donderdag 10 januari 2008

Zeezicht

Wij stonden tot onze knieën in een brei van modder, gebroken stenen en verrot hout. Er was ijzige motregen en het waaide. En de tijd ging onwaarschijnlijk traag en we konden maar niet vinden wat we zochten. Op nog geen drie meter afstand was een raam, dat inkijk bood in een grote kamer – een zaal meer. Aan de muur hingen schilderijen. In het midden zat een prachtige vrouw aan een bureau met een glazen blad. Haar blik ging nergens heen, ze verroerde zich totaal niet. Waardoor de gedachte postvatte dat ze misschien zelf een kunstwerk van een of andere soort was. Ik besloot het ‘Zeezicht’ te noemen.

Geen opmerkingen: