Sinds kort rook ik uit het zicht van de kinderen. Die worden sinds even kort dan ook opzichtig gestimuleerd om buiten te spelen of – bij al te hevige regen- of sneeuwval - om hun eigen kamer te herontdekken. Plots wordt ook de afgesproken bedtijd strikt in acht genomen (‘Wat zien jullie witjes!’).
Hiermee is eens te meer aangetoond dat ook de vertakking van de mensheid waar ik van afstam – al is het in kleine stapjes – niet ontkomt aan een zekere evolutie. Ik zie mijn vader zo nog zitten, ‘op het huisje’, zoals dat heette, tevreden zijn pijpje rokend en lezend in De Kempenaer. Er was een asbakje aan de muur geschroefd, waarop de pijp even kon rusten als Pa een stevige reep van de achterpagina van het nieuwsblad scheurde om daarmee zijn achterste te vegen.
De vooruitgang is drievoudig: ik poep al jaren achter gesloten deur, heb nu het roken zelfs aan het zicht onttrokken én ik lees NRC Handelsblad.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Maar wie rookt(e) en poept(e) nou het tevredenst? Papa of jij? Elke evolutie is nog geen vooruitgang.
Ha Parul! In principe is het niet verstandig te poepen en roken in wedstrijdverband. Maar een snel opgetuigde exit-poll wijst mij toch duidelijk aan als winnaar. (enne, geloof mij nou: deze evolutie is wel degelijk vooruitgang, vooral onder deze barre weersomstandigheden!! Onze wc destijds was een hoek van het fietsenhok waar een frisse wind doorheen joeg. Niks erg in de zomer, maar ohoh wat kon het daar koud zijn)
Nou!
en of!
Een reactie posten