Weetje: er schijnen nog 25>30 mensen in leven te zijn die vloeiend Volapük spreken - een taal die de wereld voor nogal wat onheil had moeten behoeden, maar daar kwam natuurlijk weer niks van. Ze bidden het Onze Vader zo:
O Fat obas, kel binol in süls, paisaludomöz nem ola!
Kömomöd monargän ola!
Jenomöz vil olik, äs in sül, i su tal!
Bodi obsik vädeliki govolös obes adelo!
E pardolös obes debis obsik,
äs id obs aipardobs debeles obas.
E no obis nindukolös in tendadi;
sod aidalivolös obis de bas.
Jenosöd!
maandag 29 december 2008
zondag 28 december 2008
donderdag 25 december 2008
Een paard als ezel
Het is bedoeld om er juist eens van weg te zijn. Maar het bordje ‘Levende Kerststal’ biedt teveel verleiding. Een stevige opstopping, cryptische aanwijzingen van randstad-bos-verkeersregelaars - leidend naar een niet bestaand parkeerplaatsje. Om dan met alle mensen die je gisteren – voor het laatste boodschapje - ook al in de stad zag, te staren naar twee van kou bevangen stakkers als jozef en maria, een paard als ezel en drie schapen als schaap. God laat ons heidenen weer eens alle hoeken van de kamer zien.
woensdag 24 december 2008
Schrijven in soep
dinsdag 23 december 2008
Veel voor weinig: Wapen je tegen uitvreters
Ongewenste mee-eters. Een ware plaag, zeker in deze tijd van het jaar. Jaag ze vanaf nu eenvoudig op de vlucht met EFCE’s gepatenteerde wapenarsenaal tegen uitvreters! Nodigt een onverlaat zichzelf uit? Reageer enthousiast, stel uw beeldmenu samen, geef fantasienamen aan al dat heerlijks en mail het geheel bij wijze van voorpret. Succes (vrijwel) verzekerd.
zondag 21 december 2008
Droom in duigen
vrijdag 19 december 2008
Paradijs
Noemt iets zich 'paradijs', denk dan precies het omgekeerde. Ik kan het weten, want ik er ben zojuist levend, maar niet geheel ongeschonden, uit één teruggekeerd. Dresscode: géén schoenen. Ik hield me kranig, tot ik naar de WC moest en de zeik van m'n voorgangers in m'n sokken voelde trekken.
woensdag 17 december 2008
Maledicta bestaat!
Eigenlijk heb ik altijd gedacht dat het - in bepaalde niches van de maatschappij – veel besproken tijdschrift Maledicta té mooi was om waar te zijn. Dat er alleen een cover en inhoudsopgave op het internet werden gezet en dat je er de rest maar bij moest dromen. Niet waar! Niet waar, weet ik nu! Want ik heb # 13 zélf in m’n handen gehad.
Artikelen met titels als
- How Bulgarians relieve their soul
- Some Terms for Women at an Australian Military Academy
- Romani Insults en
- Vocabulary from a West-Indian Men’s room
zijn dus écht geschreven én gepubliceerd!
Er is altijd een sprankje hoop voor de mensheid.
Artikelen met titels als
- How Bulgarians relieve their soul
- Some Terms for Women at an Australian Military Academy
- Romani Insults en
- Vocabulary from a West-Indian Men’s room
zijn dus écht geschreven én gepubliceerd!
Er is altijd een sprankje hoop voor de mensheid.
Straatpraat - Modern Times
“Weet je, sinds ik m’n zak scheer…hoe, dat kan ik niet uitleggen…maar hij doét ‘t gewoon beter.”
maandag 15 december 2008
Sterk beeld
Er komt een vrachtwagen uit de richting van Antwerpen met op z’n flank een airbrushtekening van Bobby Sands in klassieke martelaarspose. Bobby Sands. Die zich doodgehongerd heeft om een kwestie die niemand zich nu nog herinnert.
Bobby Sands was een behoorlijk onaangenaam mens, daar waren zelfs zijn volgelingen het over eens. En ik meen me te herinneren dat ik er ook z’n moeder wel eens over heb gehoord: “Geen makkelijke jongen”, of zoiets.
Maar die beeltenis. Die beeltenis was sterk. Sterk genoeg om van mensen moordenaars te maken. Sterk genoeg ook om nu precies het juiste luikje in m’n geheugen te openen. Denk ik.
Om beter te kunnen kijken haal ik wat gevaarlijke toeren uit. Verdomd, ik zie 't nu: het is Jezus. Dat verklaart veel. Maar niet wat al die spoken komen doen.
Bobby Sands was een behoorlijk onaangenaam mens, daar waren zelfs zijn volgelingen het over eens. En ik meen me te herinneren dat ik er ook z’n moeder wel eens over heb gehoord: “Geen makkelijke jongen”, of zoiets.
Maar die beeltenis. Die beeltenis was sterk. Sterk genoeg om van mensen moordenaars te maken. Sterk genoeg ook om nu precies het juiste luikje in m’n geheugen te openen. Denk ik.
Om beter te kunnen kijken haal ik wat gevaarlijke toeren uit. Verdomd, ik zie 't nu: het is Jezus. Dat verklaart veel. Maar niet wat al die spoken komen doen.
vrijdag 12 december 2008
donderdag 11 december 2008
Moedermeisje
je veel te dunne beentjes
je veel te dunne haar
je veel te dunne jas
je buggy met z’n veel te dunne wieltjes
niks aan jou is opgewassen tegen de wind, hier,
en de regen en de putten in de weg
niks, behalve jouw wil
om op het verkeerde moment van A naar B te raken
je zult het ons nooit vergeven, denk ik,
terwijl ik voorbij scheur in m’n veel te dikke wagen
je veel te dunne haar
je veel te dunne jas
je buggy met z’n veel te dunne wieltjes
niks aan jou is opgewassen tegen de wind, hier,
en de regen en de putten in de weg
niks, behalve jouw wil
om op het verkeerde moment van A naar B te raken
je zult het ons nooit vergeven, denk ik,
terwijl ik voorbij scheur in m’n veel te dikke wagen
zondag 7 december 2008
woensdag 3 december 2008
Een warme jas
Dan schrik ik wakker van de deurbel. Het loopt tegen vijven, zie ik. Dat beklemt. Zonder licht loop ik naar beneden en ik kijk via het spionnetje door de voordeur. Aardedonker, niks te zien. Maar ik hoor wel wat: murmelende, zachte stemmen. Ik durf niet meteen open te doen – je hoort de raarste verhalen - en sluip de woonkamer in. Ik kijk naar buiten in de donkerte. Daar ontbrandt de verlichting bij het tuinpad. Op het hekje leunt een kind - een warm gekleed meisje en ze heeft een poppetje in haar hand. Er is iets met haar, maar ik weet niet wat - en toch – een kind, dat stelt gerust. Ik ga opendoen.
Voor me staat een lange vrouw van onbestemde leeftijd. Ze draagt een zwarte, lange jas en een hoedje waar onderhoudsarm geknipt, donker, halflang haar onderuitkomt. In haar hand iets dat ze draagt alsof het een lantaarntje is, maar er komt geen licht uit. Achter haar staan een stuk of zes, zeven mensen. Drie oudere mannen, stevig ingepakt, een jongen met een mooi leren jack, een vrouw die nu haar arm om het kind heeft geslagen en één of twee anderen die ik niet goed kan onderscheiden. De lange vrouw knikt naar me. Ik weet het. Het lijkt me te laat om afscheid te nemen- en verstandig om ook maar een warme jas aan te trekken.
Voor me staat een lange vrouw van onbestemde leeftijd. Ze draagt een zwarte, lange jas en een hoedje waar onderhoudsarm geknipt, donker, halflang haar onderuitkomt. In haar hand iets dat ze draagt alsof het een lantaarntje is, maar er komt geen licht uit. Achter haar staan een stuk of zes, zeven mensen. Drie oudere mannen, stevig ingepakt, een jongen met een mooi leren jack, een vrouw die nu haar arm om het kind heeft geslagen en één of twee anderen die ik niet goed kan onderscheiden. De lange vrouw knikt naar me. Ik weet het. Het lijkt me te laat om afscheid te nemen- en verstandig om ook maar een warme jas aan te trekken.
maandag 1 december 2008
zondag 30 november 2008
Peter Pan
“Pierre Casserole, natuurlijk. Wist je dat niet?” Ze zegt het zó stellig, dat ik het zeker 10 seconden geloof.
donderdag 27 november 2008
Bevordering sociale mobiliteit
Op het schoolplein
- "Me opa heb kanker."
- "Nee, je opa heeft kanker."
- "Me opa heb kanker."
- "Nee, je opa heeft kanker."
Bewegende delen
Nu ze allemaal zeer doen weet ik dit: ongelofelijk, de hoeveelheid bewegende delen in één menselijk lichaam.
(ja k., ik weet 't en je hebt natuurlijk gelijk: ik heb inderdaad nog nooit een kind gebaard - dus waar hebben we het nu helemaal over?)
(ja k., ik weet 't en je hebt natuurlijk gelijk: ik heb inderdaad nog nooit een kind gebaard - dus waar hebben we het nu helemaal over?)
maandag 24 november 2008
Een profetie over Christian Klar
Iemand van toen, die hield luidkeels vol dat hij Jezus van Nazareth was. En dat Christian Klar zijn beste gereedschap was, waarmee hij de mensheid eens wat zou tuchtigen en bovenal bevrijden van het kwaad. Van dat laatste – het waren werkelijk andere tijden - schrokken de mensen van toen veel meer dan van het eerste, waarop een stevig dieet van medicamenten en dwangmaatregelen volgde. Dat hielp - in zoverre dat hij eerst steeds zachter- en daarna helemaal niet meer sprak. Wel stopte hij steeds netjes opgevouwen, volgekriebelde Rizla-Rood-vloeitjes in m’n jaszak: “Christian Klar buigt niet en zal vrijgelaten worden. Het is voorbestemd.” En in januari, zo-en-zoveel jaar later, is het dan zo ver. “Ja natürlich, er hätte heucheln können, das ist ja die leichteste Übung”, schrijft een onverdacht tijdschrift.
zondag 23 november 2008
Een kunstje met een ei
Bij het ontbijt doet de logé ook nog een kunstje met een ei. En nog een keer. En nog een keer. Intussen doe ik m’n uiterste best niet van de krant op te kijken. Daarom doet ie ’t nog een keer. Nu speciaal voor mij. Ik moet gewoon dichter bij ’t station gaan wonen.
woensdag 19 november 2008
Begin-zin
“Ik had heus wel eens eerder een dode gezien, maar nooit eentje waar niemand naar omkeek.”
Waardencatalogus
"...mag ik al nergens meer roken, gaan ze me ook nog vertellen hoe ik daarbij moet kijken."
maandag 17 november 2008
Voorbeeldig stadsgedicht
Stadsgedicht door Joke van Leeuwen (Antwerpen)
Bij ons zal het wel weer iets groot-geks worden - ('zeg maar: een stukje utrecht-promotie') - dat iets lelijks aan het oog moet onttrekken, gesponsord door die projectontwikkelaars, die nou juist eens met hun poten van onze stad moeten afblijven.
(Naschrift: Ach man, doe toch niet zo zuur.)
Bij ons zal het wel weer iets groot-geks worden - ('zeg maar: een stukje utrecht-promotie') - dat iets lelijks aan het oog moet onttrekken, gesponsord door die projectontwikkelaars, die nou juist eens met hun poten van onze stad moeten afblijven.
(Naschrift: Ach man, doe toch niet zo zuur.)
Dagtochtje
woensdag 12 november 2008
Volkenkunde voor beginners
Het begint eenvoudig. Muis is bang voor de kat, slak voor de vogel en zo verder. We zitten al aardig in het verhaal als we egel treffen. Egel? Die is bang voor zigeuners. Dat is vanwege het zigeunerrecept: wikkel de egel in een pak van klei en gooi het geheel in een smeulend vuurtje. Breekt de klei? Dan is de egel gaar. Eet smakelijk. Het verhaal gaat verder en gelukkig: nobody gets hurt. Eerbiedige stilte, blikken vol afgrijzen. “Pappa…wat zijn zigeuners?”
maandag 10 november 2008
Fucking Efteling
In de lift stapt een vrouw die Petra heet (want dat staat op haar badge). Ze draagt een smetteloos kantoorwerkpakje. Sterke vrouw ook: haar loodgieterstas - maar dan voor dossiers en aktes en projectenspullen – trekt stevig aan haar rechterhand. Toch zet ze ‘m niet neer. Ik moet heel hoog, zij ééntje lager – en daar gaan we. Boven ons is gerommel en geknars te horen. De lift schokt en schommelt, houdt steeds een beetje in en maakt dan weer vaart. Gaande de rit wordt Petra’s hoofd rood. Ik denk: van schrik. Maar dan trapt ze met de punt van haar schoen zo hard ze kan tegen de wand van de lift, pakt de noodtelefoon en schreeuwt in de hoorn: "Het lijkt hier de fucking Efteling wel!” Dan gaat de deur open en ze loopt weg. “Fijne dag”, zegt ze nog. Want dat is gewoonte, hier.
donderdag 6 november 2008
De hond van Theo
Begrijp me niet verkeerd. Ook ik voel ‘het moment’ van de verkiezing van Obama wel zo ongeveer. Mijn chagrijn gaat over onze journalisten. Jankende, op de knieën zijgende, broekzeikende bewonderaars van Het Fenoneem. Geen dirt-digging, geen fact finding, geen verslaggeving, nee, één voor één komen ze hun geloofsbelijdenis doen. Op de televisie en in de krant. Het enige wat nog ontbreekt zijn communiepakjes. Dat alles is nogal strijdig met de codes van het beroep – dat weet ik, want ik heb er voor doorgeleerd - maar geheel in lijn met de natte dromen van zenderbazen en uitgevers.
Hoe het ander kan, bewijst de berichtgeving van de volkskrant, deze week, over de hond van Theo. Denk je alles over iets te weten, is er toch altijd nog een onderbelicht elementje. Zoals de hond van Theo, waarover beweerd zou zijn dat die een godslasterlijke naam had. De volkskrantman bewijst middels noeste arbeid dat er een hond was (voor mij was dat nieuws), dat die door een sterrenensemble uit wandelen werd genomen en dat die niet Allah heette. Kijk, dát is nou ‘Yes-We-Can’-journalistiek.
Iedereen die er toe doet is ondervraagd: ‘Ik ben witheet’, zegt Rainer Hensel, de man die voor de films van Van Gogh de muziek componeerde. ‘De hond van Van Gogh heette Igor’, aldus Hensel. ‘Ik kan het weten, want ik heb hem heel vaak uitgelaten. Hans Teeuwen deed dat ook.’ Filmproducent Gijs van de Westelaken bevestigt: ‘Die hond heette Igor. Ik heb Igor ook vaak uitgelaten.’ En omdat netjes hoor-en-wederhoor is toegepast, komen we ook nog te weten dat eigenlijk niemand ooit heeft beweerd dat Theo’s hond Allah heette.
Het bericht haalde pagina 3 van de volkskrant (nog altijd een zichtpagina), maar dat was maar slechts vanwege Het Fenoneen. Anders was dit vast en zeker explosief voorpaginanieuws geweest.
Ergens ben ik de hond van Theo en Het Fenomeen wel dankbaar. Ze kwamen precies langs toen mijn knieën even knikten voor weer zo'n uitgever.
Hoe het ander kan, bewijst de berichtgeving van de volkskrant, deze week, over de hond van Theo. Denk je alles over iets te weten, is er toch altijd nog een onderbelicht elementje. Zoals de hond van Theo, waarover beweerd zou zijn dat die een godslasterlijke naam had. De volkskrantman bewijst middels noeste arbeid dat er een hond was (voor mij was dat nieuws), dat die door een sterrenensemble uit wandelen werd genomen en dat die niet Allah heette. Kijk, dát is nou ‘Yes-We-Can’-journalistiek.
Iedereen die er toe doet is ondervraagd: ‘Ik ben witheet’, zegt Rainer Hensel, de man die voor de films van Van Gogh de muziek componeerde. ‘De hond van Van Gogh heette Igor’, aldus Hensel. ‘Ik kan het weten, want ik heb hem heel vaak uitgelaten. Hans Teeuwen deed dat ook.’ Filmproducent Gijs van de Westelaken bevestigt: ‘Die hond heette Igor. Ik heb Igor ook vaak uitgelaten.’ En omdat netjes hoor-en-wederhoor is toegepast, komen we ook nog te weten dat eigenlijk niemand ooit heeft beweerd dat Theo’s hond Allah heette.
Het bericht haalde pagina 3 van de volkskrant (nog altijd een zichtpagina), maar dat was maar slechts vanwege Het Fenoneen. Anders was dit vast en zeker explosief voorpaginanieuws geweest.
Ergens ben ik de hond van Theo en Het Fenomeen wel dankbaar. Ze kwamen precies langs toen mijn knieën even knikten voor weer zo'n uitgever.
zondag 2 november 2008
De Schuiftrompet
Om het niet mooier voor te stellen dan het is, sla ik zomaar een bladzijde open en schrijf de eerste regels op:
“Bertus, die evenals Tamme katholiek is, vertelde, dat hij hem zondag in de kerk heeft zien huilen van aandoening onder de preek.
Vanmiddag heeft Tamme tomaten gegeten. Dat is beter te bewijzen: de resten zitten op z’n das.”
Zo begint bladzijde 20 van ‘De Schuiftrompet – verzameld proza’ van C.C.S. Crone.
“Bertus, die evenals Tamme katholiek is, vertelde, dat hij hem zondag in de kerk heeft zien huilen van aandoening onder de preek.
Vanmiddag heeft Tamme tomaten gegeten. Dat is beter te bewijzen: de resten zitten op z’n das.”
Zo begint bladzijde 20 van ‘De Schuiftrompet – verzameld proza’ van C.C.S. Crone.
Dankbaarheid & Respect in 3 Eenvoudige Stappen
Geintje: “Oh, kijk nou! Je hebt het internet kapot gemaakt! Nou, dát zullen de mensen leuk vinden...” Jongetje in tranen – hoe nu verder? Je speelt een diepe zucht en zet het vastberaden gezicht op van die man die de wereld redden ging. “Nou, dan zal pappa het maar weer eens proberen te maken, hé?”
vrijdag 31 oktober 2008
donderdag 30 oktober 2008
Conclusies
laissez faire, laissez passer. zelfportret in vier woorden. cliché. Ik weet het. maar géén maniertje. mag je best eens jaloers op zijn. totdat zich een echte conclusie opdringt. handelen onontkoombaar wordt. want dan – ja dan - krijg ik verschrikkelijke hoofdpijn. vijf paracetamollen per jaar kost mij dat. dat weet ik precies omdat ik jaarlijks één nieuw doosje koop. in november. vandaar.
woensdag 29 oktober 2008
dinsdag 28 oktober 2008
Binnenkomertje
De tijdelijke versterking is amper twee uur binnen en heeft al kans gezien een bak yoghurt, een banaan én een gevulde koek naar binnen te werken. Met de mond vol wijst hij op de gevaren van het roken (toch al niet zo’n lolletje in regen en ijzige wind). Een man van mijn leeftijd, vindt ie, zou toch eigenlijk... Maar goed, je wil eens vriendelijk zijn – vormelijk is het betere woord – dus je vraagt of er nog wensen zijn voor de lunch. Jazeker: een gerookte makreel, dat zou ‘m wel smaken, en een aspirientje graag.
maandag 27 oktober 2008
Klassiek
“Bel je me nog eens?”, vraagt het meisje. De jongen kijkt over haar schouder en stippelt z’n vluchtroute uit. “Misschien”, zegt ie. “Misschien, maar ik denk ’t niet.” Uit het meisje komt één zo’n klassieke snik. Maar ze houdt zich goed.
Ontregeld door de juf
Onderwijs in rep en roer, want wat te doen met het extraatje? “Ze willen natuurlijk niet dat scholen straks geld uitgeven aan mooie vrouwen”, zegt de krant. Hé…wat? Oh nee, kijk nou! “…mooie gebouwen”, staat er. Gewoon, “mooie gebouwen”. Helemaal mee eens - natuurlijk - géén geld voor mooie gebouwen. Het zou me ook wat worden - zeg - als de bonden zich nou ook al…
Leermoment op een roltrap
“…een gemiddelde volwassene poept in 250 dagen vrijwel precies één keer z’n eigen lichaamsgewicht, dat is gewoon een feit. Bij kinderen gaat dat ééns zo snel en bij bejaarden ééns zo langzaam. En als je dat weet dan kun je dus op de achterkant van een bierviltje best…”
vrijdag 24 oktober 2008
Jarig
- EFCE, gewetensvraagje. U doet hier nu alweer een vol jaar uw ding. Heeft u daar nog iets nuttigs van opgestoken?
- Welzeker! Schrijft u maar op: Wat vandaag niet komt, komt morgen ook niet.
- Tsjee...
- Ja, ik kon het eerst ook moeilijk geloven.
- Welzeker! Schrijft u maar op: Wat vandaag niet komt, komt morgen ook niet.
- Tsjee...
- Ja, ik kon het eerst ook moeilijk geloven.
donderdag 23 oktober 2008
Puberen
Dat zal vast een hele straf geweest zijn, maar van-de-week zag ik mezelf ineens als 15, 16 jarige op dat bed liggen met die synthetische sprei en met een kopje thee en een blowtje en ‘Die Sendung mit der Maus’. “Héhé…héhéhé…héhé”. Ja, zo klonk dat ongeveer.
woensdag 22 oktober 2008
Coffeeshops
Oudegracht, 9.35 uur. In de ene zitten de muismeisjes al driftig met Airbook en latte te werken aan hun nakende burnout. Voor de andere groeperen zich de eerste medelanders bij een gesloten deur. Morrend. ‘Open: 9.30 uur’. Het staat er toch duidelijk. Het personeel heeft zich vast verslapen. Zij niet. Geen tijd te verliezen.
maandag 20 oktober 2008
Het gemak van postorder
“…dus die overleeft het niet. Kom ik daar de volgende dag. Iedereen in shock, dat begrijp je, z’n vrouw, z’n kinderen, en allemaal mensen die ik niet zo ken. Z’n moeder zit er ook. Arm mens, het is ook tegen de natuur, als je kind éérst gaat. Je weet gewoon niet wat je zeggen moet. Dus ik geef iedereen maar koffie, maak de asbakken leeg, doe open als er gebeld wordt en zo. Staat er op een gegeven moment een koerier aan de deur, met een doosje. Voor hem. ‘Veel plezier ermee’, zegt ie, met van die pretoogjes. En ik denk nog bij mezelf: daar moeten ze later maar eens naar kijken. Maar z’n vrouw ziet me met dat doosje, pakt het af en loopt ermee de kamer in, terwijl ze het openprutst. Staat ze daar ineens tussen al die mensen met zo’n lelijke, paarse buttplug in d’r hand. Je ziet ‘r eerst kijken van: ‘hé, wat krijgen we nou?’ En dan natuurlijk huilen, hé? Verschrikkelijk, met van die lange uithalen… En ik moet zeggen: dat had ik ook nooit achter hem gezocht…”
zaterdag 18 oktober 2008
donderdag 16 oktober 2008
Verloren voorwerp (2): handig weetje
"Sleutels, kleding, brillen en paraplu's worden heel vaak verloren en gevonden."
Verloren voorwerp
"Beschrijf het voorwerp zo goed mogelijk zodat de gemeente het kan herkennen op het moment dat het voorwerp is gevonden." Lief hé?
woensdag 15 oktober 2008
donderdag 9 oktober 2008
Overdaad schaadt
Ik weet in de stad een paar hele mooie losse-klinker-plassen. Dat is nog geen kleinigheid, want ze zijn er wel, maar je ziet ze niet. Als je er met het juiste, stevige tempo overheen rijdt, dan jaagt zo’n losse-klinker-plas een lichte trilling door je fiets en het klinkt alsof er een rij dominostenen omvalt. Voor een echt lekkere losse-klinker-plas fiets ik wel eens om. Het beste resultaat wordt bereikt met niet al te hard opgepompte damesfietsenbanden. Twee prachtige losse-klinker-plassen vind je bijvoorbeeld in de Lange Elisatbethstraat – één op de hoek bij de Bakkerstraat en één ter hoogte van een winkel die Tango heet. De Troelstralaan is onlangs omgevormd tot een losse-klinker-zee. Maar dat blijkt bij nader inzien teveel van het goede.
Moeder weet raad
Het werd een nogal lastig gesprek en als er nu nog woorden zouden vallen, dan moesten het wel harde woorden zijn. Maar met één handige draai van moeders waren we eruit: "Weet je wat? Ik heb nog drie soepkippen over. Als jullie die nou eens meenemen?"
dinsdag 7 oktober 2008
Armageddon
"Crisis compleet, vertrouwen verdampt", kopt de krant. Kan waar zijn, toch had ik me Armageddon nét iets anders voorgesteld.
maandag 6 oktober 2008
zondag 5 oktober 2008
Stadsdichter
Nu is er sprake van dat Utrecht een stadsdichter aanstelt. Een geweldige job, lijkt me, die richting geeft aan bijna alles. Doelloos een beetje door de stad fietsen of in het café hangen? Neehee, de stadsdichter is aan het werk! Bovendien denk ik dat de stadsdichter een direct lijntje krijgt met brandweer en politie, om – als ooggetuige - heldendaden te bezingen of doden te betreuren. En dat lijkt mij wel wat. Ik zou dat ook goed kunnen, denk ik, want ik heb een behoorlijk sterke maag, zodat ik het allemaal van dichtbij zou kunnen bekijken en beschik toch ook over voldoende gevoel voor drama om het eea aanschouwelijk te maken. Komt nog bij dat ik mijn stadsdichterlijke klassiekers ken, waarvan ik - met Bob Dylan, dus ik ben in goed gezelschap - The Baltimore Fire of 1904 één van de mooiste vind:
"Fire, fire," I heard the cry,
from every breeze that passes by;
All the world was one sad cry of pity.
Strong men in anguish prayed,
and calling loud to heaven for aid,
While the fire in ruin was layin'
fair Baltimore, the beautiful city.
Maar het zal wel weer Ingmar Heytze worden.
"Fire, fire," I heard the cry,
from every breeze that passes by;
All the world was one sad cry of pity.
Strong men in anguish prayed,
and calling loud to heaven for aid,
While the fire in ruin was layin'
fair Baltimore, the beautiful city.
Maar het zal wel weer Ingmar Heytze worden.
donderdag 2 oktober 2008
Huisarts schiet te hulp
"Omdat u té gezond bent om goed ziek te worden, wordt u ook nooit echt beter."
woensdag 1 oktober 2008
De laatste Dag
Op de eerste Dag kon je 'm al zien aankomen. Daar stond me een legertje van
multimedia-, marketing- en fullfillmentconsultants en consumer-generated-content-goeroes en data-miners en business- en IT-architects en méér, nog veel meer. Alleen journalisten en advertentieverkopers waren nog even in geen velden of wegen te bekennen. Die zouden ook alleen maar in de weg lopen bij het bouwen aan een sluitende Business Case.
multimedia-, marketing- en fullfillmentconsultants en consumer-generated-content-goeroes en data-miners en business- en IT-architects en méér, nog veel meer. Alleen journalisten en advertentieverkopers waren nog even in geen velden of wegen te bekennen. Die zouden ook alleen maar in de weg lopen bij het bouwen aan een sluitende Business Case.
dinsdag 30 september 2008
Simon Carmiggelt
Dat was een prachtig stuk van Martin Bril, gisteren in De Volkskrant. Het ging – wat cru in m’n eigen woorden samengevat – over zijn naderende dood. Of toch over de angst daarvoor. Eigenlijk was het niet echt prachtig. Meer ontroerend. Je voelde hoe de familie zich tijdens een wandelingetje of zo gewaar werd van de onoverbrugbare afstand tussen het lijdend voorwerp en de anderen. Nee, niet alleen de anderen - ál het andere. Misschien was het zo niet bedoeld, maar je leest wat je lezen wil. Op één of andere manier moest ik vanwege het stukje steeds aan de zo goed als vergeten Simon Carmiggelt denken - en nu hoop ik maar dat Martin Bril dat niet ook doet.
vrijdag 26 september 2008
Feeders en drinkers
Natuurlijk lees ik in principe nooit in blaadjes die maar zijn bedoeld om stapels advertenties netjes in te binden. Maar dit verhaal uit de Linda gaat toch met me op de loop: ergens in ons maatschappelijk midden lopen ‘feeders’ rond. Die vetmesten hun geliefde uitbundig. Chocomel met slagroom, moules frites, witte boterhammen gedoopt in spekvet, magnums classic. Eigenlijk zou ik wel eens bij zo een feeder willen eten. Eén keertje dan, hé? Maar ik ken er geen, ik ken alleen maar 'drinkers', voor wie een bakje gemengde nootjes al een vrijwel volwaardig alternatief voor een maaltijd vormt.
dinsdag 23 september 2008
Filmster
Het ging zo: ik reed op het trottoir tegenover de tent van het filmfestival, had nogal haast, lette niet op, heb haar niet zien aankomen. En toen ben ik over haar tenen gefietst. "Au, sukkel, kijk effe uit", snauwde ze me toe, ze keek erg kwaad, maakte heftige, theatrale gebaren en zette zelfs nog even - halfslachtig - de achtervolging in. Ik ben bang dat ik een filmster heb aangereden.
maandag 22 september 2008
Maandagman
Omdat er maar niks gebeuren wil waar je verstand vat op krijgt – en je nog iemand bellen moet die Sandy heet - zit je de rest van de dag opgescheept met dat liedje (‘Sa-ha-ndy, bé-hé-by’) en John Travolta in een leren broek.
zondag 21 september 2008
Gloeiende kater
T was ‘t eten. Ja, dat was 't. Dat eten, daar was wat mee. En als er al niks mee was, dan was 't toch te weinig. Ook niet erg voedzaam, hé? Dan krijg je dat. Wordt ‘t nou al donker?
zaterdag 20 september 2008
Engel
Gisterochtend - even na negenen - werd ik op de Vismarkt aangesproken door een engel. Ik schrok erg, wees zijn toenadering resoluut af (zoals je dat doet als je niet in Lourdes of Scherpenheuvel woont – en dus nergens op verdacht bent), maar zag ook meteen dat hij me dat niet kwalijk nam. Geloof het of niet, het maakt mij niet uit: zo ging het.
vrijdag 19 september 2008
Laxeermiddel
Het ministerie van economische zaken heeft een meneer ingehuurd om – ik citeer – "iets te doen aan Holland Branding".
Die meneer vindt in Adformatie het volgende:
"Netherlands connecting global ambitions, moet het motto zijn. Met de Orange Contest dagen wij creatieven over de hele wereld uit, van gamedeveloppers tot reclamegoeroes, om retegave creatieve en innovatieve concepten te bedenken om het merk Nederland wereldwijd te communiceren. Dat idee kan van Rem Koolhaas afkomstig zijn of een onbekende ontwerper op zijn zolderkamer, dat kan het inpakken van de IJffeltoren zijn (Ja! Het staat er echt – EFCE) tot het woord ‘Holland’ projecteren op de maan. Als het maar impact heeft en om het grote denken gaat."
De Adformatie lees ik uitsluitend op de WC. Dat wordt een nogal stuitende gewoonte gevonden, maar de laxerende werking is onovertroffen, dus ik volhardt.
Die meneer vindt in Adformatie het volgende:
"Netherlands connecting global ambitions, moet het motto zijn. Met de Orange Contest dagen wij creatieven over de hele wereld uit, van gamedeveloppers tot reclamegoeroes, om retegave creatieve en innovatieve concepten te bedenken om het merk Nederland wereldwijd te communiceren. Dat idee kan van Rem Koolhaas afkomstig zijn of een onbekende ontwerper op zijn zolderkamer, dat kan het inpakken van de IJffeltoren zijn (Ja! Het staat er echt – EFCE) tot het woord ‘Holland’ projecteren op de maan. Als het maar impact heeft en om het grote denken gaat."
De Adformatie lees ik uitsluitend op de WC. Dat wordt een nogal stuitende gewoonte gevonden, maar de laxerende werking is onovertroffen, dus ik volhardt.
Mail uit Brussel
Geen klachten over de efficiency, moderniteit en klantvriendelijkheid van het Belgisch militair archief. Opa’s gehele dossier aangaande ‘14-’18 wordt per kerende mail als PDF toegezonden.
Toch begint de tijdreis al in het begeleidend schrijven: "In antwoord op uw e-mail vindt u in bijlage de documenten terug uit het dossier van Van X, Fransiscus Antonius, bij ons gekend als Van X, Francois Antoine".
Toch begint de tijdreis al in het begeleidend schrijven: "In antwoord op uw e-mail vindt u in bijlage de documenten terug uit het dossier van Van X, Fransiscus Antonius, bij ons gekend als Van X, Francois Antoine".
