Kom je eens in de voormalige Joegoslavische republieken Slovenië en Kroatië, dan zal het je opvallen dat de tijd daar bepaald niet heeft stilgestaan. Zastava’s en Yugo’s zijn op de vuilnisbelt van de geschiedenis geraakt en vervangen door nagelnieuwe Volkswagens en Audi’s. De norse Karpatenkoppen in de horeca waarmee uitsluitend op barse toon Servo-Kroatische klanken werden uitgestoten, zijn vervangen door vrolijke, bijna angstwekkend servicegerichte jongelui die desgewenst vloeiend Engels spreken.
Werkelijk alles is anders, met één uitzondering: de Zwembroek, die alle mannen van boven de 16 dragen. Eigenlijk moeten we speken van Zwembroeken, want ze zijn er in twee modellen. De één is een soort tanga met strakgesneden balzak. De ander heeft ook zo’n balzak, maar spant van achter precies over de billen. Dat klinkt niet erg flatteus en modieus en dat is het ook niet, want deze Zwembroek is midden jaren ’70 ontworpen én geproduceerd, als onderdeel van een geheim wapenprogramma, en wordt daarom wel – nog steeds fluisterend – de Zwembroek van Tito genoemd. Het is deze volstrekt onverwoestbare Zwembroek die het Westen een klinkende overwinning heeft opgeleverd in de Koude Oorlog.
In de wapenwedloop kwam het Warschaupact op een niet meer in te lopen achterstand te staan vanwege de beschikbaarheid in het Westen van superlicht en ijzersterk kunststof. Terwijl wij hier vuurwapens van plastic, stealthvliegtuigen van 150 kilo – inclusief piloot en benzine - en kogelwerende t-shirts met jolig opschrift van de band lieten rollen, worstelden soldaten uit Rusland, Polen of Tsjecho-Slowakije met loodzware bepakkingen en moesten ze zich behelpen met een geweer met houten handvat. Kansloos. En dat hebben we allemaal te danken aan die Zwembroek.
Het begint bij een op het oog mislukt experiment van een chemisch ingenieur in een speelgoedfabriek in Zagreb. De fabriek heeft opdracht om een Oostblok-kopie te ontwerpen van de populaire Barbie-pop en de ingenieur in kwestie is belast met het ontwikkelen van het Barbie-haar. Afijn, hij mengt een-beetje-van-dit en een-beetje-van-dat, let dan even niet op bij het bedienen van de mixer, waarop de rest van de machinerie op hol slaat en ongecontroleerd draden begint uit te spugen. Als de zaak weer tot bedaren is gebracht, probeert de ingenieur zijn misstap te verbergen door de rommel zo snel mogelijk op te ruimen. Maar hoe hij ook rukt en trekt aan de kluwen draad, er komt geen beweging in. Kniptangen, ijzerzagen en snijbranders worden aangerukt. Het is allemaal even vruchteloos.
Het duurt niet lang of het Ministerie van Defensie in Belgrado krijgt lucht van de zaak. Van de draad wordt een lapje gewoven, waarop geschoten wordt met kogels, vlammenwerpers en bazooka’s – zonder noemenswaardig effect. Dan wordt de tijd rijp geacht de zaak te presenteren aan president Tito. De oude maarschalk ziet onmiddellijk de potentie van het nieuwe materiaal, maar vertrouwt voor geen meter op de testresultaten van zijn militaire apparaat. Dat heeft hem met een pilletje om de zwaartekracht op te heffen en een machine die diamant zou kunnen maken uit slivovitsj al eerder katten in de zak verkocht. Hij verzint de ultieme test: waarom niet voor elke mannelijke inwoner in de buurt van de Joegoslavische kust een zwembroek gemaakt van het geheimzinnige weefsel? “Als die er dan na één zomerseizoen van kiezel- en keienstranden, zout water, aanvaringen met zee-egels, urinelekken en het in de regio populaire continue ballengekrab nog uitzien zoals ze uit de fabriek komen, ja, dán hebben we wat”, houdt hij z’n generaals voor. Zo gezegd, zo gedaan.
Geheel tegen de verwachting van Tito in, doorstaat de Zwembroek de test glansrijk. Hij weet de zaak nog te rekken door aan de proef nóg een zomerseizoen vast te plakken, maar de Zwembroek blijkt eenvoudigweg feilloos: kleurecht, vormvast en bestand tegen alle denkbare zuren, zouten en wrijvingskrachten. De militairen dringen nu aan op toepassing van het ijzersterke materiaal, om een doorslaggevend voordeel te halen in de wapenproductie. Maar Tito ziet de bui al hangen. Voor je het weet staan de Russen aan de deur te zeuren om het recept en zie dan maar eens “nee” te verkopen aan het socialistische broedervolk. En als hij één ding niet ziet zitten, dan is het een totale overwinning in Europa van het Warschaupact, dol als hij is op goede whisky, Mercedessen en B-films uit Amerika.
Gelukkig is Tito op zijn oude dag nog dictator genoeg om stokjes te steken voor ontwikkelingen die hem niet zinnen en voor een leuk bedrag verkoopt hij de hele technologie aan de Oostenrijkse firma Glock die er – na het nodige gepruts – het eerste volledig kunststoffen machinegeweer van weet te maken. Nou ja. De rest is geschiedenis – die ook in de republieken van het voormalige Joegoslavië behoorlijk in de vergetelheid is geraakt, omdat men er lange tijd wel wat anders aan het hoofd had.
Wat rest is de Zwembroek. Dictators gaan dood, oorlogsmisdadigers verhuizen naar Den Haag, Zastava’s roesten weg. Maar die Zwembroek, die eruit ziet alsof ie zo uit de doos komt, die maar niet van kleur wil verschieten en die weliswaar niet in het laatste-modebeeld past, maar waarmee je wel – als je wilt – zonder zorgen op de alom aanwezige zee-egels kunt gaan zitten, die erf je gewoon over – van vader op zoon, tot in de eeuwigheid.
dinsdag 26 juli 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Leuk hoor die foto's.
Een reactie posten