Er was een brutale woningoverval in ons wijkje, zomaar, rond een uur of acht ’s avonds. De bewoner wist de aanval gelukkig - en vooral behoorlijk moedig - af te slaan.
Wat verbaast is dat de overvaller nog niet is gepakt. Het gaat inmiddels om een blanke man met een lengte van 2.50 meter, een breedte van beslist meer dan 1.20 meter en een gewicht van zeker 150 kilo zuivere spiermassa. Overige kenmerken zijn een gebit van staal, ogen die vuur schieten en handen in de vorm van klauwhamers. Dus je zou zeggen…
donderdag 31 december 2009
zondag 27 december 2009
Zuiders
Vanwege zuiders familiebezoek op 2e kerstdag, is het hier op 3e kerstdag traditioneel taart-wegsmijt-dag. Dat gaat ongeveer zo: na geweeklaag over de verre reis, de abominabele chauffeurs in dit deel van de wereld en de belachelijke parkeertarieven (die hoef je op kerstdag niet te betalen, maar worden toch strijk en zet aan de meter gecontroleerd), worden de taarten op de eettafel gemonsterd. Veel, groot en rijk voorzien van room, chocola en ornamenten - zo hoort het en daar gaat het om. Taartkwantiteit als de graadmeter van onze assimilatie.
Dan moet er gegeten worden. Maar tante heeft bloeddruk –dus die moet maar een puntje - en oom heeft al van die vlekken in z’n nek en chocola zal daar niet aan helpen – en zo verder. Iedereen heeft altijd wat. De ware kunst is dan niet te luisteren naar al die medische informatie en met sussende woorden toch een megapunt van de verboden vrucht te presenteren. Bij de tweede koffie nog zo-een en vervolgens bied je om het uur weer eens aan. Want wie zegt dat je geen taart eten kunt bij een borrel, die heeft het niet begrepen. Daarna moet er royaal over zijn - zo zijn de regels der gastvrijheid nu eenmaal, daar in het zuiderse.
Stiekem ben je natuurlijk na zo-en-zoveel jaar al heel wat meer van boven- dan van onder de rivieren geworden. En dus kijk je met grote treurnis naar de taartberg die overblijft. Wat volgt is een ontbijt van taart, een lunch van taart en nog een laatste stukje bij de koffie. Pas dan is de weerzin tegen het gebak precies hoog genoeg opgelopen om de restanten zonder wroeging in de biobak te kunnen smijten, onder gemompel dat zegt dat je het volgend jaar toch echt eens anders zal aanvliegen.
Dan moet er gegeten worden. Maar tante heeft bloeddruk –dus die moet maar een puntje - en oom heeft al van die vlekken in z’n nek en chocola zal daar niet aan helpen – en zo verder. Iedereen heeft altijd wat. De ware kunst is dan niet te luisteren naar al die medische informatie en met sussende woorden toch een megapunt van de verboden vrucht te presenteren. Bij de tweede koffie nog zo-een en vervolgens bied je om het uur weer eens aan. Want wie zegt dat je geen taart eten kunt bij een borrel, die heeft het niet begrepen. Daarna moet er royaal over zijn - zo zijn de regels der gastvrijheid nu eenmaal, daar in het zuiderse.
Stiekem ben je natuurlijk na zo-en-zoveel jaar al heel wat meer van boven- dan van onder de rivieren geworden. En dus kijk je met grote treurnis naar de taartberg die overblijft. Wat volgt is een ontbijt van taart, een lunch van taart en nog een laatste stukje bij de koffie. Pas dan is de weerzin tegen het gebak precies hoog genoeg opgelopen om de restanten zonder wroeging in de biobak te kunnen smijten, onder gemompel dat zegt dat je het volgend jaar toch echt eens anders zal aanvliegen.
donderdag 17 december 2009
Een middag in de zon
Op Zorgvliet wordt de ijskorst gebroken
Komatsu mini-graver neemt een hap
Broer van…, zoon van…, geliefde
Iemands beste vriend, zonder twijfel
Het afscheid is geregeld
In een rouwkaart met een vlekkeloos citaat
Het staat er niet met zoveel woorden
Maar er zullen tranen zijn en sterke drank
De mensen zullen laat komen
Tjonge, wat een hondenweer
De wind staat verkeerd
En dat dat wijf er is: hoe durft ze!
Vergeef ze, vergeef mij
Voor ons is er nog een morgen
Dagen om verkouden te zijn
Redenen om te vloeken, zin om te neuken
Van ons is het gat in de veengrond
Van jou het schoongesneden niets
Daarom gedenk ik je met één herinnering
Een middag in de zon
Komatsu mini-graver neemt een hap
Broer van…, zoon van…, geliefde
Iemands beste vriend, zonder twijfel
Het afscheid is geregeld
In een rouwkaart met een vlekkeloos citaat
Het staat er niet met zoveel woorden
Maar er zullen tranen zijn en sterke drank
De mensen zullen laat komen
Tjonge, wat een hondenweer
De wind staat verkeerd
En dat dat wijf er is: hoe durft ze!
Vergeef ze, vergeef mij
Voor ons is er nog een morgen
Dagen om verkouden te zijn
Redenen om te vloeken, zin om te neuken
Van ons is het gat in de veengrond
Van jou het schoongesneden niets
Daarom gedenk ik je met één herinnering
Een middag in de zon
woensdag 16 december 2009
Levendig hoofd
Kenmerk van een levendig hoofd is dat de dingen die er in gebeuren een eigen leven gaan leiden en dan op een dag bij je terugkeren als deel van je geschiedenis. Zo ben ik stuurman geworden op een coaster en part-time huursoldaat en smokkelaar en heb ik een lucratief handeltje in luxe visseneitjes opgegeven om in een schijnhuwelijk te kunnen treden met een vrouw die allergisch was voor visseneitjes en daarbij haar linkerbeen miste - verder mankeerde er weinig aan. Ik heb ook een gemene hond gehad, genaamd Breston, die alleen naar mij luisterde. Die heb ik laten afmaken toen ik op een lange reis moest. Ach, met bijna alles valt te leven - en zeker met een levendig hoofd. Alleen die hond, die mis ik nog wel eens.
dinsdag 15 december 2009
Proletarisering van het heelal
(Ik vond het in eerste instantie wel een mooi gebaar dat van-de-week een planetoïde is vernoemd naar Boudewijn Buch. Nader onderzoek leert dat het in het heelal inmiddels een behoorlijk proletarische bedoening is geworden.)
Boudewijn Buch verkeert nu in gezelschap van onder andere Geertruida - zuster van de rekenaar G. Pels, Floris-Jan van der Meulen – 5000-ste bezoeker van een Leidse ruimte-expositie, Grietje Haring-Gehrels - schoonzuster van Tom Gehrels en Harry Balster, bakker en amateur-sterrenkundige én diens zuster Yvonne. Het heelal is ook niet meer wat het geweest is.
Boudewijn Buch verkeert nu in gezelschap van onder andere Geertruida - zuster van de rekenaar G. Pels, Floris-Jan van der Meulen – 5000-ste bezoeker van een Leidse ruimte-expositie, Grietje Haring-Gehrels - schoonzuster van Tom Gehrels en Harry Balster, bakker en amateur-sterrenkundige én diens zuster Yvonne. Het heelal is ook niet meer wat het geweest is.
woensdag 9 december 2009
Geen troost
Reactie op ‘Being Dimitri Verhulst’:
"Zo’n gebitje. Dat heb je toch alvast."
Ik vind geen troost in lezers.
"Zo’n gebitje. Dat heb je toch alvast."
Ik vind geen troost in lezers.
dinsdag 8 december 2009
Being Dimitri Verhulst
Het is mijn beroep en toch denk ik zelden na over het schrijven. Hoewel ik vermoedelijk de slechtste netwerker en verkoper van het westelijk halfrond ben, is het schrijven ooit mijn ticket naar zelfstandigheid geweest en heb ik er altijd goed van kunnen leven. Ik kan werkelijk niet zeggen dat het niet gewaardeerd wordt. En verder maak ik er niet veel van.
Een anoniem bestaan, dat wel, maar ik ambieer niet anders. Of misschien is het beter te zeggen: ambieerde niet anders. Want gisteren zag ik Dimitri Verhulst op televisie die, getooid in het rood-wit van Standard Luik, een geweldige Schrijver neerzette. De emotie raakte me als een hamerslag: was ik maar Dimitri Verhulst, Schrijver.
Een anoniem bestaan, dat wel, maar ik ambieer niet anders. Of misschien is het beter te zeggen: ambieerde niet anders. Want gisteren zag ik Dimitri Verhulst op televisie die, getooid in het rood-wit van Standard Luik, een geweldige Schrijver neerzette. De emotie raakte me als een hamerslag: was ik maar Dimitri Verhulst, Schrijver.
maandag 7 december 2009
Alfamannetje
Ook in megagebouwen waar duizenden de kost verdienen, kan er maar één de baas zijn. Er was een camera en er waren liefst vier toegewijden om die hele hoge meneer het juiste loopje te laten doen en de woordjes in de juiste volgorde te laten zeggen. Hij kwam een kwartiertje te laat, maar dat vergeef je zo'n man graag, al weet ik eigenlijk niet precies waarom. Hij mompelde iets dat wij dan maar opvatten als een groet. Er was verder geen tijd voor formaliteiten, zoveel was duidelijk. Aan het werk, dus maar.
Ik kan niet anders zeggen: voor de camera was hij helemaal in z'n element, daar had hij z'n toegewijden beslist niet voor nodig. Z'n gelaatsuitdrukking warmde op onder de lampen, de volzinnen rolden met gemak uit z'n mond. Vier takes stonden er in één moeite op. Nog één take te gaan, een voorgekookte, pakkende one-liner, waarmee hij al zeker duizend keer een betoogje had besloten. Hij deed 'm in de loop, precies als altijd, waarschijnlijk. Het was perfect. We konden eigenlijk wel gaan. In tien minuten uit en thuis.
"Stop, stop", zei ik. "Sorry, maar er zat volgens mij een hakkel in." Bij het volgende loopje lag het accent nét niet lekker op het woord 'samen', en bij het daaropvolgende klonk 'succes' iets te chagerijnig. Nu keek hij me voor het eerst echt aan. "Vindt u 't erg om 't nog één keer te doen?" Daar had hij geen problemen mee. Hij zette weer aan voor het loopje, maar nu vergat hij het woord 'samen'. We probeerden het nog een keer en - gewoon, omdat het kon - nog een keer, maar het kwam niet meer goed. "Maakt niet uit, gebruiken we gewoon die eerste en dan snijden we dat hikje er wel uit." Hij verdween zoals hij gekomen was: mompelend. Dat vatten we dan maar op als 'dank-je-wel'.
Ik kan niet anders zeggen: voor de camera was hij helemaal in z'n element, daar had hij z'n toegewijden beslist niet voor nodig. Z'n gelaatsuitdrukking warmde op onder de lampen, de volzinnen rolden met gemak uit z'n mond. Vier takes stonden er in één moeite op. Nog één take te gaan, een voorgekookte, pakkende one-liner, waarmee hij al zeker duizend keer een betoogje had besloten. Hij deed 'm in de loop, precies als altijd, waarschijnlijk. Het was perfect. We konden eigenlijk wel gaan. In tien minuten uit en thuis.
"Stop, stop", zei ik. "Sorry, maar er zat volgens mij een hakkel in." Bij het volgende loopje lag het accent nét niet lekker op het woord 'samen', en bij het daaropvolgende klonk 'succes' iets te chagerijnig. Nu keek hij me voor het eerst echt aan. "Vindt u 't erg om 't nog één keer te doen?" Daar had hij geen problemen mee. Hij zette weer aan voor het loopje, maar nu vergat hij het woord 'samen'. We probeerden het nog een keer en - gewoon, omdat het kon - nog een keer, maar het kwam niet meer goed. "Maakt niet uit, gebruiken we gewoon die eerste en dan snijden we dat hikje er wel uit." Hij verdween zoals hij gekomen was: mompelend. Dat vatten we dan maar op als 'dank-je-wel'.
donderdag 26 november 2009
Restwarmte
(De laatste dag van het laatste hotel-in-verval van de stad. Van de Nachtwacht mag ik nog even ronddwalen.)