De verdwaalde SAP-consultant
Goed. Laatst vond ik dus een verdwaalde SAP-consultant. Dat verzin ik niet, want zoiets verzin je niet. En hij zei het zelf: "Ik ben SAP-consultant en ik ben verdwaald." Waarop een nogal uitwaaierend verhaal volgde over de kosten van het levensonderhoud in zijn standplaats Boedapest, een tweede – dit keer Russische - vrouw, een poes die kwijt was en weer gevonden en de diefstal van een motorfiets die uiteindelijk ook weer terecht was gekomen. Inmiddels was ik behoorlijk op m’n hoede.
Onnodig, bleek, want in één moeite breide hij alles weer netjes en logisch aan elkaar. In de zijtas van de motor zat het papier waarop stond waar hij precies zijn moest. Maar de motor was om begrijpelijke redenen - te weten de duurte te Boedapest en zie dan maar eens rond te komen zonder in criminaliteit te vervallen – gestolen. Nu was de motor weer terecht en het papier ook, maar wel in Boedapest, bij de vrouw - die nu dus de enige was die precies wist van de hoed en de rand.
Allemaal toeval, trouwens, want de vrouw was tegen de planning in thuis gebleven bij de poes, omdat ze (die poes dus) nogal overstuur was vanwege dat ze kwijt was geweest. Hij had haar heus wel gebeld en zij had het papier voorgelezen. Maar helaas had hij er vanwege haar zware accent totaal niets van kunnen verstaan en uit voorkomendheid had hij haar niet durven vragen het papier nog eens een vijfde keer op te lezen.
En zo kwam het dus dat hij hier verdwaald zat te zijn. Hij had verder niets van me nodig en leek niet geheel ontevreden met de situatie.
Onnodig, bleek, want in één moeite breide hij alles weer netjes en logisch aan elkaar. In de zijtas van de motor zat het papier waarop stond waar hij precies zijn moest. Maar de motor was om begrijpelijke redenen - te weten de duurte te Boedapest en zie dan maar eens rond te komen zonder in criminaliteit te vervallen – gestolen. Nu was de motor weer terecht en het papier ook, maar wel in Boedapest, bij de vrouw - die nu dus de enige was die precies wist van de hoed en de rand.
Allemaal toeval, trouwens, want de vrouw was tegen de planning in thuis gebleven bij de poes, omdat ze (die poes dus) nogal overstuur was vanwege dat ze kwijt was geweest. Hij had haar heus wel gebeld en zij had het papier voorgelezen. Maar helaas had hij er vanwege haar zware accent totaal niets van kunnen verstaan en uit voorkomendheid had hij haar niet durven vragen het papier nog eens een vijfde keer op te lezen.
En zo kwam het dus dat hij hier verdwaald zat te zijn. Hij had verder niets van me nodig en leek niet geheel ontevreden met de situatie.
donderdag 18 september 2008
Opgedonderd
Eén jaar en een kleine 300 stukjes verder ben ik de draad kwijt. Er zijn verhalen genoeg, dat is het niet. ‘De verdwaalde SAP-consultant’, ‘Duizenden Duistere Dieren’, ‘Wreed’, ‘Naar Suriname’, ‘ Een winkel in de stad’ - en zo meer. Verhalen die nu nog alleen titel zijn maar die ik met liefde en plezier aan mezelf wil vertellen. Maar dan niet met dat wikken en wegen. Die miezerige twijfel. Weg ermee. Opgedonderd.
woensdag 10 september 2008
Dat wil je niet weten
Was ik maar niet via de Oudegracht gefietst. Want nu ken ik een man waarvan ik weet dat ie geregeld met een denkbeeldig scherpschuttersgeweer dood en verderf zaait, een terugkerende droom heeft over een vent die een kip neukt en zeker weet dat ie op een dag blind is.
donderdag 4 september 2008
Ook een soort schrijver
Die Jean-Marie Berckmans, dus, die schrijft daar (in mijn hoofd, toch) de sterren van de hemel. Zelf ben ik ook een soort schrijver. Een broodschrijver, om precies te zijn. Voor 100 euro per geklokt uur (exclusief btw, alle bijkomende kosten en halve uren worden als hele in rekening gebracht) mag u het zeggen en hou ik m’n mond, als het ware.
Hotver!!
Hotver!!
Binnendoor naar Beverlo
Het eerste wat ik lees over Jean-Marie Berckmans is dat ie nu dood is.
Het eerste wat ik lees van Jean-Marie Berckmans is ‘Binnendoor naar Beverlo’:
http://tinyurl.com/5papm7
Hotver!
Het eerste wat ik lees van Jean-Marie Berckmans is ‘Binnendoor naar Beverlo’:
http://tinyurl.com/5papm7
Hotver!
dinsdag 2 september 2008
Te bescheiden
Die veel te bescheiden vrouw kreeg natuurlijk wat haar toekwam: een grauw van de hond, een klap van de man en een trap van het kind.
maandag 1 september 2008
Opgelucht
Mijn gebit. Daar hadden we het over. Twee rijtjes errors & omissions in nogal bonte kleurstelling. Daar is natuurlijk best nog wat aan te doen. Maar alles heeft z’n prijs. Tienduizend – minstens, dachten we zo. Ik keek er wat moeilijk bij, denkend aan lange dagen vol bloed en pijn en gruwelijke geluidjes. "Je ziet het goed", vond ze, m'n gezicht lezend. "Waardeloze investering. Zul je altijd zien - dat je kanker krijgt als ’t net klaar is." Zo had ik het nog niet bekeken, maar ik onderschreef het graag.
woensdag 27 augustus 2008
De chemie van een goed humeur
Ik kon me er wel in vinden en er is ook veel voor te zeggen: het leven geschetst als een steeds smaller, donkerder en kouder wordende tunnel, bevolkt met figuranten die zomaar kunnen opduiken om je zonder duidelijke aanleiding met één welgemikt schot uit je lijden te verlossen – wat wel mooi zou uitkomen, want je bent daar zelf ondanks alles toch te schijterig voor.
Zo zaten we daar wat te somberen over het eindeloos beschikbare ondersteunend bewijs voor het één-en-ander, totdat we via een nu onnavolgbare weg bij seks uitkwamen. Alles weg. In één ogenblik verdampt. Vergeten. Ander onderwerp. Ben ik al bruin? Zullen we biefstuk eten? Morgen koop ik nieuwe schoenen. Banaal misschien, maar tegen de chemie van een goed humeur verlies je het altijd.
Zo zaten we daar wat te somberen over het eindeloos beschikbare ondersteunend bewijs voor het één-en-ander, totdat we via een nu onnavolgbare weg bij seks uitkwamen. Alles weg. In één ogenblik verdampt. Vergeten. Ander onderwerp. Ben ik al bruin? Zullen we biefstuk eten? Morgen koop ik nieuwe schoenen. Banaal misschien, maar tegen de chemie van een goed humeur verlies je het altijd.
woensdag 20 augustus 2008
Mijn jaren '80
En toen wás ik een keer uitgenodigd door Wijnand Duyvendak om mee op dievenpad te gaan, heb ik me verdorie verslapen.
maandag 18 augustus 2008
Middenstander in zee
Een lelijke wind uit het noordwesten had gisteravond het strand allang leeggeblazen, toen ik op het rampzalige idee kwam eens te gaan zwemmen. Zo gebeurde het dat ik samen met een middenstander in een aflandige stroming geraakte, waartegen elk verzet eigenlijk nutteloos was. We waren verder moederziel alleen en redding was niet te verwachten. Terwijl we zo ieder voor ons leven vochten, verspilde de middenstander z’n adem met verhalen over hoe hij bestolen werd door z’n eigen personeel, over bedrieglijke bankbreuk, over hoe huurders van een bepaald slag de waarde van onroerend goed ongunstig beïnvloeden en nog zo wat zaken die je leert in het handelsverkeer, maar waar mij het fijne van ontging. Misschien kwam dat ook omdat onze kansen nogal ongelijk waren en ik me daar zorgen over maakte. Hij moest echt zwemmen en ik had een bodyboard waarop ik me drijvende kon houden. Wat me bezighield was hoe lang het zou duren voordat hij met het voorstel zou komen het te delen. En hoe lang het daarna nog zou duren voordat hij tot het onontkoombare besluit zou komen dat maar één van ons het zou kunnen redden met dat schamele beetje drijvend vermogen. Totdat de stroming ons wonderlijkerwijs de andere kant op duwde, terug naar het strand. We spoelden aan en terwijl we rillend van de kou terugliepen naar ons punt van vertrek bedankte hij me voor het fijne gesprek.
Sterfhuis
Het gaat altijd sneller dan je denkt. Ineens is dat huis een sterfhuis en daar ligt ie dan. Niks meer te kiezen, door verzorgers omzoomd met stompzinnige prullen die je straks kunt wegsmijten omdat de stank van pijnstillers en bederf er niet meer af te wassen is. Ik zou nog wel wat willen zeggen - je voelt je ertoe verplicht, eigenlijk – maar er schiet me niets te binnen. Dan zie ik daar een oude krant en ik lees de volledige einduitslag voor van de Tour de France: "Eén: Jan Ullrich; twee: Richard Virenque; drie: Marco Pantani: vier: Abraham Olano; vijf: Fernando Escartin…" En zo verder. Mijn monotone voorleesstem lijkt een kalmerende werking te hebben op de stervende, maar ’t kan ook wel zijn dat ik me dat verbeeld. Buiten schijnt de zon en er staat een aangenaam windje.
maandag 11 augustus 2008
donderdag 24 juli 2008
woensdag 16 juli 2008
Nachtwinkel
In mijn winkelwagen ligt iets van groente en er staan meen ik ook een paar glazen potten met Bockworst en ik ben bezig er blikken bier bij te zetten – als een man naast me opduikt en hard met z’n wijsvinger in m’n zij prikt. Z’n vinger glijdt zo door m’n huid naar binnen en ik voel m’n ingewanden aangeraakt worden. "Daar zou u direct iets aan moeten laten doen", zegt de man. "Getver", denk ik, "hij heeft gelijk."
vrijdag 11 juli 2008
EFCE's Breaking Shownieuws
- Kort bericht van persbureau Novum -
Madonna verliefd op zichzelf
Madonna is verliefd op zichzelf. Dat zegt haar broer in zijn boek ‘Life With My Sister Madonna’.
- einde bericht -
Madonna verliefd op zichzelf
Madonna is verliefd op zichzelf. Dat zegt haar broer in zijn boek ‘Life With My Sister Madonna’.
Blootshoofds en stilzwijgend
Hoe je een dik boek nu eigenlijk te lijf moet, heb ik geleerd van Lambiek en Sidonia uit Suske en Wiske, die je normaal weinig anders ziet lezen dan de gazet en die dan plots op zo’n boek stuiten (De drie musketiers) en – schouder-aan-schouder - aan het lezen slaan en niet meer stoppen kunnen en daardoor de aardappelen laten overkoken en overal overheen struikelen enzo, en die de laatste bladzij uitlezen met een pan op hun kop en een bezemsteel in de hand. Als het boek wordt dichtgeklapt, is dat niet het einde maar dan slaken ze een strijdkreet en zijn ze juist pas goed begonnen, zoals je begrijpen zult.
Ik lees een dik boek. Met zo’n 600 dichtbedrukte bladzijden en hele kleine letters en zonder plaatjes mag je het wel een dik boek noemen, vind ik. Het is ook weer niet een té dik boek, want ’t is allemaal heel boeiend, dus ik lees er op geëigende tijden elke avond wat in en op een dag zal het uit zijn en zal ik het in de kast zetten. Blootshoofds, met lege handen en stilzwijgend. Saaie man!
Ik lees een dik boek. Met zo’n 600 dichtbedrukte bladzijden en hele kleine letters en zonder plaatjes mag je het wel een dik boek noemen, vind ik. Het is ook weer niet een té dik boek, want ’t is allemaal heel boeiend, dus ik lees er op geëigende tijden elke avond wat in en op een dag zal het uit zijn en zal ik het in de kast zetten. Blootshoofds, met lege handen en stilzwijgend. Saaie man!
zaterdag 5 juli 2008
Ondeelbaar
Oh, lieve strijdmakker – we zijn bloed en as en zoveel dingen waar je niet meer – nee nooit – over praten moet. Laat me niet los. Als we nou maar ondeelbaar zijn – dan kan jij weer en dan ben ik nog.
vrijdag 4 juli 2008
Onbekwaam
Door het raam komt de basistoon van de stad binnen – die tussen 3 en 4 op z’n dunst is, maar nooit onherkenbaar wordt. Ter onderbreking worden korte, onaangename scènes gespeeld, die geen enkel ander doel lijken te hebben dan mijn totale onbekwaamheid voor wat dan ook aan te tonen - bijvoorbeeld één waarin ik hulpeloos goochel met vier loodzware Volvo-wielen. Het decor is steeds weer spuuglelijk en wat hebben ze in godsnaam met het licht gedaan?
donderdag 3 juli 2008
Visie
Ineens kon ik een verschil benoemen, een positief verschil: ik zág véél scherper – in de zin van => wáárnemen => doorzien => samenvatten => oordelen.
Je begrijpt, dan wil je ook alles zien wat er te zien valt. Dus ik richtte de trefzekere nieuwe blik op de naaste omgeving en oordeelde er op los: bedrieger, lastpak, nietsnut, zwerver-in-de-dop, leugenaar, kruimeldief, compulsief overspelige - en zo verder.
Na verloop van tijd merkte ik toch op dat de oordelen generieker van aard werden, in de trant van: klootzak, sukkel, stom wijf, etter, lul. De nieuw verworven gave had nog iets teveel weg van eenvoudig chagrijn om écht van nut te kunnen zijn.
Ik schrokte gauw een bospeen en zes droge kaakjes naar binnen en spoelde alles weg met een halve fles spa, waarna ik me al wat beter voelde, maar niet véél beter.
Je begrijpt, dan wil je ook alles zien wat er te zien valt. Dus ik richtte de trefzekere nieuwe blik op de naaste omgeving en oordeelde er op los: bedrieger, lastpak, nietsnut, zwerver-in-de-dop, leugenaar, kruimeldief, compulsief overspelige - en zo verder.
Na verloop van tijd merkte ik toch op dat de oordelen generieker van aard werden, in de trant van: klootzak, sukkel, stom wijf, etter, lul. De nieuw verworven gave had nog iets teveel weg van eenvoudig chagrijn om écht van nut te kunnen zijn.
Ik schrokte gauw een bospeen en zes droge kaakjes naar binnen en spoelde alles weg met een halve fles spa, waarna ik me al wat beter voelde, maar niet véél beter.
woensdag 2 juli 2008
Wegtrekker
Al met al viel het niet tegen. Eén zuivere wegtrekker en verder de hele dag de rare sensatie dat al je tanden plots los in je mond lijken te zitten.
maandag 30 juni 2008
Dag nul
Sterft, gij oude vormen en gedachten!
Slaafgeboornen, ontwaakt, ontwaakt!
Volgens mij is er de afgelopen dertig jaar geen foto van mij gemaakt zonder sigaret. Want zie je, ik rook nogal. Iemand heeft daar zelfs eens een best wel ontroerend gedicht over gemaakt – dat vond ik een hele eer en toch ben ik het kwijtgeraakt.
Sommige mensen hebben het maar gemakkelijk. Neem mijn vader. Veertig jaar lang genoeglijk pijpjes gerookt. Van de ene op de andere dag gestopt: na een herseninfarct helemaal vergeten dat hij de dag tevoren nog rookte of wat een pijp was en jammer genoeg ook waar mes-en-vork en het alfabet voor dienden en nog zo wat van die praktische dingen.
Nu wacht ik al zeker tien jaar op de doorbraak van een veelbelovende verslavingstherapie uit Israël. Je wordt drie weken in coma gehouden, waarna je als een nieuw en sterk verbeterd type mens wakker wordt. Geen centje pijn – wéér zo’n belofte uit die hoek die nooit uitkomen zal.
Het is dag nul van mijn mini-Genesis en de Schepper heeft het knap benauwd, nu het aftellen is begonnen.
Dag nul laat er dan ook geen gras over groeien en strooit kwistig met ongunstige voortekenen. Zo was ik vannacht op de roltrap die gaat van het busstation naar het treinstation. Het was druk en warm en ik werd opgehouden. De laatste trein kon elk moment vertrekken. Ik begon om me heen te slaan en zag een nette vrouw met een geruit koffertje achterover vallen. Ze sleurde alles en iedereen mee. Het geraas van die bussen, dat was oorverdovend. En. Het. Raakte. Me. Allemaal. Niet.
Slaafgeboornen, ontwaakt, ontwaakt!
Volgens mij is er de afgelopen dertig jaar geen foto van mij gemaakt zonder sigaret. Want zie je, ik rook nogal. Iemand heeft daar zelfs eens een best wel ontroerend gedicht over gemaakt – dat vond ik een hele eer en toch ben ik het kwijtgeraakt.
Sommige mensen hebben het maar gemakkelijk. Neem mijn vader. Veertig jaar lang genoeglijk pijpjes gerookt. Van de ene op de andere dag gestopt: na een herseninfarct helemaal vergeten dat hij de dag tevoren nog rookte of wat een pijp was en jammer genoeg ook waar mes-en-vork en het alfabet voor dienden en nog zo wat van die praktische dingen.
Nu wacht ik al zeker tien jaar op de doorbraak van een veelbelovende verslavingstherapie uit Israël. Je wordt drie weken in coma gehouden, waarna je als een nieuw en sterk verbeterd type mens wakker wordt. Geen centje pijn – wéér zo’n belofte uit die hoek die nooit uitkomen zal.
Het is dag nul van mijn mini-Genesis en de Schepper heeft het knap benauwd, nu het aftellen is begonnen.
Dag nul laat er dan ook geen gras over groeien en strooit kwistig met ongunstige voortekenen. Zo was ik vannacht op de roltrap die gaat van het busstation naar het treinstation. Het was druk en warm en ik werd opgehouden. De laatste trein kon elk moment vertrekken. Ik begon om me heen te slaan en zag een nette vrouw met een geruit koffertje achterover vallen. Ze sleurde alles en iedereen mee. Het geraas van die bussen, dat was oorverdovend. En. Het. Raakte. Me. Allemaal. Niet.
maandag 23 juni 2008
Suppletie
In de verte zie je een werkboot die blubber verzamelt- en onder hoge druk in een roestig maar nog solide ogend buizenwerk perst. Suppletie. Het zal dáár wel een rotlawaai zijn, maar hier aan wal geeft het juist een geruststellend, bijna liefelijk geluid. Zachtschurend schieten tonnen zand langs je heen, naar een bestemming buiten je blikveld.
Zo nu en dan wordt de monotonie onderbroken. Al van verre hoor je dat er iets komt. Iets dat holderdebolder meegevoerd wordt met de stroom. Een steen, denk je. Of een groot, ongelukkig schaaldier. Of die mobiele telefoon of die sleutelbos. Je bent hier al zoveel verloren. Je tante Leun, bijvoorbeeld, die iets verderop is uitgestrooid. Niet ondenkbaar dat ze nu wordt opgepompt, zo meteen langs komt suizen en strand wordt. En weer wegspoelt. En weer strand wordt. En zo verder.
Zo nu en dan wordt de monotonie onderbroken. Al van verre hoor je dat er iets komt. Iets dat holderdebolder meegevoerd wordt met de stroom. Een steen, denk je. Of een groot, ongelukkig schaaldier. Of die mobiele telefoon of die sleutelbos. Je bent hier al zoveel verloren. Je tante Leun, bijvoorbeeld, die iets verderop is uitgestrooid. Niet ondenkbaar dat ze nu wordt opgepompt, zo meteen langs komt suizen en strand wordt. En weer wegspoelt. En weer strand wordt. En zo verder.
donderdag 19 juni 2008
maandag 16 juni 2008
Wolkbreuk
Het was een bui zoals in Taxidriver: duister, dreigend, luidruchtig. Maar dan in Geldermalsen. Roestige treinstellen en twee aan elkaar vastgeklonken fietsen. Het had allemaal geen kwaad in de zin en liet zich dan ook niet wegspoelen.
vrijdag 13 juni 2008
Niets is wat het lijkt
Een man – die een gangster speelt – geeft een vrouw – die een kerstboom doet – een drankje - dat een tropisch eiland verbeeldt. De man grijnst, de vrouw kirt, het drankje licht op in het donker.
Blindganger
Dat je dat dinges daar ziet en tot drie telt en doet wat moet en dat je tegen beter weten in (positie, positie!) toch blijft kijken en een zwak-gele potloodstreep getrokken ziet worden (het is niet meer in jouw handen) en dat die streep dan eindigt in een punt en dat het dinges dan natuurlijk weg is en dat je het wel zou weten als je drie wensen mocht doen en dat dan ineens de zon opkomt en er alvast één is vervuld.
woensdag 11 juni 2008
Bouwdoos voor luilakken
Fundamenten gelegd
Werkprocessen uitgetekend
Sleutelposities ingevuld
Lastige discussie - maar constructief
Onzekerheden opgeruimd
Afgebakend en dus helder
Met de ogen van de klant
Langs nieuwe lijnen
Samen aan de slag
Klaar.
Werkprocessen uitgetekend
Sleutelposities ingevuld
Lastige discussie - maar constructief
Onzekerheden opgeruimd
Afgebakend en dus helder
Met de ogen van de klant
Langs nieuwe lijnen
Samen aan de slag
Klaar.
maandag 9 juni 2008
donderdag 5 juni 2008
Vluchtelingen
het was zo’n dag als deze, maar dan lang geleden,
dat iets voorbij die ouwe troep van bloed en tranen
en onverzekerbare schades,
dus precies aan de rand van die onmetelijke vlakte
van gewoonte en verveling,
net toen het doorschemerde
dat dit het misschien wel zijn moest,
een vervelende God
- die evenwicht eist en middelmaat en suffe rituelen –
zich eens lelijk vergiste door ons te laten ontsnappen.
vluchtelingen in de liefde.
tot vandaag. en verder. en verder. altijd verder.
dat iets voorbij die ouwe troep van bloed en tranen
en onverzekerbare schades,
dus precies aan de rand van die onmetelijke vlakte
van gewoonte en verveling,
net toen het doorschemerde
dat dit het misschien wel zijn moest,
een vervelende God
- die evenwicht eist en middelmaat en suffe rituelen –
zich eens lelijk vergiste door ons te laten ontsnappen.
vluchtelingen in de liefde.
tot vandaag. en verder. en verder. altijd verder.
woensdag 4 juni 2008
Hoe dat gaan kan
Nu was ik werkelijk razend op die vent. Meters over mijn toch ruim getrokken grenzen gegaan. En dat heb ik hem laten weten ook. Dacht ik. Belt ie op. Luchtig, vrolijk zelfs, zich van geen kwaad bewust, eigenlijk. En of ik z’n koelkast nog hebben wil. Met vrieskastje en zgan – want hij is netjes op z’n spullen - en voor niks. Tja, dat lijkt me wel wat, zo’n koelkast.
maandag 2 juni 2008
Nagekomen bericht: Hole in the ground
Er kwam nog een vage herinnering op, die in werkelijkheid zo bleek te gaan:
THE HOLE IN THE GROUND
by Bernard Cribbins
There I was, a-digging this hole
A hole in the ground, so big and sort of round it was
There was I, digging it deep
It was flat at at the bottom and the sides were steep
When along, comes this bloke in a bowler which he lifted and scratched his head
Well we looked down the hole, poor demented soul and he said
Do you mind if I make a suggestion?
Don't dig there, dig it elsewhere
You're digging it round and it ought to be square
The shape of it's wrong, it's much much too long
And you can't put a hole where a hole don't belong
I ask, what a liberty eh
Nearly bashed him right in the bowler
Well there was I, stood in me hole
Shovelling earth for all I was worth
There was him, standing up there
So grand and official with his nose in the air
So I gave him a look sort of sideways and I leaned on my shovel and sighed
Well I lit me a fag and having took a drag I replied
I just couldn't bear, to dig it elsewhere
I'm digging it round 'cos I don't want it square
And if you disagree it don't bother me
That's the place where the hole's gonna be
Well there we were, discussing this hole
A hole in the ground so big and sort of round
Well it's not there now, the ground's all flat
And beneath it is the bloke in the bowler hat.
And that's that!
Non sequitur
Op een comfortabele afstand kijk ik naar een man die een gat graaft. Hij heeft het tempo er goed in en al na korte tijd zie ik eigenlijk alleen z’n nek en schouders nog en –met een ijzeren ritme – steeds een flits van de schep en zijn armen. Dan stopt het scheppen en de man kijkt over de rand van z’n kuil om zich heen. Hij ziet me, hij wenkt en ik loop naar hem toe. Ik kijk naar de man en het gat. Het gat is diep en vrij smal. Hij is wat dikkig en hij zweet behoorlijk. Z’n bijna kale kruin is precies ter hoogte van m’n voeten. Hij vraagt:
- "Wil je me even helpen om er uit te komen?"
Ik zoek een stukje grond waar ik voldoende houvast meen te hebben om hem omhoog te hijsen en ondertussen denk ik: ik zou het gat gemakkelijk kunnen dichtgooien. Met jou erin. Je zou eerst verbaasd zijn, dan misschien willen schreeuwen, maar het zand zou je stem al gauw verstikken. En weg. Gaat er dan iemand naar je op zoek? En zal iemand je hier ooit vinden?
De man kijkt me nu aan met ogen die tot spleetjes zijn samengeknepen (er zit zand in z’n wimpers) en zegt met zachte stem:
- "Non sequitur."
- "Hé, wat?"
- "Non sequitur, dat volgt er niet uit."
Zie je, ik spreek geen Latijn, overdag.
- "Wil je me even helpen om er uit te komen?"
Ik zoek een stukje grond waar ik voldoende houvast meen te hebben om hem omhoog te hijsen en ondertussen denk ik: ik zou het gat gemakkelijk kunnen dichtgooien. Met jou erin. Je zou eerst verbaasd zijn, dan misschien willen schreeuwen, maar het zand zou je stem al gauw verstikken. En weg. Gaat er dan iemand naar je op zoek? En zal iemand je hier ooit vinden?
De man kijkt me nu aan met ogen die tot spleetjes zijn samengeknepen (er zit zand in z’n wimpers) en zegt met zachte stem:
- "Non sequitur."
- "Hé, wat?"
- "Non sequitur, dat volgt er niet uit."
Zie je, ik spreek geen Latijn, overdag.
woensdag 28 mei 2008
dinsdag 27 mei 2008
McGonagall
Dit is William Topaz McGonagall (1825-1902). Algemeen beschouwd als allerslechtste dichter ooit. Ook door zichzelf, maar zijn roeping was sterker: "The most startling incident in my life was the time I discovered myself to be a poet, which was in the year 1877." Volgens een BBC enquête is hij momenteel in het Engelse taalgebied de op één na beroemdste Schotse dichter. Een bundel met 35 schandalig slechte gedichten leverde laatst op een veiling 8.300 euro op.
Tja, dan kun je zeggen: het gaat nergens over, maar straf is het wel.
maandag 26 mei 2008
De beleefde arrestant
Om het leerpunt te onderstrepen steekt hij z’n vinger priemend in de lucht. De boeien trekken z’n andere hand mee omhoog. Die hangt er slapjes bij om zich zo onzichtbaar mogelijk te maken en het gebaar niet in de weg te staan. "U moet ’t zo zien, heren: met vrouwen is ’t altijd wat."
Verzilting
Er is een dode te betreuren. De moeder verregent naast de deur van de kerk. Tranen spoelen weg, via haar regenjas en de punten van haar schoenen en de granieten stoeprand - zo het afvoerputje in.
donderdag 22 mei 2008
Groen
Bij de rooie brug staat een vrouw voor het stoplicht die zo te zien een vermoeiende nacht lang diensten aan de samenleving heeft verleend. Ze heeft een plastik tasje met rommeltjes en ze draagt een T-shirt dat I NEED LOVE zegt. Zeldzaam treurig. Ik zou haar op de bank willen leggen en koffie geven met koekjes en stevig instoppen en er heel streng op toezien dat ze eens heerlijk ongestoord kan slapen. Het licht springt op groen. Iemand toetert. Alles beweegt. Die bus, die vrachtwagen, dat Opeltje, die vrouw en ik ook.
woensdag 21 mei 2008
Ruilverkaveling
In het halfduister rij ik in m’n auto tussen de weilanden die wij altijd de ruilverkaveling noemden. Er dansen twee vliegjes voor m’n ogen. Ze schrijven elk steeds opnieuw exact hetzelfde patroon in de lucht, de één als spiegelbeeld van de ander. En aan het einde van elke oefening vliegen ze op elkaar af en lijkt het net alsof ze elkaar kussen. De ruilverkaveling stond bekend om z’n ongelukken.
maandag 19 mei 2008
Stadswerken
Dat ik vaak in Overvecht moet zijn is klaarblijkelijk niet al straf genoeg. Daarom heeft god nu een Ambtenaar bij stadswerken aangesteld die alle strategische doorgangs- én sluiproutes dagelijks in een volstrekt onvoorspelbare volgorde afsluit, behalve één.
vrijdag 16 mei 2008
Kreeften en risotto
Een bordje eten als oorzaak van verwarring en ook wel chagrijn. Dat zit zo. Ik ken een kok en die kookte michelinsterren. Een gedoe van jewelste, stel ik me zo voor, met steeds weer de nieuwste lifjes en de hipste lafjes en goede manieren en geklokte tijden en gestijfde boorden en zo verder.
Op een doordeweekse dag, al weer jaren geleden, besloot ie dat ie er schoon genoeg van had en kwam tot een motto: "Nooit zal een teerling de toekomst veranderen''. Vanaf dat moment kookt ie in feite nog maar twee dingen, die samen op één bordje gaan: kreeften en risotto. Dag aan dag, kreeften en risotto. Drie jaar geleden, twee jaar, één jaar, vandaag nog, als je opschiet. Omdat het lekker is en niet heel erg moeilijk – zodat er volop tijd is om wat te drentelen en te keuvelen en zo meer - en wie krijgt er nou ooit genoeg van kreeften of risotto? Licht verteerbaar ook. Over dat motto heb ik dus wat langer gedaan.
Op een doordeweekse dag, al weer jaren geleden, besloot ie dat ie er schoon genoeg van had en kwam tot een motto: "Nooit zal een teerling de toekomst veranderen''. Vanaf dat moment kookt ie in feite nog maar twee dingen, die samen op één bordje gaan: kreeften en risotto. Dag aan dag, kreeften en risotto. Drie jaar geleden, twee jaar, één jaar, vandaag nog, als je opschiet. Omdat het lekker is en niet heel erg moeilijk – zodat er volop tijd is om wat te drentelen en te keuvelen en zo meer - en wie krijgt er nou ooit genoeg van kreeften of risotto? Licht verteerbaar ook. Over dat motto heb ik dus wat langer gedaan.
donderdag 15 mei 2008
Eendjes
In de vijver bij het museum zwemt een eend met een reeks kuikentjes. Het hele spul komt aan land. Bij mij is een man die een dagje weg is van iets heel belangrijks. We bespreken ernstige zaken. "Zoeken hun boom", mompelt hij voor zich uit, als hij het rijtje langs z’n voeten ziet wandelen. Pardon? "Hun boom. Sommige eenden maken hun nest in een boom. Tot wel tien meter hoog. Direct als die kleintjes geboren worden, gooit de moeder ze eruit. Geeft niks, kunnen ze tegen. Maar ze blijven hun hele leven zoeken naar die boom." Ik kijk ‘m aan, wil iets zeggen, maar slik ’t in. Want wat weet ik van eenden?
woensdag 14 mei 2008
dinsdag 13 mei 2008
Onbegrepen signalen (1)
Hier stond een stom, ongeïnspireerd en lelijk geschreven stukje. De titel is dan wel weer veelbelovend, dus die mag voorlopig blijven.
woensdag 7 mei 2008
Vaandelvluchteling
Attentie, niet storen! Dit woord wacht stilletjes op een Google-Bot om voor het eerst opgepikt- en verspreid te worden. Dan is dat maar gebeurd. Een exacte betekenis en aanwijzingen voor toepassing in de Nederlandse taal dienen zich nog te ontwikkelen. De eerste gedachte voor toekomstig gebruik gaat deze richting op:
"Een stroom vaandelvluchtelingen kwam op gang toen Rita Verdonk onder de wapperende driekleur haar overwinningstoespraak afstak."
"Een stroom vaandelvluchtelingen kwam op gang toen Rita Verdonk onder de wapperende driekleur haar overwinningstoespraak afstak."
maandag 5 mei 2008
L'heure bleu: Epiloog
Terug in ++3130 en met een vriend op niet ‘t minste terras om 't een-en-ander eens door te spreken. De serveerster worstelt vrolijk met niet onder controle te krijgen kleingeld en een weerbarstig handheld computergestuurd doorgeefsysteem van al te eenvoudige bestellingen. Er staat een windje, maar dan krijg je ’t toch warm, zo te zien. Bij ons 3e , laatste en daarmee toch niet excessieve pintje voegt ze ons toe: "Ahh nee, niet wéér, hé?" ’t Is misschien niet leuker, maar wel gezonder en het is altijd goed je plaats te kennen, als mens die ook klant is en zich te schikken heeft naar kleingeld en elektrische doorgeefsystemen.
L'heure bleu: Van hier-naar-daar
Ik denk: als ik hier nou eens een paar weken blijf rondhangen. Dan heb ik materiaal genoeg voor een vuistdik boek – helemaal voor mezelf. Met daarin bijvoorbeeld Wouter de Wijsgeer (‘Ik ben Wouter en ik ben Wijsgeer’- spreek dat eens uit met Gentse tongval en het is een soort gedicht). Wouter is op Nietzsche en Wouter is hier de wijsgeer – geen tegenspraak – en die weet via een wonderlijke redenering van die Nietzsche een voorvechter van vrouwenrechten te maken. En Lex, natuurlijk, coach van waanwensen of maanmensen of zoiets. En Katleintje. Die heeft een groot verdriet. Zo groot, dat het een zwart gat in haar hersens trekt waarin alles verdwijnt. Ze staat ‘s morgens op met een schoon geheugen, zoals wij gewoonlijk opstaan met een schoon gemoed. Of die zwarte jongen die ooit een vlammend stuk voor De Standaard schreef en nu wacht op een vervolgopdracht die morgen komt. En vaandelvluchtelingen en anti-globalisten - die overal hetzelfde zijn - en reisleiders die eeuwig wachten op hun ticket en die kerel daar die precies Arno Hintjens is. De verhaallijn, denk ik, zou kunnen zijn een poging om samen met een paar van die figuren van hier-naar-daar te raken. Overbodig te zeggen dat die poging vruchteloos zou zijn. Precies op tijd besef ik dat ik mij bevind in een zaal vol gestolde pogingen tot literatuur en films en toneelstukken en van platencontracten waarvan de inkt maar niet drogen wil en van firma’s die gesticht zullen worden als en als en als. En dat ik zelf al met mijn voeten een beetje vastgeplakt zit aan de grond en dat dit tafeltje al een beetje mijn tafeltje is. Zo snel gaat dat.
L'heure bleu: Niets weet wat het wil
Het is een soort zondagmiddag
en dan regent het en dan schijnt de zon.
Het gaat over dit-en-dat
en even zit er een dode op m’n stoel.
Hé, ben ik dat nou?
Misschien gaan we eten, zo,
en drinken we wat verder
en hebben we nog luie seks
waar je je later niet veel van herinnert.
Niets weet wat het wil.
Zoveel is zeker.
en dan regent het en dan schijnt de zon.
Het gaat over dit-en-dat
en even zit er een dode op m’n stoel.
Hé, ben ik dat nou?
Misschien gaan we eten, zo,
en drinken we wat verder
en hebben we nog luie seks
waar je je later niet veel van herinnert.
Niets weet wat het wil.
Zoveel is zeker.
zondag 4 mei 2008
L'heure bleu: Wablief?
- "Ik ben ‘n woaoof"
- "Wablief?"
- "‘n coach…"
- "Ah."
- "‘n coach van whaanwensen"
- "Wablief?"
- "Ik coach, ik coach maanmensen"
- "Ah, zo."
- (....)
- (....)
- "Managers. Ik coach managers. Van 't staalfabriek."
- "Wablief?"
- "‘n coach…"
- "Ah."
- "‘n coach van whaanwensen"
- "Wablief?"
- "Ik coach, ik coach maanmensen"
- "Ah, zo."
- (....)
- (....)
- "Managers. Ik coach managers. Van 't staalfabriek."
dinsdag 29 april 2008
Identiteit (2)
Dat uitzichtloos denkcomplex - met hoofdrollen voor spoorloze genieën en mythische wezen en onbegrepen boeken en verkeerd geplaatste opmerkingen - is nu eens teruggebracht tot een simpele vraag: zal ik nog een biertje nemen, of niet?
maandag 28 april 2008
Noorderstrand
De vriendelijke reus op het Noorderstrand ritst z’n wetsuit dicht en knijpt één oog toe. Om de richting te bepalen of om de wind, de stroming of de golfslag de maat te nemen of omdat het nou eenmaal zo hoort – dat weet je maar nooit. Dan neemt hij z’n aanloop, heel lang en verrassend snel. Zand spat op van onder z’n voeten, dan schelpen, dan modder, dan water. Z’n board glijdt over een spiegelglad uitlopende golf. Met ’n elegant sprongetje landt hij er juist goed op. De branding doorsneden. Voorbij de paalhoofden. Langs de vaargeul van de Westerschelde. Een stipje nog maar. Weg. Dag reus. Tot ziens.
donderdag 24 april 2008
Hare Rama, Hare Krishna
Vals sentiment ligt altijd op de loer. Neem deze doortrapte dubbele hinderlaag: van rechts doemt plots een stokoude Roemeense accordeonspeler op die Una Paloma Blanca doet. Niets bijzonders, kun je verwachten voor de poort van Hoog Catharijne. Maar bij mijn iets te routineus uitgevoerde uitwijkende manoeuvre, loop ik recht in de armen van twee Hare Krishna’s. De toch nog wel kille wind tilt hun sarongs op, waardoor ik vol zicht heb op 4 dunne, blauwgeaderde, spierwitte beentjes, steunend op tot de draad versleten schoentjes. Door hevig aan gebakken spek en bier te denken, blijf ik de ontroering nét de baas.
woensdag 23 april 2008
Grenspaal
We dwalen af. Naar een grenspaal op de hei. Daar zitten een paar gaten in. Van kogels uit een Engels gevechtsvliegtuig, zegt mijn moeder. (Die beschikt over een gevoel voor dramatiek waar je U tegen zegt, want hoe zou ze dat kunnen weten, bedenk ik me nu.) Op deze mooie voorjaarsdag steek ik mijn vinger in één van die gaten en krijg ‘m niet meer los. Hevig ruk- en trekwerk volgt en er komt spuug en zelfs oorsmeer aan te pas. Of ik huil, dat weet ik eigenlijk niet meer. Op zeker moment zitten we gewoon weer op de fiets naar huis, ik met een zakdoek om mijn vinger geknoopt, en we zingen een liedje.
dinsdag 22 april 2008
Knikje
Bij de mores van het krachthonk in de sportschool hoort het knikje. Zo begroet je elkaar. Je doet een knikje. Niet zo’n laf straatknikje van vage herkenning. Nee, een ánder knikje. Je glimlacht er vaagjes bij en de ogen staan op verstandhouding en op begrip en respect voor het beulswerk dat de ander verricht of verrichten gaat. Zo gezegd klinkt het nogal moeilijk. Maar iedereen kan het, zover ik weet, dus erg ingewikkeld kan het niet zijn. Het knikje overstijgt elk cultuurverschil en elke taalbarrière. Nederlanders, Armeniërs, Irakezen, Iraniërs, Turken, Chinezen, Arubanen. Ze doen het knikje. En vrouwen – niet de fitness-vrouwen, maar de krachthonkvrouwen. Er is daar vaak een vrouw, graatmager en met een brilletje, die – dat zou je niet zeggen - zo sterk is dat ze push-ups kan doen totdat ze er verveeld van is en er dan maar mee stopt. Daar vloeit geen druppel zweet bij. Een meesterlijk knikje, ook.
Scheidslijn
Het zonlicht maakt een haarscherpe scheidslijn op straat. Daar probeer ik zo precies- en zo lang mogelijk overheen te lopen. Dat ergert sommige mensen die nu voor mij moeten uitwijken. Maar het lijkt me belangrijk, want morgen kan het alweer anders zijn. Zo zou ik zomaar weer een volwassene kunnen zijn.
maandag 21 april 2008
Over kipkap
Ik werd gewezen op een storende fout in de logica in het stukje Meesterwerk op Marktplaats. Kijk, dat zijn lezers waar je nog eens wat aan hebt!
Deze lezer vroeg ook naar de betekenis van kipkap. Zult, wilde ik meteen terugschrijven. Zult van net over de grens. Maar de twijfel sloeg toe en je gaat niet voor dezelfde persoon vanwege het hetzelfde stukje twee keer voor schut staan.
Dus ik zocht en vond daarbij dit verhaal. Te mooi om te proberen het zelf dunnetjes over te doen.
http://anolaerts.blog.com/1671135/
Nieuwe berichten van Tante Annie lees je op:
http://www.anolaerts.be/
Nu stop ik voorlopig met doorlinken en zal ik het zelf weer eens proberen.
Deze lezer vroeg ook naar de betekenis van kipkap. Zult, wilde ik meteen terugschrijven. Zult van net over de grens. Maar de twijfel sloeg toe en je gaat niet voor dezelfde persoon vanwege het hetzelfde stukje twee keer voor schut staan.
Dus ik zocht en vond daarbij dit verhaal. Te mooi om te proberen het zelf dunnetjes over te doen.
http://anolaerts.blog.com/1671135/
Nieuwe berichten van Tante Annie lees je op:
http://www.anolaerts.be/
Nu stop ik voorlopig met doorlinken en zal ik het zelf weer eens proberen.
Hak- en breekwerk
Kijk, dit zou ik nou wel willen kunnen. Maar ik kan het niet. En bovendien: er is toch al iemand die het wel kan? Ik geniet. Virtuoos hak- en breekwerk.
http://komrij.blogspot.com/2008/04/amsterdam-wereldboekenstad.html
http://komrij.blogspot.com/2008/04/amsterdam-wereldboekenstad.html
Smaak van armoede
Voor slechts 0,99 cent kun je met EuroFluor je tanden poetsen en gelijktijdig genieten van de smaak van armoede.
vrijdag 18 april 2008
Meesterwerk op Marktplaats
Via een omweg kwam ik uit op Boontjes. Ze zijn – dacht ik – een jaar of tien geleden opnieuw gebundeld en uitgegeven in een paar delen en die heb ik toen gekocht. En die Boontjes, dus, die zijn nu weg. Of beter: weg waren ze waarschijnlijk allang, maar nu kan ik ze niet meer vinden.
L.P. Boon - over wie wel gezegd werd dat hij een Nobelprijs verdiende - hoopte op een lang leven voor zijn Boontjes, lees je dan nu: "Iets dat ze na mijn dood zouden bundelen tot een monsterboek in tien delen en dat de bijbel van deze tijd ging zijn. Als daarna nog een boek van een andere verschijnen mocht, zou elkeen minachtend de schouders ophalen en zeggen: och kom, het staat reeds in het Meesterwerk in Kipkap.''
In de winkel zijn ze niet meer te koop, herdruk wordt niet verwacht, kon de winkeljuf op haar beeldscherm zien. "Misschien op Marktplaats?", suggereerde ze.
L.P. Boon - over wie wel gezegd werd dat hij een Nobelprijs verdiende - hoopte op een lang leven voor zijn Boontjes, lees je dan nu: "Iets dat ze na mijn dood zouden bundelen tot een monsterboek in tien delen en dat de bijbel van deze tijd ging zijn. Als daarna nog een boek van een andere verschijnen mocht, zou elkeen minachtend de schouders ophalen en zeggen: och kom, het staat reeds in het Meesterwerk in Kipkap.''
In de winkel zijn ze niet meer te koop, herdruk wordt niet verwacht, kon de winkeljuf op haar beeldscherm zien. "Misschien op Marktplaats?", suggereerde ze.
donderdag 17 april 2008
Best triest
Een man die over de Oudegracht fietst met een jong meisje achterop en die daarbij het thema fluit van Turks Fruit. Op koopavond.
woensdag 16 april 2008
Hogere krijgskunde
"It is claimed that Ho Chi Minh trained as a pastry chef under the legendary French master, Escoffier, at the Carlton Hotel in the Haymarket, Westminster."
dinsdag 15 april 2008
"Murder and Mayhem"
Kort geleden liep ik nog eens langs - voorheen – café De Postduif, met mijn moeder. Ze wees naar een huis, er zowat naast, en vertelde.
Daar woonden een vrouw en een man die wij van vroeger wel kenden – ruwweg zo oud als ik, misschien iets ouder - met hun zoon. De vrouw is drie jaar geleden dood neergevallen in de wc van De Gouden Leeuw, waar een feestavond gaande was. De man en de zoon – een puber toen – bleven dus achter. En vorig jaar heeft de zoon, geholpen door twee vrienden, de vader met een hamer doodgeslagen. Ze werden gezien, sloegen op de vlucht en zijn ik-weet-niet-waar gepakt. Het bleek allemaal te gaan om geld en een reis die daarvan gemaakt zou worden naar Thailand of Mexico ofzo.
Heel even zag ik mezelf terugkeren. Als een soort Truman Capote, met een notitieboekje en een scherpe pen op zoek naar een harde en toch romantische soort waarheid. Het idee verdampte meteen. "Bergeijk had no shortage of murder and mayhem." Het is misschien wel waar, maar het klinkt gewoon niet.
Daar woonden een vrouw en een man die wij van vroeger wel kenden – ruwweg zo oud als ik, misschien iets ouder - met hun zoon. De vrouw is drie jaar geleden dood neergevallen in de wc van De Gouden Leeuw, waar een feestavond gaande was. De man en de zoon – een puber toen – bleven dus achter. En vorig jaar heeft de zoon, geholpen door twee vrienden, de vader met een hamer doodgeslagen. Ze werden gezien, sloegen op de vlucht en zijn ik-weet-niet-waar gepakt. Het bleek allemaal te gaan om geld en een reis die daarvan gemaakt zou worden naar Thailand of Mexico ofzo.
Heel even zag ik mezelf terugkeren. Als een soort Truman Capote, met een notitieboekje en een scherpe pen op zoek naar een harde en toch romantische soort waarheid. Het idee verdampte meteen. "Bergeijk had no shortage of murder and mayhem." Het is misschien wel waar, maar het klinkt gewoon niet.
Groenlingen
Café De Postduif zoals het toen was. Geen mooi café. Maar eens in de maand - en in het seizoen elke week - op zaterdag was er vogeltjesmarkt. Mijn vader verkocht daar zijn overtallige jonge kanaries en ik mocht mee. En dan - aan het eind van het jonge-kanarie-seizoen - zochten we als beloning voor onszelf een koppeltje groenlingen uit. Daar moest je meen ik wel zes koppeltjes goeie kanaries voor geven.
Big
Bij het kienen in café De Postduif kon je in het voorjaar soms ook een big winnen. Altijd met een klein gebrek: één oogje, drie pootjes of gewoon een beetje kreupel, maar verder niks mis mee. Daar werd dus niet over gezanikt. Ook al niet omdat de opbrengst voor de harmonie, de accordeonvereniging of de visclub was en de prijzen belangeloos ter beschikking werden gesteld. Zo’n big was een leuke prijs voor jong en oud, dat vond iedereen. Je kon er als kind een hele zomer mee spelen en met goed voeren had je dan in november een serieus varken te slachten. Daar kwam je de winter weer mee door.
maandag 14 april 2008
Stilstaand water
"In wezen heb ik maar één praktische les van m’n vader meegekregen: ‘zwem nooit in stilstaand water’."
Double pay
Als ik mijn ogen open doe, sta ik op een ladder in de bloedhete schacht. Met een breed schildersmes schraap ik lange banen bontgekleurde vaseline van de wanden van metaal. Vaseline houdt het gif vast dat afgezogen wordt van de lakstraten in de fabriek. Na een week of 6 is het vet verzadigd, er zijn 6 lakstraten en op zaterdag komen wij. We schrapen de vervuilde vetlaag weg en smeren er een nieuwe op. Het is warm en heel erg vies. Maar het is double pay en je krijgt een liter melk en de ploegbaas let er op dat je die opdrinkt. Op hele hete dagen is er ook nog lekkere zoute bouillon.
’s Morgens om ½ 7 haalt de ploegbaas ons op, vlak bij het nachtbrakerscafé waar we zowat allemaal aangeworven zijn. Zijn bus heeft een dubbele cabine. Wie papieren heeft en een T-formulier durft in te vullen mag daar zitten. De anderen – meestal een stuk of twee, vaak Kongolees of Nigeriaans - vouwen zich op in de laadruimte.
Eenmaal door de poort is de fabriek van ons. Het kan daar zo mooi stil zijn. Je hoort ons geschraap en als dat stopt het gasbrandertje van de ploegbaas, waarmee hij de stalen vaten met vers vet langzaam verwarmt. En je eigen adem, natuurlijk, die het rubberen klepje van je adembescherming opent en sluit. Flip-flop, flip-flop, flip-flop…
Het is kleine pauze. Ik eet een boterham en drink m’n melk. Er wordt wat gepraat, zoals gewoonlijk zonder veel animo. Dit is voor iedereen een bijbaantje en iedereen is moe, zo aan het eind van de week. Ik ken de meeste niet eens bij naam. Behalve de ploegbaas – die met dit baantje z’n crossmotor en drankrekening bekostigt - blijft niemand langer dan een maand of wat. Zo hebben we vandaag een nieuwe contractjongen en een nieuwe Afrikaan. Die zit tegen een rij blauwe plastik vaten waarin we straks de drek scheppen. Hij is de enige die niet iets van een overall of werkpak draagt en gympen in plaats van werkschoenen. Hij praat helemaal niet, ook niet met de andere twee die in de laadruimte zijn binnengesmokkeld. De ploegbaas staat op, teken dat we weer aan het werk gaan. Hij pakt nog even het pak melk van de nieuwe Afrikaan op. "Goed", zegt ie. "Goed melk gedronken." De Afrikaan lacht even: "No problem, no problem. Drink milk, double pay."
We proberen alle zes tegelijk door het luik van het afvoerkanaal te kijken. Daar ligt ie, tegen de bodem gesmakt, min of meer dubbelgevouwen, maar verkeerd om. Vegen en spatters blubber in een mengsel van kleuren overal op z’n witte t-shirt en zwarte gezicht. Z’n ogen wijd open, bewegingsloos en nergens op gericht. De ploegbaas en ik proberen ‘m te pakken maar hij is slap en zwaar en helemaal vettig. Onze handen glibberen van de zijne. Het is zo stil, zo stil. We horen z’n adembescherming. Onregelmatig. Flip…flop…..flip….. En dan niets meer. "God…god…godverdomme", vloekt de ploegbaas. Als op commando zetten we allemaal tegelijk een paar stappen terug.
Er wordt geen woord gezegd, volgens mij. Iedereen zoekt oogcontact met iedereen. Dat lijkt zo minuten te duren. En je ziet de schrik langzaam veranderen in rekenwerk – we staan er slecht voor en we kunnen geen kant op. Dan pakt de ploegbaas aan. Hij keert zich naar de twee Nigerianen die we al een week of 4, 5 meenemen, gaat vlak voor de grootste staan en kijkt hem strak aan.
- "Kennen jullie hem?"
- "What?"
- "Ik zeg: kennen jullie hem!"
- "Ahh, no, no, never seen him before."
De ploegbaas draait zich naar mij en draagt me op het nog eens te vragen, in het Engels. Dat doe ik. Ze kennen hem echt niet, zeggen ze, en ik geef het door. "OK", zegt de ploegbaas nu, "jullie aan het werk. Ik regel het wel." Het duurt een paar seconden, maar dan sloft de eerste weg. En dan de volgende. En ik wil ook gaan. Maar hij pakt me bij m’n arm en sist: "Hier blijven jij. Helpen."
De anderen zijn uit ‘t zicht. Ze smeren nu de afvoerkanalen in met verse vaseline. "We moeten snel zijn", zegt de ploegbaas. "Nu gaat het nog makkelijk, zo meteen niet meer." De dode is slap en warm en glijdt vrij soepel door de opening van het vat. We vullen het verder af met smurrie. Ik draai er de deksel op en de ploegbaas plakt een oranje label met een afbeelding in zwart van ontbladerde struiken en zo. En nog een sticker, wit met grote rode letters: "Vat niet geschikt voor hergebruik/Do not re-use vessel. Dan vullen we de andere vaten met het vervuilde vet. Uiteindelijk hebben we er 4 nodig, die we op een pallet sjorren. Ik trek er een bandje omheen. Klaar voor transport.
Tijd om op te ruimen. Er wordt nog wat geveegd en ieder levert z’n gereedschap in. We staan wat bij elkaar, stil en draaiend op onze voeten. Dan stapt de grote Nigeriaan op de ploegbaas af.
- "Are we in trouble?"
- "Denk ’t niet."
De mannen zonder papieren worden betaald uit een smoezelige envelop en we gaan. Ik loop achteraan, kijk nog een keer om en zie daar iets wat niet hoort. Hollend ga ik terug. Het pak melk van de Afrikaan, meer dan half vol. Ik gooi het in de vuilnisbak en sluit weer aan. Als we al in de bus zitten roept de ploegbaas me eruit. Hij steekt vlug een rolletje bankbiljetten in m’n borstzak: "Goed gedaan".
Wat ik er nu nog van weet is dat een week of wat later het werk aan een ander is gegund en dat wij mochten kiezen: blijven of gaan. En dat toen iedereen ging. Behalve de ploegbaas, vanwege z’n crossmotor en z’n drankrekening. En verder denk ik er niet veel meer aan. Alleen zo nu en dan, als ik mijn ogen open doe…
’s Morgens om ½ 7 haalt de ploegbaas ons op, vlak bij het nachtbrakerscafé waar we zowat allemaal aangeworven zijn. Zijn bus heeft een dubbele cabine. Wie papieren heeft en een T-formulier durft in te vullen mag daar zitten. De anderen – meestal een stuk of twee, vaak Kongolees of Nigeriaans - vouwen zich op in de laadruimte.
Eenmaal door de poort is de fabriek van ons. Het kan daar zo mooi stil zijn. Je hoort ons geschraap en als dat stopt het gasbrandertje van de ploegbaas, waarmee hij de stalen vaten met vers vet langzaam verwarmt. En je eigen adem, natuurlijk, die het rubberen klepje van je adembescherming opent en sluit. Flip-flop, flip-flop, flip-flop…
Het is kleine pauze. Ik eet een boterham en drink m’n melk. Er wordt wat gepraat, zoals gewoonlijk zonder veel animo. Dit is voor iedereen een bijbaantje en iedereen is moe, zo aan het eind van de week. Ik ken de meeste niet eens bij naam. Behalve de ploegbaas – die met dit baantje z’n crossmotor en drankrekening bekostigt - blijft niemand langer dan een maand of wat. Zo hebben we vandaag een nieuwe contractjongen en een nieuwe Afrikaan. Die zit tegen een rij blauwe plastik vaten waarin we straks de drek scheppen. Hij is de enige die niet iets van een overall of werkpak draagt en gympen in plaats van werkschoenen. Hij praat helemaal niet, ook niet met de andere twee die in de laadruimte zijn binnengesmokkeld. De ploegbaas staat op, teken dat we weer aan het werk gaan. Hij pakt nog even het pak melk van de nieuwe Afrikaan op. "Goed", zegt ie. "Goed melk gedronken." De Afrikaan lacht even: "No problem, no problem. Drink milk, double pay."
We proberen alle zes tegelijk door het luik van het afvoerkanaal te kijken. Daar ligt ie, tegen de bodem gesmakt, min of meer dubbelgevouwen, maar verkeerd om. Vegen en spatters blubber in een mengsel van kleuren overal op z’n witte t-shirt en zwarte gezicht. Z’n ogen wijd open, bewegingsloos en nergens op gericht. De ploegbaas en ik proberen ‘m te pakken maar hij is slap en zwaar en helemaal vettig. Onze handen glibberen van de zijne. Het is zo stil, zo stil. We horen z’n adembescherming. Onregelmatig. Flip…flop…..flip….. En dan niets meer. "God…god…godverdomme", vloekt de ploegbaas. Als op commando zetten we allemaal tegelijk een paar stappen terug.
Er wordt geen woord gezegd, volgens mij. Iedereen zoekt oogcontact met iedereen. Dat lijkt zo minuten te duren. En je ziet de schrik langzaam veranderen in rekenwerk – we staan er slecht voor en we kunnen geen kant op. Dan pakt de ploegbaas aan. Hij keert zich naar de twee Nigerianen die we al een week of 4, 5 meenemen, gaat vlak voor de grootste staan en kijkt hem strak aan.
- "Kennen jullie hem?"
- "What?"
- "Ik zeg: kennen jullie hem!"
- "Ahh, no, no, never seen him before."
De ploegbaas draait zich naar mij en draagt me op het nog eens te vragen, in het Engels. Dat doe ik. Ze kennen hem echt niet, zeggen ze, en ik geef het door. "OK", zegt de ploegbaas nu, "jullie aan het werk. Ik regel het wel." Het duurt een paar seconden, maar dan sloft de eerste weg. En dan de volgende. En ik wil ook gaan. Maar hij pakt me bij m’n arm en sist: "Hier blijven jij. Helpen."
De anderen zijn uit ‘t zicht. Ze smeren nu de afvoerkanalen in met verse vaseline. "We moeten snel zijn", zegt de ploegbaas. "Nu gaat het nog makkelijk, zo meteen niet meer." De dode is slap en warm en glijdt vrij soepel door de opening van het vat. We vullen het verder af met smurrie. Ik draai er de deksel op en de ploegbaas plakt een oranje label met een afbeelding in zwart van ontbladerde struiken en zo. En nog een sticker, wit met grote rode letters: "Vat niet geschikt voor hergebruik/Do not re-use vessel. Dan vullen we de andere vaten met het vervuilde vet. Uiteindelijk hebben we er 4 nodig, die we op een pallet sjorren. Ik trek er een bandje omheen. Klaar voor transport.
Tijd om op te ruimen. Er wordt nog wat geveegd en ieder levert z’n gereedschap in. We staan wat bij elkaar, stil en draaiend op onze voeten. Dan stapt de grote Nigeriaan op de ploegbaas af.
- "Are we in trouble?"
- "Denk ’t niet."
De mannen zonder papieren worden betaald uit een smoezelige envelop en we gaan. Ik loop achteraan, kijk nog een keer om en zie daar iets wat niet hoort. Hollend ga ik terug. Het pak melk van de Afrikaan, meer dan half vol. Ik gooi het in de vuilnisbak en sluit weer aan. Als we al in de bus zitten roept de ploegbaas me eruit. Hij steekt vlug een rolletje bankbiljetten in m’n borstzak: "Goed gedaan".
Wat ik er nu nog van weet is dat een week of wat later het werk aan een ander is gegund en dat wij mochten kiezen: blijven of gaan. En dat toen iedereen ging. Behalve de ploegbaas, vanwege z’n crossmotor en z’n drankrekening. En verder denk ik er niet veel meer aan. Alleen zo nu en dan, als ik mijn ogen open doe…
maandag 7 april 2008
Blonde Virginia
Smaak van keelpijn
Geur van kolenstook
Verkwikkend in de morgen
Verstikkend in de nacht
Blonde Virginia
Valse maagd
Kan ik van je scheiden?
Geur van kolenstook
Verkwikkend in de morgen
Verstikkend in de nacht
Blonde Virginia
Valse maagd
Kan ik van je scheiden?
zaterdag 5 april 2008
Internet
"Jij houdt toch zo van internet?", zegt de boer. Ik probeer me daar iets bij voor te stellen. Vruchteloos. Daarom zeg ik maar van ja. Hij wijst naar de nok van het dak. Daar is een soort uitgerekte Deventer koek van plastik gemonteerd op een stokje. "Internet", zegt ie. En ik denk nu dat het waar is.
donderdag 3 april 2008
Briljant
Goed. Je kijkt. En je kijkt nog eens. Hoe is ‘t mogelijk! Alles op z’n plaats. Zo is het en niet anders. Je mag jezelf best feliciteren hoor: briljant gedacht. En niet te bescheiden, hé? Meteen wereldkundig maken. De mensheid heeft er gewoon recht op.
Even later. De twijfel sluipt op kousenvoetjes naderbij. Voor een briljante gedachte is het wel erg voor-de-hand-liggend... Dat niemand daar eerder… Toch eens even zoeken… Tsjee. Drie jaar geleden in de krant… en in de jaren ’70…en…hé, dat boek kwam uit in het jaar dat ik werd geboren…
Wel, tja, nou ja, te laat. En je zou denken: die heeft z’n lesje wel geleerd na de her-uitvinding van - onder veel meer - het principe van de transistor en een handige contraptie van ijzerdraad om blaadjes papier bij elkaar te houden.
Even later. De twijfel sluipt op kousenvoetjes naderbij. Voor een briljante gedachte is het wel erg voor-de-hand-liggend... Dat niemand daar eerder… Toch eens even zoeken… Tsjee. Drie jaar geleden in de krant… en in de jaren ’70…en…hé, dat boek kwam uit in het jaar dat ik werd geboren…
Wel, tja, nou ja, te laat. En je zou denken: die heeft z’n lesje wel geleerd na de her-uitvinding van - onder veel meer - het principe van de transistor en een handige contraptie van ijzerdraad om blaadjes papier bij elkaar te houden.
woensdag 2 april 2008
Blikschade
Opgedregd meisje
Bloeddoordrenkt laken op de A27
Neergeschoten Mocro op de Vleutenseweg
Lichtspoormunitie
Hoe ze langs me heen keek toen het er echt toe deed
Harde klappen met de lange lat
Pa’s laatste uur op aarde
Alle sekstoeristen in Thailand
En – laatst nog - de toegeknepen oogjes van Rita Verdonk
Bloeddoordrenkt laken op de A27
Neergeschoten Mocro op de Vleutenseweg
Lichtspoormunitie
Hoe ze langs me heen keek toen het er echt toe deed
Harde klappen met de lange lat
Pa’s laatste uur op aarde
Alle sekstoeristen in Thailand
En – laatst nog - de toegeknepen oogjes van Rita Verdonk
maandag 31 maart 2008
Nooit meer doen
- "Niet aan likken, hoor!"
- "Hmm, wat?"
- "Ik zeg: niet aan likken."
- "Dus ik speel met m’n aansteker en jij zegt: niet aan likken."
- "Precies. Komt uit je broek en nu heb ik gelezen hoe ontzettend onhygiënisch dat is. Sleutelbossen ook, trouwens. En creditcards."
- "Maar…dat soort dingen steek je toch niet in je mond?"
- "Nééh, nu niet meer, lijkt me."
- "Hmm, wat?"
- "Ik zeg: niet aan likken."
- "Dus ik speel met m’n aansteker en jij zegt: niet aan likken."
- "Precies. Komt uit je broek en nu heb ik gelezen hoe ontzettend onhygiënisch dat is. Sleutelbossen ook, trouwens. En creditcards."
- "Maar…dat soort dingen steek je toch niet in je mond?"
- "Nééh, nu niet meer, lijkt me."
zondag 30 maart 2008
zaterdag 29 maart 2008
donderdag 27 maart 2008
Minimaal, of: hoe ik genezen raakte van één internetverslaving
Als ik inlog, dan bén ik het ook: Vertigo, inwoner van het villaparkje onder de sociale netwerken. Het wordt bevolkt door een mengsel van fabulanten en leugenaars, seksverslaafden, kunstenaars, dichterlijke alleenstaande moedertjes, smekende aandachttrekkers en weet ik wat. Vertigo is daar in z’n eigen balans. Hij kent z’n klassiekers - en als hij ze niet kent, omzeilt hij de klippen handig. Meestal met woorden, in uiterste nood door uit te loggen en later een technische storing te faken.
Soms ook ben ik Minimaal, een wat dommige jongen, die altijd door zijn moeder Sifra in bescherming genomen wordt, als hij hier of daar in de problemen komt. Sifra wordt beurtelings gespeeld door mijzelf en door Ban. Dat levert nooit problemen op, want wij begrijpen haar volkomen. Ban zelf wordt overigens overtuigend vertolkt door Stempotlood en SlimSlakje.
Als je het kunt, ben je daar wie of wat je maar zijn wilt. En dat werkt verslavend. Veel vaste klanten en geregelde voorbijgangers die je kent aan hun avatar en hun veel- of nietszeggende plaatjes en eerlijke, gevatte of onbegrijpelijke antwoorden op stomme standaardvragen. Ze houden me wakker, te vaak en tot veel te laat in de nacht.
Vanavond wordt het anders. Het gonst al een tijd in het villaparkje, want we gaan elkaar zien. Er is een groot feest in 020 en wij weten hoe we elkaar zullen herkennen. De laatste berichten worden uitgewisseld.
- "Je bent er, hé?"
- "Zeker weten, zin in. Tot zo"
Eigenlijk heb ik het herkenningsteken niet nodig om SlimSlakje te ontdekken in de drukte. Net als in haar avatar speelt onnatuurlijk veel haar de hoofdrol. Ze begroet me hartelijk, maar duidelijk is ook dat ze moe is, uitgeput meer. We grinniken allereerst wat om de laatste ontwikkelingen in het leven van Sifra. Ze houdt er op bewonderenswaardige wijze enkele minuten de moed in. Zeker als je bedenkt dat ze een bloedneus heeft die niet te stelpen lijkt. Nu is haar zakdoek verzadigd en het bloed begint door haar vingers te sijpelen. Vrouwen van die leeftijd hebben soms nog een echte zakdoek. Ze excuseert: "Sorry, kutcoke. Ik kom later nog wel effe terug. Maar je moet zeker even bij Stempotlood langs gaan. Da’s die man daar bij de bar met dat leren colbert."
Stempotlood zegt dat ie het leuk vindt dé Vertigo eens in het echt te ontmoeten, maar ik tref hem niet in de allerbeste stemming. We drinken bier – hij giet er steeds achteloos een Jonge in – en hij klaagt. Over dat ie altijd waanzinnig koude voeten heeft en dat zoiets behoorlijk ongeriefelijk is, maar dat de beste artsen er naar gekeken hebben en dat er niets - maar dan ook niets - aan te doen is en dat hij er dus maar mee te leven heeft, leuk of niet - en leuk is het niet. Die artsen, gaat hij verder, hebben hem dat allemaal zwart-op-wit gegeven voor de keurende instanties - overigens tot de dag van vandaag zonder het beoogde resultaat - waardoor hij zich wel afvraagt waarom ie ooit al die premies heeft betaald.
Een lange, lodderige kerel slaat ons op de schouders. "Eeehj, Stempotloodjeee", haalt hij uit. Ik word voorgesteld door Stempotlood en hij stelt zichzelf voor: Chaingang, vaste gast in het villaparkje. Iets met piercings en nieuwe media, herinner ik me, of was het film? We hebben wel eens wat grappen uitgewisseld. Best scherp was ie toen.
- " Eeehj, Vertigo, the musicman, wij hadden het er net over dat volgens ons de meeste kerels minstens één keer in de maand naar de hoeren gaan. En jij dan?"
- "Ik? Ik niet. Moet er niet aan denken."
- "Ook niet als je…"
- "Nee, sorry, nooit."
- "Ik vind je eigenlijk nou al ’n lul."
Een mooi moment om eens op te staan en naar de wc te gaan, lijkt me.
Een man met een vuile grijns blokkeert de doorgang met z’n rolstoel. Op z’n wagen prijkt zowaar een sticker van het villaparkje, dus ik zeg even wie ik ben. Hij geeft z’n alias niet prijs, maar vertelt wel dat ie zojuist expres over de bril gescheten heeft en dat ie dat altijd doet in openbare gelegenheden waar ze geen volledig geoutilleerd invalidentoilet hebben. Daar heeft ie ook nog een liedje over gemaakt, zegt ie. Dat wil ie tegen betaling van een tientje – want hij is eigenlijk door z’n geld heen voor de rest van de maand - best voor me zingen.
Ik besluit het over een andere boeg te gooien: méér drank én mijn andere nick: Minimaal. Het vlot nu allemaal een stuk beter. ~Diva~ is gecharmeerd van de snotneus in mij en doet me haar hele carrière uit de doeken: "Daar zat ik dan! Gast in mijn eigen programma en met de mond vol tanden." Valesca, in real life helemaal Minimaal’s tiep, vertelt over haar moeilijke tijd - "het heeft zeven jaar geduurd voordat ik m’n eerste droge scheet liet"- als tropenarts.
Maar dan heeft Vega* me plots in de tang, als we het hebben over mijn Minimaal-antwoord op ‘favoriete maaltijd’: witte boterham met paardenrookvlees. Ik zit zodanig in m’n rol dat ik bevestig er daar dagelijks tenminste drie van te nuttigen. "Dus…" stamelt ze, "dus…als ik dat even snel uitreken, dan heb jij in je leven al ruim anderhalf paard opgegeten!"
Dat sommetje valt eigenlijk bij niemand in goede aarde. Waar is moeder Sifra als je d’r nodig hebt? Stempotlood ligt slapjes met z’n hoofd op de bar. SlimSlakje waarschijnlijk met een watje in d’r neus in bed. Het is genoeg geweest. Ervandoor.
Huisspin kijkt me vanonder het dekbed strak en dwingend aan: "Alsof jij nooit iemand bedonderd hebt." Ik probeer me in dat argument in te leven, maar ben al te zeer afgeleid door een opkomende zeurende hoofdpijn. En net voor ik in slaap val, denk ik bij mezelf: misschien moest ik maar eens gaan bloggen.
Soms ook ben ik Minimaal, een wat dommige jongen, die altijd door zijn moeder Sifra in bescherming genomen wordt, als hij hier of daar in de problemen komt. Sifra wordt beurtelings gespeeld door mijzelf en door Ban. Dat levert nooit problemen op, want wij begrijpen haar volkomen. Ban zelf wordt overigens overtuigend vertolkt door Stempotlood en SlimSlakje.
Als je het kunt, ben je daar wie of wat je maar zijn wilt. En dat werkt verslavend. Veel vaste klanten en geregelde voorbijgangers die je kent aan hun avatar en hun veel- of nietszeggende plaatjes en eerlijke, gevatte of onbegrijpelijke antwoorden op stomme standaardvragen. Ze houden me wakker, te vaak en tot veel te laat in de nacht.
Vanavond wordt het anders. Het gonst al een tijd in het villaparkje, want we gaan elkaar zien. Er is een groot feest in 020 en wij weten hoe we elkaar zullen herkennen. De laatste berichten worden uitgewisseld.
- "Je bent er, hé?"
- "Zeker weten, zin in. Tot zo"
Eigenlijk heb ik het herkenningsteken niet nodig om SlimSlakje te ontdekken in de drukte. Net als in haar avatar speelt onnatuurlijk veel haar de hoofdrol. Ze begroet me hartelijk, maar duidelijk is ook dat ze moe is, uitgeput meer. We grinniken allereerst wat om de laatste ontwikkelingen in het leven van Sifra. Ze houdt er op bewonderenswaardige wijze enkele minuten de moed in. Zeker als je bedenkt dat ze een bloedneus heeft die niet te stelpen lijkt. Nu is haar zakdoek verzadigd en het bloed begint door haar vingers te sijpelen. Vrouwen van die leeftijd hebben soms nog een echte zakdoek. Ze excuseert: "Sorry, kutcoke. Ik kom later nog wel effe terug. Maar je moet zeker even bij Stempotlood langs gaan. Da’s die man daar bij de bar met dat leren colbert."
Stempotlood zegt dat ie het leuk vindt dé Vertigo eens in het echt te ontmoeten, maar ik tref hem niet in de allerbeste stemming. We drinken bier – hij giet er steeds achteloos een Jonge in – en hij klaagt. Over dat ie altijd waanzinnig koude voeten heeft en dat zoiets behoorlijk ongeriefelijk is, maar dat de beste artsen er naar gekeken hebben en dat er niets - maar dan ook niets - aan te doen is en dat hij er dus maar mee te leven heeft, leuk of niet - en leuk is het niet. Die artsen, gaat hij verder, hebben hem dat allemaal zwart-op-wit gegeven voor de keurende instanties - overigens tot de dag van vandaag zonder het beoogde resultaat - waardoor hij zich wel afvraagt waarom ie ooit al die premies heeft betaald.
Een lange, lodderige kerel slaat ons op de schouders. "Eeehj, Stempotloodjeee", haalt hij uit. Ik word voorgesteld door Stempotlood en hij stelt zichzelf voor: Chaingang, vaste gast in het villaparkje. Iets met piercings en nieuwe media, herinner ik me, of was het film? We hebben wel eens wat grappen uitgewisseld. Best scherp was ie toen.
- " Eeehj, Vertigo, the musicman, wij hadden het er net over dat volgens ons de meeste kerels minstens één keer in de maand naar de hoeren gaan. En jij dan?"
- "Ik? Ik niet. Moet er niet aan denken."
- "Ook niet als je…"
- "Nee, sorry, nooit."
- "Ik vind je eigenlijk nou al ’n lul."
Een mooi moment om eens op te staan en naar de wc te gaan, lijkt me.
Een man met een vuile grijns blokkeert de doorgang met z’n rolstoel. Op z’n wagen prijkt zowaar een sticker van het villaparkje, dus ik zeg even wie ik ben. Hij geeft z’n alias niet prijs, maar vertelt wel dat ie zojuist expres over de bril gescheten heeft en dat ie dat altijd doet in openbare gelegenheden waar ze geen volledig geoutilleerd invalidentoilet hebben. Daar heeft ie ook nog een liedje over gemaakt, zegt ie. Dat wil ie tegen betaling van een tientje – want hij is eigenlijk door z’n geld heen voor de rest van de maand - best voor me zingen.
Ik besluit het over een andere boeg te gooien: méér drank én mijn andere nick: Minimaal. Het vlot nu allemaal een stuk beter. ~Diva~ is gecharmeerd van de snotneus in mij en doet me haar hele carrière uit de doeken: "Daar zat ik dan! Gast in mijn eigen programma en met de mond vol tanden." Valesca, in real life helemaal Minimaal’s tiep, vertelt over haar moeilijke tijd - "het heeft zeven jaar geduurd voordat ik m’n eerste droge scheet liet"- als tropenarts.
Maar dan heeft Vega* me plots in de tang, als we het hebben over mijn Minimaal-antwoord op ‘favoriete maaltijd’: witte boterham met paardenrookvlees. Ik zit zodanig in m’n rol dat ik bevestig er daar dagelijks tenminste drie van te nuttigen. "Dus…" stamelt ze, "dus…als ik dat even snel uitreken, dan heb jij in je leven al ruim anderhalf paard opgegeten!"
Dat sommetje valt eigenlijk bij niemand in goede aarde. Waar is moeder Sifra als je d’r nodig hebt? Stempotlood ligt slapjes met z’n hoofd op de bar. SlimSlakje waarschijnlijk met een watje in d’r neus in bed. Het is genoeg geweest. Ervandoor.
Huisspin kijkt me vanonder het dekbed strak en dwingend aan: "Alsof jij nooit iemand bedonderd hebt." Ik probeer me in dat argument in te leven, maar ben al te zeer afgeleid door een opkomende zeurende hoofdpijn. En net voor ik in slaap val, denk ik bij mezelf: misschien moest ik maar eens gaan bloggen.
woensdag 26 maart 2008
Mini-molotov
Zo was ik vroeger kind aan huis bij de man die de witte strepen op de weg heeft uitgevonden. Klinkt als een flauwe grap, toch is het waar – en de uitvinding was zelfs tweeledig: hij ontwikkelde een reflecterende verf én bedacht een systeem – nog steeds Europese standaard - om de strepen zo te plaatsen dat ze je als het ware over de weg geleiden. Jammer genoeg geen familie. De enige uitvinding waarvan wel gezegd wordt dat er bloedverwanten van mij bij betrokken waren, is de mini-molotov: je laat een scheet in een bierflesje en houdt er een aansteker bij. Altijd lachen, bij ons.
dinsdag 25 maart 2008
Genesis
"Eens zal het worden zoals voorzien", verbeeldt ‘Kunstzaal Dirkje Kuik – genaamd De Hooiwagen’ in chocoladeletter-letters. Maar niet zonder slag of stoot, weten we nu.
zaterdag 22 maart 2008
Geen prijsdier
Heb twee zilverglimmende trofeeën. Gekregen van iemand die ze als speelgoed weggeeft omdat er geen plaats meer is in z’n prijzenkast.
vrijdag 21 maart 2008
Omwille van de geloofwaardigheid...
...zal ik niet proberen uit te leggen waarom- en hoe sommige mensen have en goed verdedigen met mes en vork.
donderdag 20 maart 2008
Verkleuterd
Ze legt de krant neer.
- "Heb je nog iets leuks te vertellen?"
Dus ik vertel iets leuks, met hoofd- en bijrollen voor diverse bekenden en met een door mij gemaakte opmerking die de zaak uiteindelijk een onverwachte wending geeft. Ze moet er wel om grinniken.
Dan vertrekt haar gezicht.
- "Maar dat kan helemaal niet waar zijn, dat heb je gewoon verzonnen!"
Dat is ook zo. Ze pakt de krant weer op.
- "Tss, kleuter."
- "Heb je nog iets leuks te vertellen?"
Dus ik vertel iets leuks, met hoofd- en bijrollen voor diverse bekenden en met een door mij gemaakte opmerking die de zaak uiteindelijk een onverwachte wending geeft. Ze moet er wel om grinniken.
Dan vertrekt haar gezicht.
- "Maar dat kan helemaal niet waar zijn, dat heb je gewoon verzonnen!"
Dat is ook zo. Ze pakt de krant weer op.
- "Tss, kleuter."
dinsdag 18 maart 2008
Struikgewas revisited
De Jonge Onderzoeker in mij werd gisteravond laat wakker. Prangende vraag: hoe komt het nou dat die bergen struiksnippers zo heftig liggen te dampen? In de ijskoude nacht legde ik mijn handen op het in schots-en-scheve dobbelstenen gekraakte hout. Het voelde lauw-warm aan. Onverwacht. Ik schrok er eigenlijk een beetje van en maakte me uit de voeten. De schrik maakte al gauw plaats voor ontevredenheid. Want waar komt die warmte dan vandaan?
De wetenschap; een veel te ruim bemeten spiegelpaleis voor 1 Jonge Onderzoeker in de nacht.
De wetenschap; een veel te ruim bemeten spiegelpaleis voor 1 Jonge Onderzoeker in de nacht.
maandag 17 maart 2008
zondag 16 maart 2008
Struikgewas van repliek gediend
Het struikgewas dat Niemandsland overwoekerde is van-de-week door de hakselaar gegaan. De hopen snippers leveren nu vinnig commentaar door héél opzichtig de laatste adem uit te dampen. Precies op de plek waar ik ooit uit beleefdheid een groen uitgeslagen gehaktbal heb opgegeten. Want Niemandsland was natuurlijk ooit Iemandsland. Er was een standbeeld en er waren flats voor morsige mensen en er was géén struikgewas. Het is maar dat je het weet.
zaterdag 15 maart 2008
Anticyclisch consumeren
Het geld is op en dat is heerlijk, vanwege de gekozen overlevingsstrategie. Want wij hebben in Winkelcentrum Overvecht natuurlijk allang gezien dat een armoedige levensstijl gemakkelijk leidt tot een grauwe gelaatsuitdrukking en het verlies van elk decorum. Waardoor het aantrekken van vers kapitaal feitelijk onmogelijk wordt en de spiraal naar beneden onomkeerbaar. Dus lenen wij geld en kopen méér lamsvlees en trappistenbier en wijn en toveren daarmee ons feestelijkste gezicht tevoorschijn. Op het absolute dieptepunt weten wij ons zo allang weer in de lift.
Kijk- en Luistergeld
Ja, ik zie het zelf ook, het is waar. Ik heb mijn tv-toestel ingepakt met aluminiumfolie. En daar heb ik geen enkele verklaring voor. Mijn betalingsbewijs wordt door de ambtenaar van dienst met een onnavolgbare, gemompelde toelichting afgestempeld: ‘ONGELDIG’.
donderdag 13 maart 2008
De heren Luchtkasteel
Na 5 bier, 4 wijn, 3 armagnac, 2 koffie voor de restauratie en nog 1 bier tegen de dorst weten de heren Luchtkasteel het zeker: dit kán niet mis gaan.
dinsdag 11 maart 2008
Opportunist
- "Hé? Kom hier, kom kijken!"
Ik kom, kijk en lees. Er staat iets van: ‘knap werk’ en ‘daverend debuut’ en ‘geweldige prestatie’ en ‘een mooie toekomst’ enzo.
- "Nee, nee, dat plaatje, kijk eens naar dat plaatje! Zie je dat nou niet? Dat is Dinges!"
Ja, ik zie het, en het staat er trouwens ook gewoon: ‘Dinges’ – met daaronder 4 sterren uit een maximum van 5.
- "Tsjee, Dinges. Die vonden wij toch behoorlijk saai…"
Ik herinner me direct een hete zondagmiddag in een stad, ver weg, waar we van haar een universiteitsbibliotheek ver buiten het centrum moesten bekijken – die natuurlijk gesloten was, waarna we dan maar naar een theehuisje moesten – waar geen bier was en niet gerookt mocht worden en waar het personeel geen loon kreeg, maar leefde van fooien en restjes, wat zij een volkomen rechtvaardige zaak vond en een voorbeeld dat navolging verdiende.
Dus ik beaam: we vonden haar saai. En bazig. En ze had verder ook niet echt een fraai karakter.
- "Toch knap, vind je niet?"
Zeker, geen ontkennen aan.
- "Misschien bel ik ‘r binnenkort wel eens. Ik heb d’r telefoonnummer nog ergens."
Ik kom, kijk en lees. Er staat iets van: ‘knap werk’ en ‘daverend debuut’ en ‘geweldige prestatie’ en ‘een mooie toekomst’ enzo.
- "Nee, nee, dat plaatje, kijk eens naar dat plaatje! Zie je dat nou niet? Dat is Dinges!"
Ja, ik zie het, en het staat er trouwens ook gewoon: ‘Dinges’ – met daaronder 4 sterren uit een maximum van 5.
- "Tsjee, Dinges. Die vonden wij toch behoorlijk saai…"
Ik herinner me direct een hete zondagmiddag in een stad, ver weg, waar we van haar een universiteitsbibliotheek ver buiten het centrum moesten bekijken – die natuurlijk gesloten was, waarna we dan maar naar een theehuisje moesten – waar geen bier was en niet gerookt mocht worden en waar het personeel geen loon kreeg, maar leefde van fooien en restjes, wat zij een volkomen rechtvaardige zaak vond en een voorbeeld dat navolging verdiende.
Dus ik beaam: we vonden haar saai. En bazig. En ze had verder ook niet echt een fraai karakter.
- "Toch knap, vind je niet?"
Zeker, geen ontkennen aan.
- "Misschien bel ik ‘r binnenkort wel eens. Ik heb d’r telefoonnummer nog ergens."
maandag 10 maart 2008
Gesublimeerde razernij
"Het is nooit persoonlijk",
bezwoer het mes het vlees.
Al was dat misschien goed bedoeld,
het bleek toch een schrale troost.
bezwoer het mes het vlees.
Al was dat misschien goed bedoeld,
het bleek toch een schrale troost.
zondag 9 maart 2008
Onvergefelijk
"Weet je, dat je naast je schoenen loopt, dat kan ik begrijpen, maar dat je er nu ook nog in piest is gewoon onvergefelijk."
Van die ribbeltjes
Ik heb eens mogen voelen aan iemands hersens. Dat ging zo: "Voel maar", zei die, en ik deed het, omdat ik het gewoon niet geloofde. Ik aaide hem over zijn hoofd en voelde door zijn haar en huid de warme, weke massa en van die ribbeltjes - koelribben? - die je ook wel ziet op plaatjes. Het deed totaal geen pijn, volgens hem, en hij lachte erbij, dus dat zal wel waar geweest zijn.
donderdag 6 maart 2008
Blauwe hond
"Weet je, in feite is het bijna altijd diepstil en dat was toen ook, we lagen dus in een droge sloot te wachten op ik-weet-niet-wat en dat duurde denk ik zeker al twee uur, dat weet ik nog, omdat het zo’n beetje donker begon te worden, totdat ik ineens onrustig werd omdat ik een hond zag die over het veld liep en die hond was helderblauw - alsof ie een blauwe jas aan had, dacht ik nog bij mezelf - en hij kwam als een speer op ons afgerend – we schrokken ons allemaal te pletter - totdat ie vlakbij was, hij kwam in de schaduw en ineens was ie gewoon zwart. Hij liep ons zo voorbij; ik denk niet eens dat ie ons gezien heeft."
woensdag 5 maart 2008
Een toekomst voor een stuk
"De steden zijn koud, en de mensen die erin wonen lijden terecht kou. Waarom bouwen ze ook zulke steden?"
Misschien is het over 30 jaar wel zo, dat het dan 25 jaar geleden is dat de brand hier is uitgewoed. Dat we dan al weer nieuwe steden op de as hebben gebouwd. En dat het al bijna lijkt alsof er weinig veranderd is, als de bomen nu maar wat groter waren. En dat jij daar leeft. En dat anderen daar leven. Dat je een kleine dief geweest kunt zijn of corrupt of erger - maar waren we dat niet allemaal – want het was hij of ik - en dat soort toestanden. Bloed aan de ziel hebben en toch een wandeling maken in het park, de wekker zetten of boodschappen doen.
Dan zal iemand misschien overwegen ‘Het vuil, de stad en de dood’ eens op te gaan voeren, omdat het zo treffend aan de tijdgeest lijkt te raken, dat het bijna grappig wordt.
Misschien is het over 30 jaar wel zo, dat het dan 25 jaar geleden is dat de brand hier is uitgewoed. Dat we dan al weer nieuwe steden op de as hebben gebouwd. En dat het al bijna lijkt alsof er weinig veranderd is, als de bomen nu maar wat groter waren. En dat jij daar leeft. En dat anderen daar leven. Dat je een kleine dief geweest kunt zijn of corrupt of erger - maar waren we dat niet allemaal – want het was hij of ik - en dat soort toestanden. Bloed aan de ziel hebben en toch een wandeling maken in het park, de wekker zetten of boodschappen doen.
Dan zal iemand misschien overwegen ‘Het vuil, de stad en de dood’ eens op te gaan voeren, omdat het zo treffend aan de tijdgeest lijkt te raken, dat het bijna grappig wordt.
Daar niet meer
Ik loop de ETOS in en kruis het pad van een man die er net uitloopt, zichtbaar met een stevige doos condooms onder de arm geklemd. Bij de kassa zijn twee dames.
- "Zo’n type! Je kunt je toch niet voorstellen dat die wel eens seks krijgt?"
- "Pff, die gebruikt ze om met zichzelf te spelen, kan niet anders."
Ze liggen blauw. Eéntje hervat zich en keert zich naar mij:
- "Waar kan ik u mee helpen?"
- "Ehh, doet u mij maar een doosje paracetamol."
Ik heb eigenlijk nooit hoofdpijn.
- "Zo’n type! Je kunt je toch niet voorstellen dat die wel eens seks krijgt?"
- "Pff, die gebruikt ze om met zichzelf te spelen, kan niet anders."
Ze liggen blauw. Eéntje hervat zich en keert zich naar mij:
- "Waar kan ik u mee helpen?"
- "Ehh, doet u mij maar een doosje paracetamol."
Ik heb eigenlijk nooit hoofdpijn.
maandag 3 maart 2008
Jeff Healey
Dat Jeff Healey overlijdt, ongeveer terwijl ik een soort gedicht over muziek maak, moet natuurlijk geheel aan het toeval toegeschreven worden. Wonderlijk is het wel.
As The World Burns
Briljante nieuwe formule voor het 8 uur journaal, met hoofdrollen voor Katja Schuurman (presentatie) en Georgina Verbaan (duiding). Wij hopen voor de toekomst op medewerking van Geert Wilders, die elke dag het weer uitscheldt voor alles wat lelijk is.
zondag 2 maart 2008
Koortsdag (2)
Het is koortsdag.
Koortsdag is het om de paar maanden.
Dat is goed.
Want nog niet zo lang geleden was het om de paar weken koortsdag. De cellen van mijn liefje maken van koolhydraten suiker én een beetje gif. Net genoeg om de kleine hersenen klein te houden.
Dat is fout.
Het maakt de patiënt vrolijk van nature en wat minder goed ter been.
Daar kun je mee leven.
En kwetsbaar voor infecties.
Daar ga je aan dood.
Of, zoals de ter zake kundige medicus het uitdrukt: "Daar hebben we géén goede ervaringen mee." Eén op vier onderstreept die conclusie voor het tiende levensjaar.
Nog zes jaar, vier weken en 2 dagen te gaan.
Het is de avond van koortsdag.
De thermometer staat op 39.4.
Slaap lekker liefje, slaap lekker.
Koortsdag is het om de paar maanden.
Dat is goed.
Want nog niet zo lang geleden was het om de paar weken koortsdag. De cellen van mijn liefje maken van koolhydraten suiker én een beetje gif. Net genoeg om de kleine hersenen klein te houden.
Dat is fout.
Het maakt de patiënt vrolijk van nature en wat minder goed ter been.
Daar kun je mee leven.
En kwetsbaar voor infecties.
Daar ga je aan dood.
Of, zoals de ter zake kundige medicus het uitdrukt: "Daar hebben we géén goede ervaringen mee." Eén op vier onderstreept die conclusie voor het tiende levensjaar.
Nog zes jaar, vier weken en 2 dagen te gaan.
Het is de avond van koortsdag.
De thermometer staat op 39.4.
Slaap lekker liefje, slaap lekker.
Een soort gedicht over muziek
Zonder angst
Zo om de paar weken maakt ze haar eigen graf schoon. Ze wiedt het onkruid en tuttert wat rond de steen, waarop ruimte voor haar naam en kengetallen is uitgespaard. Als het kerkhof niet toevallig precies op de weg van haar huis naar de C1000 had gelegen, dan was ze – denk ik - om de paar maanden gegaan. Dat gebeurt allemaal zonder een spoor van angst en ook zonder een spoor van cynisme.
zaterdag 1 maart 2008
donderdag 28 februari 2008
De Jezus in mij
Droomde mij vanacht het schuldgevoel en de spijt van een verschrikkelijke zonde, die ik persoonlijk nooit begaan heb.
woensdag 27 februari 2008
Chique bakker
- "Meneer, ik neem er al jaren elke morgen één als ontbijt en ik durf u te zeggen dat onze gevulde koek de geest verkwikt en het lichaam restaureert."
- "Doet u er dan maar twee."
- "Doet u er dan maar twee."
dinsdag 26 februari 2008
Cliffhanger (1)
Een steeds indringender elektrisch geluid wekte hem. Of nee, het wekte Klara, die hem wakker schudde. "Je GSM gaat." Zijn rechterarm begon te trillen. Onbeheersbaar. Hij sprong uit bed en viste snel de telefoon uit z’n broek, die over een stoel hing.
Leonora verveelt zich
Uit 256 miljoen kleuren
Kiest ze grijs, vandaag
Buitenissig alias blijft steken
Op het puntje van haar tong, vandaag
Leonora verveelt zich
Morgen is er weer een dag
Kiest ze grijs, vandaag
Buitenissig alias blijft steken
Op het puntje van haar tong, vandaag
Leonora verveelt zich
Morgen is er weer een dag
maandag 25 februari 2008
zaterdag 23 februari 2008
Imperfecte driehoek
Trage pad (als literator), psychopaat (als zichzelf), zondagskind tegen wil en dank (als ik-figuur).
Ikoon
Uitgewoonde plee met – verborgen in een bovenhoek – een gelig kastje met opschrift: 'Odorite International. Made in U.S.A.'. Daar ruikt het dus hoe dan ook naar roosjes.
vrijdag 22 februari 2008
06-relatieprobleem
"Het lijkt háár niet te storen, maar die neus zit gewoon in de weg bij het vrijen."
donderdag 21 februari 2008
woensdag 20 februari 2008
Perceptie
- "Prettig dat we dit nu eens rustig hebben kunnen bespreken. Zeker omdat ik bij die vorige bijeenkomst een beetje recalcitrant was."
- "Gek, eigenlijk. Ik kan me helemaal niet herinneren dat jij daar bij was."
- "Gek, eigenlijk. Ik kan me helemaal niet herinneren dat jij daar bij was."
Gastvrij in Amsterdam
- "Ja, welkom hoor, mooi uitzicht hé? Maar let dan niet op die verschrikkelijke nieuwe lantarenpalen – noemt de gemeente kunst, nou het zal wel – of op dat zogenaamd grappige hondenhok met die hond ernaast, want dat staat er dus alleen maar omdat daaronder een gat zit met een of andere fout aangesloten leiding en, dat heb ik ook meteen gezegd tegen die mensen, in plaats van nou die fout te herstellen zetten ze er een hondenhok op. En begin me niet over dat bankje hier voor de deur, dat ze met de kop op de wind plaatsen, waardoor je er welgeteld een dag of vijftien per jaar lekker op kunt zitten – je zou denken: je kunt hier toch beter iets neerzetten waar mensen kunnen schuilen voor de regen…"
- "Euh, mevrouw, mag ik twee pils, alstublieft?"
- "Euh, mevrouw, mag ik twee pils, alstublieft?"
dinsdag 19 februari 2008
Sturm und Drang
- Net je diploma Multimedia? Mooie studie, lijkt me.
- Hmm, zeker…
- ….
- ….
- Heb je een bepaalde richting waarin je je in het bijzonder interesseert?
- Mwaah…
- ….
- ….
- Hmm, zeker…
- ….
- ….
- Heb je een bepaalde richting waarin je je in het bijzonder interesseert?
- Mwaah…
- ….
- ….
maandag 18 februari 2008
Loterijverliezers
Ik stelde mij zo voor dat er wel een enorme vraag naar moest zijn: het eerste serieuze managementboek over succesvol innoveren door- en voor niet-genieën en loterijverliezers. Het idee werd uiteraard weggehoond.
Hardnekkige kwinkslag
Al bij de koffie floepte ie eruit: de kwinkslag waar het hele feest op ging teren. Na een uurtje kwam hij – met een schaal vlammetjes – voor de eerste keer terug langs bij zijn oorsprong. In het tweede uur (bitterbal, mini-frikadel en een verrassende combi die gretig aftrek vond: dim sum met frietsaus) werd de cirkel drie keer gerond en in het derde uur (voorgerechtenbuffet) vijf keer. In het vierde uur had iedereen z’n mond vol met andere dingen. In het vijfde uur was hij nog slechts prooi voor vertellers die zeer slecht ter been waren, maar niet ten dode opgeschreven.
zaterdag 16 februari 2008
Moreel kompas
Tante - onbestemde tachtiger - heeft een ferm besluit bekrachtigd met een daad: al een volle week is ze terug van twee sloffen Belga's in de week naar één.
In flarden
…dat iemand zegt dat het een mooie dag is om dood te gaan – omdat het zo koud is en toch heel licht - en dat je dan later denkt, ja zo was het ook…nou, dan denk je toch bij jezelf…
woensdag 13 februari 2008
Minimaal
Soms ook ben ik Minimaal, een wat dommige jongen, die altijd door zijn moeder in bescherming genomen wordt, als hij hier of daar in de problemen komt. Zijn moeder wordt beurtelings gespeeld door mijzelf en door Ban, wat nooit problemen oplevert, want wij begrijpen haar volkomen. Ban zelf wordt overigens glansrijk vertolkt door Stempotlood en SlimSlakje.
dinsdag 12 februari 2008
zondag 10 februari 2008
Genept
- "Ben genept."
- "Joh…"
- "Yep."
- "Tsss…"
- "Ach ja..."
- "Evengoed klote."
- "Mag je wel zeggen."
- "Joh…"
- "Yep."
- "Tsss…"
- "Ach ja..."
- "Evengoed klote."
- "Mag je wel zeggen."
vrijdag 8 februari 2008
Omissie
Een vaste lezer voelt zich tekort gedaan omdat in het voorgaande niet gerept wordt van het feit dat hij op het punt staat de trein naar Berlijn te nemen. Na een korte tussenstop te Parijs gaat het dan op naar Madagaskar. Het is maar dat u het weet.
Voor de zekerheid verklaar ik hierbij dan ook maar dat er in de omgeving nog sprake is van:
- een huisje in Tsjechië
- een stedentrip naar Liverpool
- een bos in de Ardennen (te koop, meen ik)
- iets met New York
- onthechting in de buurt van Laos (dacht ik)
- een kans in Barcelona
- iets dat niet doorging vanwege waterpokken
- familiebezoek in Zuid-Afrika
- een poging tot import van poncho’s uit Bolivia
- een vaste stek in Gent
- een geliefde in Middelburg
- schande die gesproken wordt vanwege een stel Canadezen die vandaag zijn geland en waarover het gerucht gaat dat de gastvrouw ze in een restaurantje in een Vinex-buurt laat eten in plaats van in onze prachtige historische binnenstad
- een negatief reisadvies voor Kenia
- een uitwedstrijd in Nicaragua - altijd lastig
Het een en ander heeft niet de pretentie van een volledig overzicht.
Voor de zekerheid verklaar ik hierbij dan ook maar dat er in de omgeving nog sprake is van:
- een huisje in Tsjechië
- een stedentrip naar Liverpool
- een bos in de Ardennen (te koop, meen ik)
- iets met New York
- onthechting in de buurt van Laos (dacht ik)
- een kans in Barcelona
- iets dat niet doorging vanwege waterpokken
- familiebezoek in Zuid-Afrika
- een poging tot import van poncho’s uit Bolivia
- een vaste stek in Gent
- een geliefde in Middelburg
- schande die gesproken wordt vanwege een stel Canadezen die vandaag zijn geland en waarover het gerucht gaat dat de gastvrouw ze in een restaurantje in een Vinex-buurt laat eten in plaats van in onze prachtige historische binnenstad
- een negatief reisadvies voor Kenia
- een uitwedstrijd in Nicaragua - altijd lastig
Het een en ander heeft niet de pretentie van een volledig overzicht.
Abonneren op:
Posts (Atom)