Ook in megagebouwen waar duizenden de kost verdienen, kan er maar één de baas zijn. Er was een camera en er waren liefst vier toegewijden om die hele hoge meneer het juiste loopje te laten doen en de woordjes in de juiste volgorde te laten zeggen. Hij kwam een kwartiertje te laat, maar dat vergeef je zo'n man graag, al weet ik eigenlijk niet precies waarom. Hij mompelde iets dat wij dan maar opvatten als een groet. Er was verder geen tijd voor formaliteiten, zoveel was duidelijk. Aan het werk, dus maar.
Ik kan niet anders zeggen: voor de camera was hij helemaal in z'n element, daar had hij z'n toegewijden beslist niet voor nodig. Z'n gelaatsuitdrukking warmde op onder de lampen, de volzinnen rolden met gemak uit z'n mond. Vier takes stonden er in één moeite op. Nog één take te gaan, een voorgekookte, pakkende one-liner, waarmee hij al zeker duizend keer een betoogje had besloten. Hij deed 'm in de loop, precies als altijd, waarschijnlijk. Het was perfect. We konden eigenlijk wel gaan. In tien minuten uit en thuis.
"Stop, stop", zei ik. "Sorry, maar er zat volgens mij een hakkel in." Bij het volgende loopje lag het accent nét niet lekker op het woord 'samen', en bij het daaropvolgende klonk 'succes' iets te chagerijnig. Nu keek hij me voor het eerst echt aan. "Vindt u 't erg om 't nog één keer te doen?" Daar had hij geen problemen mee. Hij zette weer aan voor het loopje, maar nu vergat hij het woord 'samen'. We probeerden het nog een keer en - gewoon, omdat het kon - nog een keer, maar het kwam niet meer goed. "Maakt niet uit, gebruiken we gewoon die eerste en dan snijden we dat hikje er wel uit." Hij verdween zoals hij gekomen was: mompelend. Dat vatten we dan maar op als 'dank-je-wel'.
maandag 7 december 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
hahahaargl, de ellendeling
Een reactie posten