Het labyrint van gangen en kamers en doorloopjes ziet er moe en verslagen uit. De deuren en de trappenhuizen, het tapijt, de plafondplaten, alles klampt zich ternauwernood vast aan de laatste spijkers en schroeven en lijmstreken die nog standhouden.
Sommige kamers zijn al steenkoud. In andere voel je de restwarmte van de vluchtelingen – op de loop voor slechte huwelijken met slechte seks, die kerel-met-de-losse-handjes, de sleur, de dwang van het leven, de politie. En de reclassering natuurlijk en ambtenaren in het algemeen en de Belastingdienst in het bijzonder.
Er is gezopen en geneukt en gehandeld en gebruikt en gebeden (alle religies welkom) en gevochten en gelachen en gelachen en gelachen. En voor de hoeren en de stiekeme stelletjes zijn er twee kamertjes, helemaal beplakt met spiegeltegeljes. In de huiskamer ruik je nog vaag gyros en chinees.
Alles is uitgepraat, in het nederlands, het pools, het grieks, het servisch, het russisch, het arabisch en het weet-ik-veel. We zijn uitgepraat. Het laatste woord komt van de rechter - en zoals het altijd gaat, zo gaat het nu ook - het wordt gesproken in het voordeel van de appartementenmafia, die de stad gelijkschakelt en plastificeert. Wel zo makkelijk, wel zo netjes.
Het labyrint van gangen en kamers en doorloopjes ziet er moe en verslagen uit. De deuren en de trappenhuizen, het tapijt, de plafondplaten, alles klampt zich ternauwernood vast aan de laatste spijkers en schroeven en lijmstreken die nog standhouden.
Sommige kamers zijn al steenkoud. In andere voel je de restwarmte van de vluchtelingen – op de loop voor slechte huwelijken met slechte seks, die kerel-met-de-losse-handjes, de sleur, de dwang van het leven, de politie. En de reclassering natuurlijk en ambtenaren in het algemeen en de Belastingdienst in het bijzonder.
Er is gezopen en geneukt en gehandeld en gebruikt en gebeden (alle religies welkom) en gevochten en gelachen en gelachen en gelachen. En voor de hoeren en de stiekeme stelletjes zijn er twee kamertjes, helemaal beplakt met spiegeltegeljes. In de huiskamer ruik je nog vaag gyros en chinees.
Alles is uitgepraat, in het nederlands, het pools, het grieks, het servisch, het russisch, het arabisch en het weet-ik-veel. We zijn uitgepraat. Het laatste woord komt van de rechter - en zoals het altijd gaat, zo gaat het nu ook - het wordt gesproken in het voordeel van de appartementenmafia, die de stad gelijkschakelt en plastificeert. Wel zo makkelijk, wel zo netjes.
vrijdag 20 november 2009
Fiona viert feest
De vrouw genaamd Fiona (als ik het voor het zeggen had) dwaalt die ochtend door de stad. Ze viert haar vrijgezellenfeestje met een gek hoedje voor haarzelf en voor al haar beste vriendinnen. Ze eten chocolade afgietseltjes van de Dom. Hilarisch wil het nog niet worden – het is zoeken naar dat ene moment dat het stempel van de onvergetelijkheid op de dag gaat drukken. Zo meteen gaan de kroegen open, Fiona. En dan komt het allemaal goed. Veel geluk, Fiona. Of hoe je ook mag heten.
woensdag 18 november 2009
Rekenen met kolen
(Ik heb nog van mijn vader ingepeperd gekregen dat rokende schoorstenen equivalent zijn voor brood op de plank. Aan rook en schoorstenen geen gebrek op de Maasvlakte, dus dáár moeten we zijn.)
Rand van Nederland. Afgezoomd met een stel windmolens, die bij naderende scheepsbemanningen de suggestie moeten wekken dat er een verstandig land in zicht is. Precies daarachter een elektriciteitscentrale. Die verstookt bij volledige belasting 180.000 kilo steenkool, meldt men niet zonder trots. Per uur, wel te verstaan. Dat maakt 30.240.000 kilo kolen per week. De centrale heeft een vermogen van 1040 megawatt. Daarmee kan grof gerekend in iets meer 600.000 huishoudens het licht aan. Dat komt dus neer op ruim 50 kilo kolen per huishouden per week. Toch wel een hele hoop. Daar zit je dan, met je spaarlampjes en je biobak. Gelukkig heb ik die Prius-folder al geheel onreglementair door het huisvuil gesnipperd. De schoorsteen moet roken, tenslotte.
Rand van Nederland. Afgezoomd met een stel windmolens, die bij naderende scheepsbemanningen de suggestie moeten wekken dat er een verstandig land in zicht is. Precies daarachter een elektriciteitscentrale. Die verstookt bij volledige belasting 180.000 kilo steenkool, meldt men niet zonder trots. Per uur, wel te verstaan. Dat maakt 30.240.000 kilo kolen per week. De centrale heeft een vermogen van 1040 megawatt. Daarmee kan grof gerekend in iets meer 600.000 huishoudens het licht aan. Dat komt dus neer op ruim 50 kilo kolen per huishouden per week. Toch wel een hele hoop. Daar zit je dan, met je spaarlampjes en je biobak. Gelukkig heb ik die Prius-folder al geheel onreglementair door het huisvuil gesnipperd. De schoorsteen moet roken, tenslotte.
zondag 15 november 2009
Oogst van 1 avond
- 1 jeugdcrimineel - maar dan ruimschoots over z’n houdbaarheidsdatum
- 1 soldaat met bindingsproblemen
- 1 landmeter met een hang naar de zee
- 1 dame die op perfecte wijze een jaren-’50-existentialiste neerzet
- 1 treurige Surinamer, die 30 jaar geleden ook al op een barkruk bij een tochtgat van een deur zat
- 1 soldaat met bindingsproblemen
- 1 landmeter met een hang naar de zee
- 1 dame die op perfecte wijze een jaren-’50-existentialiste neerzet
- 1 treurige Surinamer, die 30 jaar geleden ook al op een barkruk bij een tochtgat van een deur zat
woensdag 28 oktober 2009
Het nut van vooruitdenken, zoals bewezen in Leidsche Rijn
Ik stamp m'n fiets over die lange, kaarsrechte weg en het weer is prachtig en voor me in de verte tekent zich zo’n stipje af, waarvan je wel raden kunt dat het zometeen een fietser wordt. Na verloop van tijd wordt het stipje een fietser en nog wat later wordt de fietser een vrouw met een sjaal die naar mijn smaak nogal ongemakkelijk om haar hoofd fladdert.
We zijn elkaar tot op een meter of tien genaderd als ze - niet naar mij, maar zo recht vooruit - uitroept: “shit, m’n pinpas”. Net als we elkaar passeren knijpt ze in de remmen. Na een minuutje of zo hoor ik bandengeruis achter me. “Shit”, denk ik, “een klever.” Ik hoef m’n hoofd maar een fractie naar links te bewegen om de dwarrelschaduw van die das te zien. Zo jakkeren we voort door Leidsche Rijn. Het eind is niet in zicht, er schuift een wolk voor de zon en ik had natuurlijk even moeten poepen voor vertrek.
We zijn elkaar tot op een meter of tien genaderd als ze - niet naar mij, maar zo recht vooruit - uitroept: “shit, m’n pinpas”. Net als we elkaar passeren knijpt ze in de remmen. Na een minuutje of zo hoor ik bandengeruis achter me. “Shit”, denk ik, “een klever.” Ik hoef m’n hoofd maar een fractie naar links te bewegen om de dwarrelschaduw van die das te zien. Zo jakkeren we voort door Leidsche Rijn. Het eind is niet in zicht, er schuift een wolk voor de zon en ik had natuurlijk even moeten poepen voor vertrek.
donderdag 22 oktober 2009
Voorrecht
"Je drinkt nu wel met de enige Nederlander aan wie de DSB Bank een lening heeft geweigerd."
woensdag 30 september 2009
Kip
Het motregent. Er zijn steigers en kabels en werktuigen en zo en in de verte loopt een man die hier ogenschijnlijk wel thuishoort. Ik stel mij voor dat die man met een scherpe klap zijn hoofd verliest – dat zou hier zomaar kunnen. En dat diens lichaam neerdwarrelt en direct tot stilstand komt. Ik denk: ‘dat is in elk geval al één verschil tussen kippen en mensen’.
donderdag 3 september 2009
Kunstkritiek
Sinds een dik jaar fiets ik elke morgen langs de Vecht en passeer zo de woonboten waarin Utrecht z’n hoeren huisvest. Tegen de flanken van de brug die deze drijvende variatie op sodom-en-gomorra doormidden snijdt is een kunstwerk geplakt van tegeltjes. Het beeldt in een stuk of wat groengetinte, gemozaïekte tableaus steeds setjes van twee vrouwtjesdieren uit die het – op een knusse manier - reuze gezellig met elkaar hebben. Letterlijk en figuurlijk een tamelijk vlak geheel en op zichzelf verre van aanstootgevend. Het is de titel die me in de loop van het jaar lelijk dwars is gaan zitten: ‘Sisters in Paradise’.
Eerst ga je in gedachten een stukje mee met de kunstenaar. Want, tja, een kunstwerk met een passender titel zoals ‘Losers is Hell’ krijg je vast niet verkocht bij de keten van ambtenarij die achtereenvolgens over de kunsten, de bruggen en de hoeren gaat. Dan stel je je de discussie voor tussen die kunstenaar en die ambtenaren van kunsten en bruggen en hoeren. Het geginnegap.
- “Nu effe serieus. Kunnen we dit wel maken?”
- “Joh, je moet het zien als een commentaar, als een ironisch commentaar. Misschien ook wel als een aansporing tot gedragsverandering. Want vergis je niet: die meiden krabben elkaar voor een tientje de ogen uit. Het heeft duidelijk meer kanten.”
“Haha, zoiets als ‘Arbeit Macht Frei’, bedoel je.”
Een gierende lach en dan is het tijd om een besluit te nemen.
“‘Sisters in Paradise’… Vooruit met de geit.”
Eerst ga je in gedachten een stukje mee met de kunstenaar. Want, tja, een kunstwerk met een passender titel zoals ‘Losers is Hell’ krijg je vast niet verkocht bij de keten van ambtenarij die achtereenvolgens over de kunsten, de bruggen en de hoeren gaat. Dan stel je je de discussie voor tussen die kunstenaar en die ambtenaren van kunsten en bruggen en hoeren. Het geginnegap.
- “Nu effe serieus. Kunnen we dit wel maken?”
- “Joh, je moet het zien als een commentaar, als een ironisch commentaar. Misschien ook wel als een aansporing tot gedragsverandering. Want vergis je niet: die meiden krabben elkaar voor een tientje de ogen uit. Het heeft duidelijk meer kanten.”
“Haha, zoiets als ‘Arbeit Macht Frei’, bedoel je.”
Een gierende lach en dan is het tijd om een besluit te nemen.
“‘Sisters in Paradise’… Vooruit met de geit.”
maandag 17 augustus 2009
Klein verraad
Wij hadden het laatst over Drs. P en toen dachten we nog dat ie dood was. We kampeerden ergens waar de plaatselijke bevolking ooit had besloten jakhalzen uit te zetten. Die voor Oost-Europa nogal exotische jagers waren bedoeld als ultiem wapen tegen de meer inheemse wurgslangen. Een dubbele mislukking. De wurgslangen waren nog alom aanwezig (‘Don’t worry, they are not poisonous’, sprak men troostend). En de jakhalzen voelden zich zo goed thuis dat ze zichzelf inmiddels ook tot plaag hadden ontwikkeld. Bij het vallen van de avond scharrelden ze rond ons kampementje, om het op een onzichtbaar teken op een kippenvelverwekkend, oorverdovend gejank te zetten. Voor ieders nachtrust leek het ons verstandig de nabijheid van jakhalzen (en wurgslangen, maar daar gaat het nou niet over) voor de kinderen te verzwijgen. Dat lukte aardig: de verklaring dat het nachtelijk gejank van meeuwen afkomstig was werd niet zozeer geloofd alswel aanvaard, omdat het ook voor kinderen wel duidelijk is dat heel wat waarheden het beste niet gekend worden. Een beslissing, dus – nee een soort afspraak - waar ieder z’n verantwoordelijkheid in herkende en nam.
Dat nam natuurlijk onze ouderlijke behoefte niet weg om het zo nu en dan eens te hebben over die jakhalzen. Op zoek naar bedekte termen kwamen wij op De Dodenrit van Drs. P, want jakhalzen, die lijken oppervlakkig gezien verdomd veel op wolven.
Dat had nog goed kunnen aflopen, als we er niet bij aan het drinken waren geslagen. “De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been. Ze lopen op vier poten en ze kijken heel gemeen”, wisten wij ineens weer. Twee pivo’s later hadden we het kinderstel omgedoopt in Igor en kleine Pjotr. “We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid, want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt”, zongen wij na nog een pivo. “Dus Igor, 't is wel spijtig maar jij wordt geen virtuoos. Nog tweeënvijftig werst en daar was laatst een meisje loos”, schoot ons te binnen - we waren qua pivo’s de tel kwijt.
Toen zette de ober op zwierige wijze de allerlaatste pivo op ons tafeltje en speelde mijn geliefde haar allerlaatste troef uit om mij en haarzelf onder de tafel te krijgen: “Troïka hier, troïka daar, met een Slavisch handgebaar.” Igor en de kleine Pjotr konden het allemaal niet echt waarderen en je zag de roestvlek die door het ijzeren vertrouwen in hun ouders vreet een flink stukje groeien.
En Drs. P? Die is niet dood, die heeft gisteren z’n 90ste verjaardag gevierd.
Dat nam natuurlijk onze ouderlijke behoefte niet weg om het zo nu en dan eens te hebben over die jakhalzen. Op zoek naar bedekte termen kwamen wij op De Dodenrit van Drs. P, want jakhalzen, die lijken oppervlakkig gezien verdomd veel op wolven.
Dat had nog goed kunnen aflopen, als we er niet bij aan het drinken waren geslagen. “De donkere gedaanten zijn bijzonder vlug ter been. Ze lopen op vier poten en ze kijken heel gemeen”, wisten wij ineens weer. Twee pivo’s later hadden we het kinderstel omgedoopt in Igor en kleine Pjotr. “We mogen Pjotr wel waarderen om zijn eetbaarheid, want daardoor raken wij die troep voorlopig even kwijt”, zongen wij na nog een pivo. “Dus Igor, 't is wel spijtig maar jij wordt geen virtuoos. Nog tweeënvijftig werst en daar was laatst een meisje loos”, schoot ons te binnen - we waren qua pivo’s de tel kwijt.
Toen zette de ober op zwierige wijze de allerlaatste pivo op ons tafeltje en speelde mijn geliefde haar allerlaatste troef uit om mij en haarzelf onder de tafel te krijgen: “Troïka hier, troïka daar, met een Slavisch handgebaar.” Igor en de kleine Pjotr konden het allemaal niet echt waarderen en je zag de roestvlek die door het ijzeren vertrouwen in hun ouders vreet een flink stukje groeien.
En Drs. P? Die is niet dood, die heeft gisteren z’n 90ste verjaardag gevierd.
maandag 3 augustus 2009
Croatian night watch
- Just checking if everything is calm here.
- Everything is dead calm.
- That’s what’s so depressing about this place.
- Everything is dead calm.
- That’s what’s so depressing about this place.
donderdag 2 juli 2009
Verstand
Goed. Ik geef toe. Ik ben m’n verstand verloren. Dat komt zo: ik heb het onlangs ingeruild voor een Porsche 944 met dubieuze onderhoudshistorie. Stokoud, poepbruin en van binnen bekleed met een niet bepaald origineel, vreemd ruikend hoogpolig tapijtje. Sindsdien denk ik in smeernippels, stabilisatorstangen, drukgroepen en krukas-spelings-toleranties. Ook ben ik al eens midden in de nacht wakkergeschrokken van een ingebeelde penetrante benzinedamp. Illusies, illusies.
vrijdag 5 juni 2009
Mijn liefde voor - streepjes - verklaard
“Gedachtenstreepjes zijn zeer ondoorgrondelijke leestekens, waarmee u ook heel geschikt kunt suggereren dat u, zoals het woord gedachtenstreepjes al enigszins aanduidt, enkele diepe gedachten hebt geformuleerd. De officiële spellingsleidraad zwijgt over dit leesteken geheel, terwijl particuliere taaladviseurs in hun boeken op dit punt ook opmerkelijk vage en algemene richtlijnen formuleren. Slechts weinigen zullen u dus kunnen betrappen op het onjuiste gebruik van gedachtenstreepjes.
Omdat ze de lezer dwingen tot zeer aandachtig lezen, wil hij de draad niet kwijtraken, kunt u met de gedachtenstreepjes dus heel goed de indruk van de diepe denker vestigen. En dat verdient eerbied. Let op de rijkdom aan streepjes in de volgende krantenzin.
‘Leg ik dit alles - al kost het moeite - naast mij neer, dan rest het werk van een man die - naar het heet - met het op muziek zetten van lonesco's eenakter ‘De Nieuwe Huurder’ vroeger zijn sporen heeft verdiend, maar die men - te oordelen naar deze latere vrijmoedige muzikale transpositie van een der bekendste werken van de Franse Nobelprijswinnaar - daarom nog niet het brevet ‘operacomponist’ zou willen geven.’”
Uit:
Kleine grammatica van de waanzin
A.J. Vervoorn
Nu geheel te lezen op DBNL:
http://www.dbnl.nl/tekst/verv014klei01_01/index.htm
Omdat ze de lezer dwingen tot zeer aandachtig lezen, wil hij de draad niet kwijtraken, kunt u met de gedachtenstreepjes dus heel goed de indruk van de diepe denker vestigen. En dat verdient eerbied. Let op de rijkdom aan streepjes in de volgende krantenzin.
‘Leg ik dit alles - al kost het moeite - naast mij neer, dan rest het werk van een man die - naar het heet - met het op muziek zetten van lonesco's eenakter ‘De Nieuwe Huurder’ vroeger zijn sporen heeft verdiend, maar die men - te oordelen naar deze latere vrijmoedige muzikale transpositie van een der bekendste werken van de Franse Nobelprijswinnaar - daarom nog niet het brevet ‘operacomponist’ zou willen geven.’”
Uit:
Kleine grammatica van de waanzin
A.J. Vervoorn
Nu geheel te lezen op DBNL:
http://www.dbnl.nl/tekst/verv014klei01_01/index.htm
maandag 11 mei 2009
Hospitaal Walcheren
Het is zaterdagavond laat. Op weg naar m’n bed voel ik even een stekend pijntje in de middelste teen van m’n linkervoet. Shit, een splinter, of zoiets. Ik besluit dat die best kan blijven zitten tot morgenochtend en trek het dekbed over me heen. Maar al na een minuut of wat gaat de teen kloppen. Nog wat later heb ik het idee dat m’n hele voet gloeit. En dat is geen goed nieuws, in deze contreien.
Dat zit zo: mijn angst voor ‘de provincie’ balt zich samen in Hospitaal Walcheren. Als m’n kinderen dingen doen die ik gevaarlijk vind, heb ik in Hospitaal Walcheren een effectief afschrikmiddel. “Vooral doorgaan, joh, zitten we zometeen in Hospitaal Walcheren.” Werkt altijd. Want, dat weten zij ook, in Hospitaal Walcheren eten chirurgen hun broodjes in de kantine met hun bloeddoordrenkte schortjes nog aan. Zonde om ze na één snijsessie in de prullenbak te gooien. De schoonmaak is er – bij gebrek aan een fatsoenlijk allochtoon arbeidspotentieel - in handen van de Sociale Werkplaats Vlissingen, afdeling Blinden en Slechtzienden, subsectie Gedragsgestoord. En daar moet ik dus straks, als het niet snel beter gaat, met die voet naartoe. Al heeft die splinter maar een gaatje van niks gemaakt, het blijft een open wond en een ziekenhuisbacterie wandelt zo naar binnen.
Ik kan de slaap niet vatten en het wordt zondag. Dat maakt het er niet beter op. Want op zondag werkt het christelijk medisch personeel natuurlijk niet. Artsen van buiten de provincie die nog de schijn van een reputatie hoog te houden hebben, mijden Hospitaal Walcheren als de pest. Dus de zondag is er voor types die hun medische opleiding in Wit-Rusland hebben genoten of hun diploma op e-bay hebben gekocht. Die staan dan om mijn bed te overleggen. Ze zijn er al snel uit. Die voet die moet eraf. Want zo’n infectie, daar kun je beter niet mee spotten en het zekere moet voor het onzekere genomen worden. Op maandagmorgen zullen de echte dokters hoofdschuddend de schade bekijken. Zo had het nooit mogen gebeuren, maar nu het eenmaal zover is, is er maar één beslissing mogelijk: afzagen tot boven de knie. Met een viltstift wordt losjes een zaaglijntje gezet. Ondertussen braakt de ventilator boven m’n hoofd een wolk legionella uit over mij en mijn medepatiënten. We gillen om een helicopter die ons naar Rotterdam of Gent - of Antwerpen desnoods - kan brengen, maar we zijn verzwakt en in doodsnood en niemand merkt ons op.
Tot m’n verbazing word ik aan één stuk wakker in m’n eigen bed. In het felle licht van de zon zie ik het splintertje zo zitten. Even goed knijpen en het floept eruit. Daar zijn we weer eens op het nippertje ontsnapt.
Dat zit zo: mijn angst voor ‘de provincie’ balt zich samen in Hospitaal Walcheren. Als m’n kinderen dingen doen die ik gevaarlijk vind, heb ik in Hospitaal Walcheren een effectief afschrikmiddel. “Vooral doorgaan, joh, zitten we zometeen in Hospitaal Walcheren.” Werkt altijd. Want, dat weten zij ook, in Hospitaal Walcheren eten chirurgen hun broodjes in de kantine met hun bloeddoordrenkte schortjes nog aan. Zonde om ze na één snijsessie in de prullenbak te gooien. De schoonmaak is er – bij gebrek aan een fatsoenlijk allochtoon arbeidspotentieel - in handen van de Sociale Werkplaats Vlissingen, afdeling Blinden en Slechtzienden, subsectie Gedragsgestoord. En daar moet ik dus straks, als het niet snel beter gaat, met die voet naartoe. Al heeft die splinter maar een gaatje van niks gemaakt, het blijft een open wond en een ziekenhuisbacterie wandelt zo naar binnen.
Ik kan de slaap niet vatten en het wordt zondag. Dat maakt het er niet beter op. Want op zondag werkt het christelijk medisch personeel natuurlijk niet. Artsen van buiten de provincie die nog de schijn van een reputatie hoog te houden hebben, mijden Hospitaal Walcheren als de pest. Dus de zondag is er voor types die hun medische opleiding in Wit-Rusland hebben genoten of hun diploma op e-bay hebben gekocht. Die staan dan om mijn bed te overleggen. Ze zijn er al snel uit. Die voet die moet eraf. Want zo’n infectie, daar kun je beter niet mee spotten en het zekere moet voor het onzekere genomen worden. Op maandagmorgen zullen de echte dokters hoofdschuddend de schade bekijken. Zo had het nooit mogen gebeuren, maar nu het eenmaal zover is, is er maar één beslissing mogelijk: afzagen tot boven de knie. Met een viltstift wordt losjes een zaaglijntje gezet. Ondertussen braakt de ventilator boven m’n hoofd een wolk legionella uit over mij en mijn medepatiënten. We gillen om een helicopter die ons naar Rotterdam of Gent - of Antwerpen desnoods - kan brengen, maar we zijn verzwakt en in doodsnood en niemand merkt ons op.
Tot m’n verbazing word ik aan één stuk wakker in m’n eigen bed. In het felle licht van de zon zie ik het splintertje zo zitten. Even goed knijpen en het floept eruit. Daar zijn we weer eens op het nippertje ontsnapt.
donderdag 23 april 2009
Gemeentewerken
- “Dus ik kan me niet inschrijven zonder me eerst uit te schrijven?”
- “Spreekt voor zich. Anders pleegt u bestuurlijke bigamie en dat wilt u toch niet op uw kerfstok hebben?”
- “Spreekt voor zich. Anders pleegt u bestuurlijke bigamie en dat wilt u toch niet op uw kerfstok hebben?”
maandag 20 april 2009
Van Geluk Gesproken
“Aan de andere kant mag je toch wel van geluk spreken dat ik zo’n vrolijke dronk heb”, sprak de wankelende man tot het morrende wezen onder het dekbed.
donderdag 2 april 2009
Van horen zeggen
P. was gemaakt van horen zeggen. “Wist je eigenlijk dat ie vroeger bij Unifil zat? Is ie eens ternauwernood ontsnapt uit een PLO-hinderlaag.” “Die P., hé? Die was jarenlang Van-der-Valk-ober. Kwam ie na ‘t werk in z’n morsige oberpak het café binnenstommelen. Totdat er op een dag een literair agent bij die Van der Valk kwam eten, en…” “Arme jongen. Heeft ie overgehouden aan een steek van een hele zeldzame vlieg in de outback van Australië.” En nu, nu staat ie in de krant omdat ie dood is. Maar dat had ik al van horen zeggen.
woensdag 25 maart 2009
Morgen al!
Het seizoen voor oosterscheldekreeft opent. Morgen al! En hou je niet van oosterscheldekreeft, dan is er troost om de hoek, want op 3 april is het alweer Nationale Pannenkoekendag. En iedereen lust wel een pannenkoek.
vrijdag 20 maart 2009
Aanschouwelijk onderricht in mode
“Zie je ‘t nou? Zo’n jurkje is nooit burgerlijker dan ‘t meisje dat er in zit.”
donderdag 19 maart 2009
Uitnodiging
Iemand ziet in mij een geschikte kandidaat voor toetreding tot “een verzamelplaats van gelijkgestemden, voor mensen die vooruit willen denken, èn doen.” Daar komen mensen die zich er van “bewust-ZIJN dat slechts positiviteit en vertrouwen de wereld om ons heen weer in positieve zin kan veranderen.”
Eén keer ontving ik een krankzinnigere uitnodiging: dat was toen ik werd gepolst om te spreken op een symposium over hoe we Europa kunnen behoeden voor een grieppandemie en wat te doen als die toch uitbreekt.
Eén keer ontving ik een krankzinnigere uitnodiging: dat was toen ik werd gepolst om te spreken op een symposium over hoe we Europa kunnen behoeden voor een grieppandemie en wat te doen als die toch uitbreekt.
vrijdag 13 maart 2009
Je kunt er alleen naar raden
Met een woest gezicht verlaat de graatmagere vrouw de grotematenwinkel. Ze smijt de deur dicht, zo hard dat de ramen trillen.
dinsdag 3 maart 2009
Over lijken
Vroeger was ik verslaafd aan tv-detectives. Mannix, Ironside, Baretta, Starsky & Hutch, Hill Street Blues. Waarom, dat weet ik niet meer, maar na Miami Vice ben ik in één keer cold-turkey afgekickt. Een kleine twintig jaar later (met als excuus een fase van totale verzwakking) ben ik even plotseling terug bij af. CSI, NCSI, Bones, Numbers, Law & Order - Special Victims Unit en meer – het kan niet op. Dit is veranderd: lijken van toen waren nette, schone mensen met één of meer gaatjes in hun t-shirt – het leek eigenlijk meer alsof ze sliepen. Lijken van nu worden frontaal getoond in alle fases van verrotting en met de meest ondenkbare verminkingen. Er wordt ook volop in gewroet en gezaagd. Gisteren nog twee uitgedrukte ogen van binnen gezien. “It feels like popping grapes.” Zo leer je nog eens wat.
donderdag 26 februari 2009
Dagen
Er zijn dagen dat alles kan. Met je moeder op de tribune bij FC Utrecht, juist als zich een helicopter in de Bunnik-side boort – dat gaf me een paniek! Op kroegentocht met een dode. Iemand die ongevraagd met een graafmachientje een vijver in je tuin maakt. Of dat er steeds iemand achter je loopt en dat je zeker weet dat die een plastic zak over je kop wil trekken. En dat je denkt: waarom schreeuwt dat mens toch de hele tijd door die muziek heen – en dat het maar niet ophoudt. Die dagen nu, die zijn voorbij. Pff.
dinsdag 24 februari 2009
zondag 15 februari 2009
maandag 9 februari 2009
Geen chocola
Veel is me te machtig. Zo heb ik 1001 gedachtes gehad over de liefde, de laatste tijd. Eén houdt stand: "liefde is géén chocola". Er schuilt geen groot filosoof in mij.
vrijdag 6 februari 2009
Een soort compliment (denk ik)
“Joh, zowat iedereen! Behalve jullie, natuurlijk. Maar jullie komen ook van een andere planeet.”
dinsdag 3 februari 2009
Navels staren
Februari, alweer. Ik had voornemens, vaste voornemens. Zoals focus op het werk. En een beste vader zijn (een ware kameraad van 7 tot 7). En géén drank door de week. En uitgeslapen aan de maandag beginnen. En attent zijn voor m’n vrienden: bereikbaar, open, initiatiefrijk. En schrijven ook, veel schrijven - eindelijk eens met de aandacht die dat feitelijk nodig heeft. Een man, kortom, die z’n verantwoordelijkheden kent en in balans is en in vrede leeft met z’n omgeving. Ambitieus, maar je moet de lat hoog leggen en het had er op één-of-andere manier de schijn van dat ik er aan toe was.
Het komt moeizaam op gang. Of beter: er is niks van gekomen. Een volle maand gevuld met navels staren. Niet achteloos en van een afstandje, maar expliciet en frontaal. Dat was ook leuk. Dat was héél leuk. Misschien dat ik er een gebroken boekjaar van maak. Dan is het pás februari, in plaats van alweer. Of dat ik januari aanmerk als de 13e maand van 2008. Of dat ik gewoon maar toegeef dat ik liever navels staar en dat een mens moet doen waar ie goed in is.
Het komt moeizaam op gang. Of beter: er is niks van gekomen. Een volle maand gevuld met navels staren. Niet achteloos en van een afstandje, maar expliciet en frontaal. Dat was ook leuk. Dat was héél leuk. Misschien dat ik er een gebroken boekjaar van maak. Dan is het pás februari, in plaats van alweer. Of dat ik januari aanmerk als de 13e maand van 2008. Of dat ik gewoon maar toegeef dat ik liever navels staar en dat een mens moet doen waar ie goed in is.
donderdag 29 januari 2009
dinsdag 27 januari 2009
The Male Solution
Tegen verwarring: hef-druk-trek-duw 125 keer je eigen gewicht in de lucht. Helpt natuurlijk niks. Maar het lijkt in elk geval alsof je wat gedáán hebt.
donderdag 22 januari 2009
Het is volbracht
Eat this, K3! Terug naar je eiland, kutsmurfen! Q-Music - EFCE: 0-10! Want, met afstand op nummer 1 in de autoritjes-top-3 van de zeuns: Hound Dog Taylor!! Het is volbracht. Ik kan rustig sterven.
vrijdag 16 januari 2009
RE: Wel godver...
SUBJECT: Wel godver…
Wel godver! Doe je wel even normaal alsjeblieft? We zouden open en eerlijk zijn. Over alles! Ik ga er vanuit dat je dat bent, maar dit zijn gewoon rare dingen.
RE: Wel godver...
Oh, hier word ik zo kwaad over! Hier moet jij mee ophouden, want daar kan ik slecht tegen!
RE: Wel godver...
Oh, zit het zo… Ja, logisch dan… Lieverd, ik zal het verkeerd gezien hebben. Dit is zo ontzettend 'not me'!!
RE: Wel godver...
‘Not me’?? Vind dit echt van de debiele. Kots kots kots!
RE: Wel godver...
Ben wat uit m'n evenwicht. Begrijp je daar helemaal niets van? Dat maakt t niet leuker maar misschien iets invoelbaarder.
RE: Wel godver...
Als je me niet gelooft, dan moet je dat zeggen en niet allemaal stomme dingen gaan denken. Ben ietsjes pietjes minder kwaad. Maar nog wel kwaad.
RE: Wel godver...
In elk geval is voor mij de mist nu weggetrokken en ik zie het weer helder. Klaar met die onzin, wat mij betreft.
RE: Wel godver...
Van niemand hou ik zoveel als van jou. Dat snap je toch wel? Dus dan ga ik toch niet…
RE: Wel godver...
Ja. Klaar, over, uit. Neuken?
RE: Wel godver...
Nou jaaaah, ben je gek geworden of zo?
Wel godver! Doe je wel even normaal alsjeblieft? We zouden open en eerlijk zijn. Over alles! Ik ga er vanuit dat je dat bent, maar dit zijn gewoon rare dingen.
RE: Wel godver...
Oh, hier word ik zo kwaad over! Hier moet jij mee ophouden, want daar kan ik slecht tegen!
RE: Wel godver...
Oh, zit het zo… Ja, logisch dan… Lieverd, ik zal het verkeerd gezien hebben. Dit is zo ontzettend 'not me'!!
RE: Wel godver...
‘Not me’?? Vind dit echt van de debiele. Kots kots kots!
RE: Wel godver...
Ben wat uit m'n evenwicht. Begrijp je daar helemaal niets van? Dat maakt t niet leuker maar misschien iets invoelbaarder.
RE: Wel godver...
Als je me niet gelooft, dan moet je dat zeggen en niet allemaal stomme dingen gaan denken. Ben ietsjes pietjes minder kwaad. Maar nog wel kwaad.
RE: Wel godver...
In elk geval is voor mij de mist nu weggetrokken en ik zie het weer helder. Klaar met die onzin, wat mij betreft.
RE: Wel godver...
Van niemand hou ik zoveel als van jou. Dat snap je toch wel? Dus dan ga ik toch niet…
RE: Wel godver...
Ja. Klaar, over, uit. Neuken?
RE: Wel godver...
Nou jaaaah, ben je gek geworden of zo?
maandag 12 januari 2009
Grinniken
Dat je voor je uit zit te grinniken. En dat die ander vraagt wat er is. En dat je dan ‘oh niks’ zegt. Wat die ander al zo’n beetje verwacht. Dus die vraagt niet door. Terwijl je toch allebei weet dat je nooit 'zomaar' kunt grinniken - je zit dus ook nog eens lelijk te liegen. En jij maar grinniken. Niks zo irritant als een man die grinnikt. Lijkt me.
zondag 11 januari 2009
Economie van de liefde
De liefde drukt in m’n maag als twee gevulde koeken en een reep chocola. Scheelt je zó twee maaltijden per dag.
donderdag 8 januari 2009
woensdag 7 januari 2009
Speel mee met EFCE!
Uit de handleiding:
“Onthoud dit is geen eenmalig experiment. De meer tijd u besteedt aan het opbouwen van experimenten, de uitgebreider uw kennis zal worden. U zal zich nooit vervelen, integendeel, u zal de volgende jaren druk bezig zijn met het ontdekken van nieuwe en opwindende experimenten.
Geniet van een lekkere elektrificerende ervaring!!!”
Wie raadt welk apparaat hier wordt uitgelegd, die mag er eens mee spelen.
“Onthoud dit is geen eenmalig experiment. De meer tijd u besteedt aan het opbouwen van experimenten, de uitgebreider uw kennis zal worden. U zal zich nooit vervelen, integendeel, u zal de volgende jaren druk bezig zijn met het ontdekken van nieuwe en opwindende experimenten.
Geniet van een lekkere elektrificerende ervaring!!!”
Wie raadt welk apparaat hier wordt uitgelegd, die mag er eens mee spelen.
dinsdag 6 januari 2009
Een soort cypres
Dat er een boompje uit je borst groeit – een soort cypres – en dat je het wel uit zou willen schreeuwen. Maar dat iedereen er een beetje omheen staat en je aankijkt met zo’n achteloze blik van: ‘tja, dát krijg je d’r nou van’.
maandag 5 januari 2009
Daar begint het gedonder
Amper het jaar in zijn er al woorden en flarden die dreigen iets te gaan beduiden. Chicklit-plotje jaagt vooralsnog de meeste schrik aan.
zaterdag 3 januari 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)