woensdag 24 oktober 2007
Het elftal
"We werden dus steeds voor een week met z’n twaalven de bossen in gestuurd, en die keer was er een Rus bij, wat een risico was voor ons allemaal, en dat wist die Rus ook wel, want als ze hem te pakken zouden krijgen, dan was het goed mis – maar goed – hij was een hele behoorlijke scherpschutter zeiden ze, en die kun je er in zo’n situatie wel bij hebben, al was het ook zo dat hij té bang was gepakt te worden en last had van de hitte, waardoor hij teveel dronk – we dronken trouwens allemaal teveel, maar dat kwam van de verveling – ja, je blijft je afvragen of dát hem nou fataal is geworden, toen er ‘s middags een patrouille van hun vlak langs ons af kwam schuifelen - en wij als versteend in de bosjes lagen, want het waren er echt te veel om ze aan te pakken en we hadden ook niet echt iets verloren daar - dus waarom zouden we, totdat ze ver genoeg weg waren en we weer op konden staan, behalve Louis dan, zo noemden we iedereen die een té moeilijke naam had om makkelijk uit te spreken, hij lag daar met het schuim op z’n mond en na een paar minuten stopte hij helemaal met ademen, volgens de chef had ie zelf een gifpilletje ingenomen vanwege de schrik en waren we nu een elftal zonder wissels. De chef was gek van voetbal, weet je."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten