overige kenmerken zijn een gebit van staal, ogen die vuur schieten en handen in de vorm van klauwhamers. Dus je zou zeggen…

zondag 27 december 2009

Zuiders

Vanwege zuiders familiebezoek op 2e kerstdag, is het hier op 3e kerstdag traditioneel taart-wegsmijt-dag. Dat gaat ongeveer zo: na geweeklaag over de verre reis, de abominabele chauffeurs in dit deel van de wereld en de belachelijke parkeertarieven (die hoef je op kerstdag niet te betalen, maar worden toch strijk en zet aan de meter gecontroleerd), worden de taarten op de eettafel gemonsterd. Veel, groot en rijk voorzien van room, chocola en ornamenten - zo hoort het en daar gaat het om. Taartkwantiteit als de graadmeter van onze assimilatie.

Dan moet er gegeten worden. Maar tante heeft bloeddruk –dus die moet maar een puntje - en oom heeft al van die vlekken in z’n nek en chocola zal daar niet aan helpen – en zo verder. Iedereen heeft altijd wat. De ware kunst is dan niet te luisteren naar al die medische informatie en met sussende woorden toch een megapunt van de verboden vrucht te presenteren. Bij de tweede koffie nog zo-een en vervolgens bied je om het uur weer eens aan. Want wie zegt dat je geen taart eten kunt bij een borrel, die heeft het niet begrepen. Daarna moet er royaal over zijn - zo zijn de regels der gastvrijheid nu eenmaal, daar in het zuiderse.

Stiekem ben je natuurlijk na zo-en-zoveel jaar al heel wat meer van boven- dan van onder de rivieren geworden. En dus kijk je met grote treurnis naar de taartberg die overblijft. Wat volgt is een ontbijt van taart, een lunch van taart en nog een laatste stukje bij de koffie. Pas dan is de weerzin tegen het gebak precies hoog genoeg opgelopen om de restanten zonder wroeging in de biobak te kunnen smijten, onder gemompel dat zegt dat je het volgend jaar toch echt eens anders zal aanvliegen.

donderdag 17 december 2009

Een middag in de zon

Op Zorgvliet wordt de ijskorst gebroken
Komatsu mini-graver neemt een hap

Broer van…, zoon van…, geliefde
Iemands beste vriend, zonder twijfel

Het afscheid is geregeld
In een rouwkaart met een vlekkeloos citaat

Het staat er niet met zoveel woorden
Maar er zullen tranen zijn en sterke drank

De mensen zullen laat komen
Tjonge, wat een hondenweer

De wind staat verkeerd
En dat dat wijf er is: hoe durft ze!

Vergeef ze, vergeef mij
Voor ons is er nog een morgen

Dagen om verkouden te zijn
Redenen om te vloeken, zin om te neuken

Van ons is het gat in de veengrond
Van jou het schoongesneden niets

Daarom gedenk ik je met één herinnering
Een middag in de zon

woensdag 16 december 2009

Levendig hoofd

Kenmerk van een levendig hoofd is dat de dingen die er in gebeuren een eigen leven gaan leiden en dan op een dag bij je terugkeren als deel van je geschiedenis. Zo ben ik stuurman geworden op een coaster en part-time huursoldaat en smokkelaar en heb ik een lucratief handeltje in luxe visseneitjes opgegeven om in een schijnhuwelijk te kunnen treden met een vrouw die allergisch was voor visseneitjes en daarbij haar linkerbeen miste - verder mankeerde er weinig aan. Ik heb ook een gemene hond gehad, genaamd Breston, die alleen naar mij luisterde. Die heb ik laten afmaken toen ik op een lange reis moest. Ach, met bijna alles valt te leven - en zeker met een levendig hoofd. Alleen die hond, die mis ik nog wel eens.

dinsdag 15 december 2009

Proletarisering van het heelal

(Ik vond het in eerste instantie wel een mooi gebaar dat van-de-week een planetoïde is vernoemd naar Boudewijn Buch. Nader onderzoek leert dat het in het heelal inmiddels een behoorlijk proletarische bedoening is geworden.)

Boudewijn Buch verkeert nu in gezelschap van onder andere Geertruida - zuster van de rekenaar G. Pels, Floris-Jan van der Meulen – 5000-ste bezoeker van een Leidse ruimte-expositie, Grietje Haring-Gehrels - schoonzuster van Tom Gehrels en Harry Balster, bakker en amateur-sterrenkundige én diens zuster Yvonne. Het heelal is ook niet meer wat het geweest is.

woensdag 9 december 2009

Geen troost

Reactie op ‘Being Dimitri Verhulst’:
"Zo’n gebitje. Dat heb je toch alvast."

Ik vind geen troost in lezers.

dinsdag 8 december 2009

Being Dimitri Verhulst

Het is mijn beroep en toch denk ik zelden na over het schrijven. Hoewel ik vermoedelijk de slechtste netwerker en verkoper van het westelijk halfrond ben, is het schrijven ooit mijn ticket naar zelfstandigheid geweest en heb ik er altijd goed van kunnen leven. Ik kan werkelijk niet zeggen dat het niet gewaardeerd wordt. En verder maak ik er niet veel van.

Een anoniem bestaan, dat wel, maar ik ambieer niet anders. Of misschien is het beter te zeggen: ambieerde niet anders. Want gisteren zag ik Dimitri Verhulst op televisie die, getooid in het rood-wit van Standard Luik, een geweldige Schrijver neerzette. De emotie raakte me als een hamerslag: was ik maar Dimitri Verhulst, Schrijver.

maandag 7 december 2009

Alfamannetje

Ook in megagebouwen waar duizenden de kost verdienen, kan er maar één de baas zijn. Er was een camera en er waren liefst vier toegewijden om die hele hoge meneer het juiste loopje te laten doen en de woordjes in de juiste volgorde te laten zeggen. Hij kwam een kwartiertje te laat, maar dat vergeef je zo'n man graag, al weet ik eigenlijk niet precies waarom. Hij mompelde iets dat wij dan maar opvatten als een groet. Er was verder geen tijd voor formaliteiten, zoveel was duidelijk. Aan het werk, dus maar.

Ik kan niet anders zeggen: voor de camera was hij helemaal in z'n element, daar had hij z'n toegewijden beslist niet voor nodig. Z'n gelaatsuitdrukking warmde op onder de lampen, de volzinnen rolden met gemak uit z'n mond. Vier takes stonden er in één moeite op. Nog één take te gaan, een voorgekookte, pakkende one-liner, waarmee hij al zeker duizend keer een betoogje had besloten. Hij deed 'm in de loop, precies als altijd, waarschijnlijk. Het was perfect. We konden eigenlijk wel gaan. In tien minuten uit en thuis.

"Stop, stop", zei ik. "Sorry, maar er zat volgens mij een hakkel in." Bij het volgende loopje lag het accent nét niet lekker op het woord 'samen', en bij het daaropvolgende klonk 'succes' iets te chagerijnig. Nu keek hij me voor het eerst echt aan. "Vindt u 't erg om 't nog één keer te doen?" Daar had hij geen problemen mee. Hij zette weer aan voor het loopje, maar nu vergat hij het woord 'samen'. We probeerden het nog een keer en - gewoon, omdat het kon - nog een keer, maar het kwam niet meer goed. "Maakt niet uit, gebruiken we gewoon die eerste en dan snijden we dat hikje er wel uit." Hij verdween zoals hij gekomen was: mompelend. Dat vatten we dan maar op als 'dank-je-wel'.